Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62014TB0250

Zaak T-250/14: Beschikking van het Gerecht van 30 april 2015 — EEB/Commissie („Beroep tot nietigverklaring — Toegang tot documenten — Verordening (EG) nr. 1049/2001 — Briefwisseling tussen de Commissie en twee lidstaten over de uitvoering van een nationaal plan voor de overgangsfase (NPO) overeenkomstig richtlijn 2010/75/EU — Impliciete weigering van toegang — Afdoening zonder beslissing — Nieuwe vorderingen — Niet-ontvankelijkheid”)

PB C 213 van 29.6.2015, pp. 36–36 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

29.6.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 213/36


Beschikking van het Gerecht van 30 april 2015 — EEB/Commissie

(Zaak T-250/14) (1)

((„Beroep tot nietigverklaring - Toegang tot documenten - Verordening (EG) nr. 1049/2001 - Briefwisseling tussen de Commissie en twee lidstaten over de uitvoering van een nationaal plan voor de overgangsfase (NPO) overeenkomstig richtlijn 2010/75/EU - Impliciete weigering van toegang - Afdoening zonder beslissing - Nieuwe vorderingen - Niet-ontvankelijkheid”))

(2015/C 213/60)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: European Environmental Bureau (EEB) (Brussel, België) (vertegenwoordigers: C. Stothers, solicitor, M. Van Kerckhove en C. Simphal, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: J. Baquero Cruz en F. Clotuche-Duvieusart, gemachtigden)

Voorwerp

Verzoek tot nietigverklaring van het impliciete besluit van de Commissie van 13 februari 2014 waarbij de toegang wordt geweigerd tot documenten afkomstig van de Republiek Bulgarije en de Tsjechische Republiek

Dictum

1)

Op de vorderingen van het European Environmental Bureau (EEB) tot nietigverklaring van het impliciete besluit van de Europese Commissie van 13 februari 2014 waarbij de toegang wordt geweigerd tot documenten afkomstig van de Republiek Bulgarije en van de Tsjechische Republiek, hoeft niet meer te worden beslist.

2)

De door het EEB ingediende vorderingen tot schadevergoeding worden kennelijk niet-ontvankelijk verklaard.

3)

De Commissie wordt verwezen in haar eigen kosten alsmede in die van het EEB.


(1)  PB C 194 van 24.6.2014.


Top