This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32021R2289
Commission Implementing Regulation (EU) 2021/2289 of 21 December 2021 laying down rules for the application of Regulation (EU) 2021/2115 of the European Parliament and of the Council on the presentation of the content of the CAP Strategic Plans and on the electronic system for the secure exchange of information
Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2289 van de Commissie van 21 december 2021 tot vaststelling van voorschriften voor de toepassing van Verordening (EU) 2021/2115 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de presentatie van de inhoud van de strategische GLB-plannen en wat betreft het elektronische systeem voor de veilige uitwisseling van informatie
Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2289 van de Commissie van 21 december 2021 tot vaststelling van voorschriften voor de toepassing van Verordening (EU) 2021/2115 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de presentatie van de inhoud van de strategische GLB-plannen en wat betreft het elektronische systeem voor de veilige uitwisseling van informatie
C/2021/9601
PB L 458 van 22.12.2021, pp. 463–485
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force: This act has been changed. Current consolidated version:
26/07/2024
ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2021/2289/oj
22.12.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 458/463 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2021/2289 VAN DE COMMISSIE
van 21 december 2021
tot vaststelling van voorschriften voor de toepassing van Verordening (EU) 2021/2115 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de presentatie van de inhoud van de strategische GLB-plannen en wat betreft het elektronische systeem voor de veilige uitwisseling van informatie
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2021/2115 van het Europees Parlement en de Raad van 2 december 2021 tot vaststelling van voorschriften inzake steun voor de strategische plannen die de lidstaten in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid opstellen (strategische GLB-plannen) en die uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) worden gefinancierd, en tot intrekking van Verordeningen (EU) nr. 1305/2013 en (EU) nr. 1307/2013 (1), en met name artikel 117 en artikel 150, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Krachtens artikel 104, lid 1, van Verordening (EU) 2021/2115 dienen de lidstaten overeenkomstig die verordening strategische GLB-plannen op te stellen om de uit het ELGF en het Elfpo gefinancierde steun van de Unie te implementeren. Er moet worden voorzien in voorschriften voor de presentatie van de inhoud van die strategische GLB-plannen op basis van met name de eisen van de artikelen 107 tot en met 115 van die verordening. |
(2) |
Om de Commissie in staat te stellen een consistente en volledige beoordeling van de inhoud van de strategische GLB-plannen te verrichten, moeten de lidstaten over de mogelijkheid beschikken om aanvullende bijlagen toe te voegen die niet op grond van artikel 115 van Verordening (EU) 2021/2115 vereist zijn en niet aan goedkeuring overeenkomstig de artikelen 118 en 119 van die verordening onderworpen zijn. |
(3) |
In artikel 150, lid 1, van Verordening (EU) 2021/2115 is bepaald dat de Commissie in samenwerking met de lidstaten een informatiesysteem dient op te zetten om de veilige uitwisseling van gegevens van gemeenschappelijk belang tussen de Commissie en elke lidstaat mogelijk te maken. Er moet worden voorzien in voorschriften voor de werking van dat systeem, en in het bijzonder voor de verdeling van de verantwoordelijkheden van de Commissie en de lidstaten in dit verband. Die voorschriften moeten van toepassing zijn op de informatie die dient te worden verstrekt overeenkomstig Verordening (EU) 2021/2115 of overeenkomstig de op grond van die verordening vastgestelde gedelegeerde en uitvoeringshandelingen. |
(4) |
Aangezien de lidstaten voorschriften nodig hebben voor de presentatie van de elementen van de strategische GLB-plannen en voor de verzending van die plannen wanneer zij deze ter goedkeuring bij de Commissie indienen, moet deze verordening in werking treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. |
(5) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor het gemeenschappelijk landbouwbeleid, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Inhoud van het strategisch GLB-plan
De lidstaten presenteren de in titel V, hoofdstuk II, van Verordening (EU) 2021/2115 bepaalde inhoud van het strategisch GLB-plan overeenkomstig bijlage I bij de onderhavige verordening.
Artikel 2
Aanvullende bijlagen bij het strategisch GLB-plan
De lidstaten kunnen naast de in artikel 115 van Verordening (EU) 2021/2115 genoemde bijlagen aanvullende informatie als afzonderlijke bijlagen bij hun strategische GLB-plannen indienen.
Die aanvullende bijlagen zijn niet onderworpen aan de goedkeuring van het strategisch GLB-plan overeenkomstig artikel 118 van Verordening (EU) 2021/2115 en de goedkeuring van een wijziging van het strategisch GLB-plan overeenkomstig artikel 119, lid 10, van die verordening.
Artikel 3
Elektronisch systeem voor de veilige uitwisseling van informatie
Voor uitwisselingen van informatie overeenkomstig Verordening (EU) 2021/2115 en overeenkomstig de op basis van die verordening vastgestelde gedelegeerde en uitvoeringshandelingengebruiken de lidstaten het elektronisch systeem voor de veilige uitwisseling van informatie, “SFC2021” genoemd, waarvoor de verantwoordelijkheden van de Commissie en de lidstaten zijn vermeld in bijlage II bij deze verordening.
In afwijking van lid 1 wordt informatie die betrekking heeft op titel III, hoofdstuk III, van Verordening (EU) 2021/2115 en die door de lidstaten moet worden ingediend in het kader van de op grond van artikel 143, lid 4, van die verordening vast te stellen uitvoeringshandeling, toegezonden overeenkomstig de voorschriften van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1185 van de Commissie (2) en met het IT-systeem dat de Commissie op grond van die uitvoeringsverordening ter beschikking stelt.
Artikel 4
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 21 december 2021.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 435 van 6.12.2021, blz. 1.
(2) Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1185 van de Commissie van 20 april 2017 tot vaststelling van voorschriften voor de toepassing van de Verordeningen (EU) nr. 1307/2013 en (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de aan de Commissie te melden informatie en documenten en tot wijziging en intrekking van diverse verordeningen van de Commissie (PB L 171 van 4.7.2017, blz. 113).
BIJLAGE I
Presentatie van de inhoud van het strategisch GLB-plan
1. Strategische verklaring
In het overzicht van het strategisch GLB-plan wordt geschetst welke doelen het GLB op het grondgebied van de lidstaat nastreeft. Daarbij ligt de nadruk op de belangrijkste verwachte resultaten en interventies, waaronder relevante elementen van de vergroeningsarchitectuur, in het licht van de geconstateerde behoeften. Daarnaast worden de belangrijkste keuzes op het vlak van financiële toewijzing samengevat. Er wordt aangetoond hoe deze aspecten met elkaar zijn verbonden. Er kan worden aangegeven hoe rekening is gehouden met de belangrijkste elementen van de aanbevelingen van de Commissie voor het strategisch GLB-plan.
2. Behoeftebeoordeling, interventiestrategie, contextindicatoren en streefcijferplan
2.1. Behoeftebeoordeling
Voor elke specifieke doelstelling als genoemd in artikel 6, leden 1 en 2, van Verordening (EU) 2021/2115, bevat deze subsectie van het strategisch GLB-plan:
a) |
een samenvatting van de analyse van de situatie in termen van sterke punten, zwakke punten, kansen en bedreigingen (“de SWOT-analyse”) in vier delen (sterke punten, zwakke punten, kansen en bedreigingen); |
b) |
een vaststelling en omschrijving van elke behoefte, ongeacht of daaraan iets wordt gedaan met interventies uit het strategisch GLB-plan. Daartoe behoren:
|
Deze subsectie bevat op het niveau van het strategisch GLB-plan het volgende:
a) |
een prioritering van de behoeften, waaronder een goede onderbouwing van de gemaakte keuzes en de gebruikte methode en criteria; |
b) |
indien relevant, waarom bepaalde behoeften niet of slechts deels in het strategisch GLB-plan aan bod komen; |
c) |
indien relevant, een beoordeling van de behoeften van specifieke geografische gebieden, zoals de ultraperifere gebieden, bergachtige en insulaire gebieden. |
2.2. Interventiestrategie
Voor elke specifieke doelstelling als genoemd in artikel 6, leden 1 en 2, van Verordening (EU) 2021/2115, bevat deze subsectie:
a) |
een beschrijving van de interventiestrategie, waarin wordt uitgelegd hoe de combinatie van interventies en andere relevante sleutelelementen van het strategisch GLB-plan samen inhaken op de behoeften, met inbegrip van territoriale aspecten, hoe interventies rechtstreeks en duidelijk bijdragen aan de specifieke doelstelling en hoe ze aansluiten bij andere relevante instrumenten buiten het kader van het strategisch GLB-plan; |
b) |
een op basis van de behoeftebeoordeling gemaakte selectie van de resultaatindicator(en), met inbegrip van een motivering van de streefcijfers en gerelateerde mijlpalen die van belang zijn voor het hele strategisch GLB-plan, op basis van de lijst van bijlage I bij Verordening (EU) 2021/2115. De verbanden tussen indicatoren en doelstellingen stroken met zowel de behoeftebeoordeling als de interventielogica en houden rekening met de verbanden tussen interventies en resultaatindicatoren. Voor de volledige door het strategisch GLB-plan bestreken periode bepalen de lidstaten per resultaatindicator één streefwaarde. Indien het streefcijfer een percentage is, vermelden de lidstaten ook de teller en de noemer. De waarden van streefcijfers en jaarlijkse mijlpalen zijn coherent en verenigbaar met de behoeften en ook met de waarden van de outputs van de interventies die aan de bijbehorende resultaatindicatoren zijn gekoppeld, en omvatten indien relevant ook de in artikel 115, lid 5, van Verordening (EU) 2021/2115 bedoelde aanvullende nationale financiering; |
c) |
een toelichting over hoe de interventies ervoor zorgen dat de streefcijfers kunnen worden gehaald en hoe deze onderling coherent en verenigbaar zijn; |
d) |
uitleg waarom de financiële toewijzingen voor de interventies volstaan om de gestelde streefcijfers te halen, en in overstemming zijn met het financieel plan; |
e) |
indien relevant, een motivering van het gebruik van InvestEU en de bijdrage ervan aan het bereiken van een of meer van de in artikel 6, leden 1 en 2, van Verordening (EU) 2021/2115 vermelde en in het kader van het strategisch GLB-plan gekozen specifieke doelstellingen. Deze subsectie bevat ook uitleg over de nationale bijdrage aan het bereiken van de streefdoelen van de Unie voor 2030 die zijn vastgelegd in de “van boer tot bord”-strategie en de EU-biodiversiteitsstrategie, zodat de Commissie de consistentie en de bijdrage van het voorgestelde strategisch GLB-plan aan de milieu- en klimaatwetgeving en -verbintenissen van de Unie, en vooral aan de relevante streefcijfers van de Unie, kan beoordelen. De lidstaten kunnen verdere informatie toevoegen in een aanvullende bijlage bij het strategisch GLB-plan als bedoeld in artikel 2 van deze verordening. |
2.3. Contextindicatoren
Voor de in bijlage I bij Verordening (EU) 2021/2115 vermelde contextindicatoren die zijn gebruikt als noemers van resultaatindicatoren, bevat deze subsectie de referentiewaarde en het referentiejaar op basis van de meest recente beschikbare gegevens.
2.4. Streefcijferplan
Voor elke resultaatindicator die overeenkomstig subsectie 2.2, punt b) voor de interventielogica is geselecteerd, bevat deze subsectie een overzichtstabel met de streefwaarde en de jaarlijkse mijlpalen.
3. Consistentie van de strategie
Voor elke subsectie bevat deze sectie een overzicht van de synergie en de complementariteit die voortvloeien uit een combinatie van interventies en voorwaarden die in het strategisch GLB-plan zijn vastgesteld.
Deze sectie bevat de volgende subsecties:
3.1. Een overzicht van de milieu- en klimaatarchitectuur van het strategisch GLB-plan
Deze subsectie bevat een beschrijving van:
a) |
de algehele bijdrage van de conditionaliteit aan de specifieke milieu- en klimaatgerelateerde doelstellingen; |
b) |
de complementariteit tussen de in artikel 31, lid 5, en artikel 70, lid 3, van Verordening (EU) 2021/2115 bedoelde relevante basisvoorwaarden, de conditionaliteit en de verschillende interventies in het kader van de milieu- en klimaatgerelateerde doelstellingen van artikel 6, lid 1, punten d), e) en f), van die verordening; |
c) |
de manier waarop wordt beoogd om overeenkomstig artikel 105 van Verordening (EU) 2021/2115 de ambitie op te voeren als het gaat om de milieu- en klimaatgerelateerde doelstellingen; |
d) |
een toelichting over de manier waarop de milieu- en klimaatarchitectuur bijdraagt aan en verenigbaar is met de nationale langetermijnstreefcijfers die zijn opgenomen in of voortvloeien uit de in bijlage XIII bij Verordening (EU) 2021/2115 genoemde wetgevingshandelingen; |
e) |
voor elke GLMC-norm, een beschrijving van de manier waarop de Unienorm wordt geïmplementeerd, met inbegrip van de volgende elementen: een samenvatting van de praktijk op het landbouwbedrijf, het territoriaal toepassingsgebied, het type landbouwers op wie de norm van toepassing is, en waar nodig een beschrijving van de wijze waarop de praktijk bijdraagt tot het bereiken van de hoofddoelstelling van de GLMC-norm. Deze beschrijving bevat de volgende informatie:
|
f) |
indien de lidstaten in het kader van artikel 13, lid 2, van Verordening (EU) 2021/2115 aanvullende GLMC-normen vaststellen naast die in bijlage III voor de hoofddoelstellingen van die bijlage, een toelichting over de praktijk op het landbouwbedrijf, het territoriaal toepassingsgebied, het type landbouwers op wie de norm van toepassing is, en een beschrijving van de wijze waarop de norm bijdraagt tot het bereiken van de doelstelling; |
g) |
indien relevant, een toelichting over de GLB-bijdrage om steun te mobiliseren en geïntegreerde strategische natuurprojecten op te schalen die ten goede komen aan gemeenschappen van landbouwers, als bedoeld in Verordening (EU) 2021/783 van het Europees Parlement en de Raad (1). |
3.2. Overzicht van de relevante interventies en voorwaarden voor jonge landbouwers
Deze subsectie bevat de elementen van artikel 109, lid 2, punt b), van Verordening (EU) 2021/2115 en, indien relevant, een toelichting over de GLB-bijdrage met betrekking tot transnationale leermobiliteit op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling, waarbij de nadruk ligt op jonge landbouwers en vrouwen in plattelandsgebieden, overeenkomstig Verordening (EU) 2021/817 van het Europees Parlement en de Raad (2).
3.3. Overzicht van de relatie tussen gekoppelde inkomenssteun en Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad (3)
Deze subsectie bevat de elementen van artikel 109, lid 2, punt c), van Verordening (EU) 2021/2115.
3.4. Overzicht inzake de doelstelling van eerlijkere verdeling en doeltreffender en doelmatiger toespitsen van inkomenssteun
Deze subsectie bevat de elementen van artikel 109, lid 2, punt d), van Verordening (EU) 2021/2115.
3.5. Overzicht van de sectorgerelateerde interventies
Deze subsectie bevat de elementen van artikel 109, lid 2, punt e), van Verordening (EU) 2021/2115. In het overzicht per sector wordt daarnaast, indien relevant, de complementariteit met de conditionaliteitselementen beschreven.
3.6. Overzicht van de interventies die bijdragen tot een coherente en geïntegreerde aanpak van het risicobeheer
Deze subsectie bevat een toelichting over de combinatie van interventies om bij te dragen aan een coherente en geïntegreerde aanpak voor risicobeheer, indien relevant met inbegrip van de in artikel 19 van Verordening (EU) 2021/2115 geboden optie.
3.7. Wisselwerking tussen nationale en regionale interventies en elementen
Deze subsectie bevat:
a) |
indien relevant, een beschrijving van de wisselwerking tussen nationale en regionale interventies, met inbegrip van de verdeling van de financiële toewijzingen per interventie en per fonds; |
b) |
als elementen van het strategisch GLB-plan op regionaal niveau worden ingevoerd, een toelichting over hoe de interventiestrategie zorgt voor coherentie en consistentie van die elementen met de op nationaal niveau ingevoerde elementen van het strategisch GLB-plan. |
3.8. Overzicht van de bijdrage aan de in artikel 6, lid 1, punt i), van Verordening (EU) 2021/2115 genoemde doelstelling om het dierenwelzijn te verbeteren en antimicrobiële resistentie te bestrijden
Deze subsectie bevat de elementen van artikel 109, lid 2, punt h), van Verordening (EU) 2021/2115.
3.9. Toelichting over hoe de interventies en elementen die gemeenschappelijk zijn voor verschillende interventies, bijdragen tot vereenvoudiging voor eindbegunstigden en tot een vermindering van de administratieve lasten
Deze toelichting vermeldt met name de maatregelen om in het kader van de uitvoering van het GLB technologie en gegevens te gebruiken die het beheer en de administratie van het GLB vereenvoudigen, en het ontwerp van de interventies van het strategisch GLB-plan zelf te vereenvoudigen.
4. Elementen die gemeenschappelijk zijn voor verschillende interventies
4.1. Definities en minimumvereisten
Deze subsectie bevat de volgende informatie:
a) Landbouwactiviteit
Wat de definitie van landbouwactiviteit betreft, hoeven de lidstaten alleen informatie te verstrekken indien zij de definitie wijzigen ten opzichte van die van artikel 4, punt 1, c), i), van Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad (4).
De definitie van handhaving van landbouwareaal wordt gegeven voor elk type landbouwareaal (bouwland, blijvende teelten en blijvend grasland). Lidstaten die aparte eisen stellen voor braakliggend land, vermelden welke eisen dat zijn.
b) Landbouwareaal
Er wordt aangegeven welke elementen een aanvulling vormen op de definitie van Verordening (EU) 2021/2115 indien relevant.
In het bijzonder wordt informatie over de volgende elementen gegeven, indien relevant:
i) |
elementen van agrobosbouwsystemen die op het landbouwareaal worden opgezet of in stand worden gehouden, met vermelding van die elementen voor elk type landbouwareaal (bouwland, blijvende teelten en blijvend grasland); |
ii) |
de definitie van kwekerijen; |
iii) |
de definitie van hakhout met korte omlooptijd, die ten minste de oogstcyclus, de lijst van plantensoorten of -categorieën en de beplantingsdichtheid omvat; |
iv) |
voor blijvend grasland, een beschrijving van elk afzonderlijk element dat deel uitmaakt van de definitie ervan, zoals de bodem bewerken, ploegen, opnieuw inzaaien met andere grassoorten, of andere gangbare plaatselijke praktijken. |
c) Subsidiabele hectare
Er wordt vermeld welke elementen een aanvulling vormen op de definitie van Verordening (EU) 2021/2115 indien relevant, en met name de volgende elementen:
i) |
criteria om te bepalen of landbouwactiviteit overheerst indien het land ook voor niet-landbouwactiviteiten wordt gebruikt; |
ii) |
criteria om te waarborgen dat de grond ter beschikking van de landbouwer staat; |
iii) |
de periode waarin een areaal moet voldoen aan de definitie van “subsidiabele hectare”; |
iv) |
indien arealen slechts om het jaar voor landbouwactiviteiten mogen worden gebruikt, een uitleg waarom een dergelijk besluit om redenen in verband met het milieu, de biodiversiteit of het klimaat gerechtvaardigd is; |
v) |
indien landschapselementen die in het kader van GLMC-normen niet worden beschermd, toch worden meegerekend, een beschrijving daarvan, bijvoorbeeld de maximumomvang ervan en het deel van het perceel dat die landschapselementen ten hoogste mogen innemen, indien van toepassing; |
vi) |
indien op blijvend grasland met geïsoleerde niet-subsidiabele elementen vaste verlagingscoëfficiënten worden toegepast om het subsidiabel areaal te bepalen, een beschrijving van de uitgangspunten achter de verlagingscoëfficiënten; |
vii) |
indien arealen die subsidiabel waren, niet meer voldoen aan de definitie van “subsidiabele hectare” uit hoofde van artikel 4, punt 4, a) en b), van Verordening (EU) 2021/2115, en besloten wordt dat deze arealen toch subsidiabel blijven vanwege de uitvoering van nationale regelingen, een beschrijving van die nationale regelingen, inclusief de vraag of en in hoever deze:
|
d) Actieve landbouwer
Wat betreft de definitie van actieve landbouwer, wordt het volgende vermeld:
i) |
de criteria om te bepalen welke landbouwers ten minste een minimumniveau aan landbouwactiviteit verrichten; |
ii) |
indien een negatieve lijst van niet-landbouwactiviteiten wordt gebruikt als aanvullend instrument, een beschrijving daarvan; |
iii) |
indien relevant, de hoogte en de motivering van een bedrag aan rechtstreekse betalingen (niet hoger dan 5 000 EUR) waarbij een landbouwer altijd als “actieve landbouwer” wordt beschouwd. |
e) Jonge landbouwer
Wat betreft de definitie van jonge landbouwer, wordt het volgende vermeld:
i) |
de maximumleeftijd; |
ii) |
de voorwaarden om “bedrijfshoofd” te zijn; |
iii) |
de vereiste passende opleiding en/of vaardigheden. |
f) Nieuwe landbouwer
Wat betreft de definitie van nieuwe landbouwer, wordt het volgende vermeld:
i) |
de voorwaarden om voor het eerst “bedrijfshoofd” te zijn; |
ii) |
de vereiste passende opleiding of vaardigheden. |
g) Minimumvereisten voor het ontvangen van rechtstreekse betalingen
Wat betreft de minimumvereisten voor het ontvangen van rechtstreekse betalingen, worden een beschrijving en motivering van de drempel(s) vermeld, die, indien van toepassing, worden uitgedrukt in hectare en/of euro tot twee cijfers achter de komma.
h) Plattelandsgebied
De definitie(s) van plattelandsgebieden en de toepasbaarheid in het gehele strategisch GLB-plan worden vermeld.
i) Overige definities in het strategisch GLB-plan
Indien in het strategisch GLB-plan andere definities met betrekking tot rechtstreekse betalingen, plattelandsontwikkeling of sectorale steun worden gebruikt, worden deze gegeven, met inbegrip van een beschrijving van het specifieke toepassingsgebied ervan.
4.2. Elementen die verband houden met interventies in de vorm van rechtstreekse betalingen
Deze subsectie bevat:
a) Territorialisering
Indien relevant, een beschrijving van elke groep gebieden, inclusief de toelichting over de vergelijkbare sociaal-economische of agronomische omstandigheden.
b) Betalingsrechten
Indien van toepassing, wat betreft de beschrijving van het stelsel van betalingsrechten en de werking van de reserve, een vermelding van het eerste jaar zonder rechten indien de rechten worden uitgefaseerd.
c) Systeem van interne convergentie
Voor elke groep gebieden indien relevant, en tenzij vanaf het eerste jaar een vast percentage wordt gebruikt, een beschrijving van de wijze van interne convergentie, met inbegrip van de volgende elementen:
i) |
het streefjaar voor de maximumwaarde van de betalingsrechten en de maximumwaarde van de individuele betalingsrechten, als bedoeld in artikel 24, lid 3, van Verordening (EU) 2021/2115; |
ii) |
convergentiestappen, als bedoeld in artikel 24, lid 4, van Verordening (EU) 2021/2115; |
iii) |
indien relevant, de in het streefjaar bereikte forfaitaire waarde, als bedoeld in artikel 24, lid 4, van Verordening (EU) 2021/2115; |
iv) |
het streefjaar voor het minimale convergentiepercentage en de minimale eenheidswaarde als percentage van het gepland gemiddeld eenheidsbedrag voor de basisinkomenssteun voor duurzaamheid voor het streefjaar, als bedoeld in artikel 24, lid 5, van Verordening (EU) 2021/2115; |
v) |
financiering van de convergentie, als bedoeld in artikel 24, lid 6, van Verordening (EU) 2021/2115; |
vi) |
indien relevant, een beschrijving van de verlaging van slechts een deel van de betalingsrechten waarvan de waarde hoger is dan het gepland gemiddeld eenheidsbedrag, als bedoeld in artikel 24, lid 6, tweede alinea, van Verordening (EU) 2021/2115; |
vii) |
indien relevant, het percentage van de maximale verlaging van de eenheidswaarde van de rechten, als bedoeld in artikel 24, lid 7, van Verordening (EU) 2021/2115. |
d) Werking van de reserve
Voor elke groep gebieden indien relevant, wordt de werking van de reserve toegelicht, met vermelding van met name de volgende elementen:
i) |
een beschrijving van het systeem voor de vorming van de reserve; |
ii) |
een beschrijving van de verschillende categorieën in aanmerking komende landbouwers, hun toegang tot de reserve, de toewijzing van nieuwe betalingsrechten of verhoging van de waarde van de bestaande betalingsrechten en hun rangorde; |
iii) |
voorschriften voor de financiële aanvulling van de reserve; |
iv) |
voorschriften voor het vervallen van de betalingsrechten en de terugkeer ervan naar de reserve. |
e) Voorschriften voor overdrachten van betalingsrechten
Indien relevant, voorschriften voor overdrachten van betalingsrechten.
f) Verlaging van rechtstreekse betalingen
Indien relevant, een beschrijving van de verlaging van betalingen en plafonnering, met inbegrip van met name:
i) |
de tranches, de verlagingspercentages en een toelichting daarover; |
ii) |
indien relevant, de wijze van in mindering brengen van de arbeidskosten; |
iii) |
de geraamde opbrengsten van de verlaging van de rechtstreekse betalingen en plafonnering voor elk jaar, en de toewijzing ervan. |
g) De toepassing van drempels of bovengrenzen op het niveau van de leden van rechtspersonen of groepen natuurlijke of rechtspersonen, of op het niveau van groepen verbonden rechtspersonen
De besluiten over en motiveringen van drempels of bovengrenzen die zijn bepaald op het niveau van leden van rechtspersonen of van groepen natuurlijke of rechtspersonen, of op het niveau van groepen verbonden rechtspersonen, overeenkomstig artikel 110, punt d), iii), van Verordening (EU) 2021/2115, voor alle interventietypes indien relevant, met vermelding van de betrokken interventies.
h) Bijdrage aan risicobeheersinstrumenten
Indien relevant, een beschrijving van de uitvoering van artikel 19 van Verordening (EU) 2021/2115, met inbegrip van het besluit inzake het percentage van de rechtstreekse betalingen dat daarvoor wordt toegewezen.
4.3. Technische bijstand
Deze subsectie over de beschrijving van het gebruik van technische bijstand bevat met name de volgende informatie:
a) |
de doelstellingen ervan; |
b) |
de reikwijdte en indicatieve activiteitenplanning; |
c) |
de begunstigden van technische bijstand; |
d) |
het voor de financiering van acties in verband met technische bijstand te gebruiken percentage van de totale bijdrage uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) aan het strategisch GLB-plan, uitgedrukt als één percentage over de hele door het strategisch GLB-plan bestreken periode tot twee cijfers achter de komma. |
4.4. GLB-netwerk
Deze subsectie over de beschrijving van het GLB-netwerk bevat met name de volgende informatie:
a) |
een samenvattend overzicht en de doelstellingen van het nationaal GLB-netwerk, met inbegrip van een beschrijving van de activiteiten ter ondersteuning van het Europees innovatiepartnerschap (EIP) en kennisstromen binnen het AKIS en het faciliteren van netwerken van plaatselijke actiegroepen in het kader van Leader/vanuit de gemeenschap geleide lokale ontwikkeling; |
b) |
de structuur, governance en werking van het nationaal GLB-netwerk, inclusief de vraag of het netwerk componenten op regionaal niveau bevat; het indicatieve percentage middelen voor technische bijstand dat aan het netwerk is toegewezen, en het indicatieve budget voor de periode en het indicatieve tijdschema voor de lancering van het nationale GLB-netwerk. |
4.5. Coördinatie, afbakening en complementariteit tussen het Elfpo en andere Uniefondsen die actief zijn in plattelandsgebieden
Deze subsectie bevat een overzicht van de coördinatie, afbakening en complementariteit tussen het Elfpo en andere Uniefondsen die actief zijn in plattelandsgebieden, inclusief een beschrijving van de algehele consistentie van de uit Uniefondsen verstrekte steun in plattelandsgebieden, met nadruk op hoe het gebruik ervan geoptimaliseerd wordt en een toelichting over de afbakenings- en coördinatiemechanismen.
4.6. Financiële instrumenten
Deze subsectie bevat, indien relevant, een algemene beschrijving van de financiële instrumenten en de motivering van het gebruik ervan, inclusief:
a) |
het type uitvoering, met inbegrip van de governance; |
b) |
de mogelijke fondsbeheerder; |
c) |
het aangeboden type financieel product (lening, garantie, eigen vermogen); |
d) |
de voordelen van het financiële instrument voor de eindontvanger; |
e) |
de territoriale dekking, indien relevant; |
f) |
andere technische voorschriften die gelden voor alle interventies, zoals combinatieaspecten. |
4.7. Gemeenschappelijke elementen voor interventies voor plattelandsontwikkeling of interventies in bepaalde sectoren
Deze subsectie bevat:
a) |
keuzes voor het Elfpo-bijdragepercentage dat op nationaal of regionaal niveau van toepassing is, afhankelijk van de in artikel 91, lid 2, van Verordening (EU) 2021/2115 genoemde regiotypes, en voor bepaalde in artikel 91, lid 3, van die verordening genoemde categorieën interventies; |
b) |
een algemene lijst van niet-subsidiabele investeringen naast de al in artikel 73, lid 3, van Verordening (EU) 2021/2115 vermelde investeringen, indien relevant; |
c) |
andere elementen die van belang zijn voor de uitvoering van meerdere interventies voor plattelandsontwikkeling of interventies in bepaalde sectoren en die niet zijn opgenomen in de beschrijving van de interventies, indien relevant. |
5. Beschrijving van de interventies
Deze sectie over de interventies die worden vermeld in de strategie bedoeld in artikel 111 van Verordening (EU) 2021/2115, met inbegrip van de op regionaal niveau opgezette interventies, bevat de volgende informatie:
a) |
beschrijving van de interventie:
|
b) |
bijdrage aan de strategie:
|
c) |
beschrijving en subsidiabiliteitsvoorwaarden:
|
d) |
financiële informatie:
|
e) |
steun aan begunstigden:
|
f) |
specifieke aanvullende informatie voor bepaalde interventietypes:
|
g) |
naleving van de WTO-regels, inclusief:
|
6. Financieel plan
Deze sectie bevat informatie als bedoeld in de volgende subsecties.
6.1. Overzichtstabel
De lidstaten geven informatie over de elementen van artikel 112, lid 2, van Verordening (EU) 2021/2115.
De lidstaten die gebruik wensen te maken van de mogelijkheid om toewijzingen over te hevelen tussen de fondsen als voorzien in artikel 103 van Verordening (EU) 2021/2115, verstrekken deze informatie voor elk jaar van de periode van het strategisch GLB-plan waarvoor zij van deze flexibiliteit gebruik willen maken. De lidstaten kunnen in 2025 hun beslissing herzien voor hun toewijzingen voor landbouwbegrotingsjaar 2027.
Aan de hand van de informatie van de overzichtstabel kan worden nagegaan of de nodige toewijzingen voor de inachtneming van de minimumuitgavenvereisten van de artikelen 92, 93, 95, 97 en 98 van Verordening (EU) 2021/2115 correct zijn gereserveerd.
Die informatie dient als basis voor de berekening van de financiële maxima die voortvloeien uit de aftrek van de bedragen die door de lidstaten zijn gereserveerd om te voldoen aan de minimumuitgavenvereisten van de artikelen 92, 93, 95, 97 en 98 van Verordening (EU) 2021/2115 (omgekeerde maxima).
De in de artikelen 92 tot en met 98 van Verordening (EU) 2021/2115 bedoelde minimum- en maximumbedragen worden steeds berekend op basis van de in de artikelen 87, 88 en 89 van Verordening (EU) 2021/2115 bedoelde budgetten van de lidstaten na eventuele overhevelingen.
Indien de lidstaten echter besluiten om middelen toe te wijzen aan InvestEU, LIFE en/of Erasmus, worden de respectieve jaarlijkse bedragen in de overzichtstabel vermeld. Bijlage XI bij Verordening (EU) 2021/2115 wordt niet gewijzigd en alle verplichtingen inzake minimumtoewijzingen worden getoetst aan de bedragen van bijlage XI bij die verordening, die ook die specifieke toewijzingen zullen omvatten.
Aangezien in het kader van zowel het ELGF als het Elfpo kan worden voldaan aan de vereiste minimale financiële toewijzing voor jonge landbouwers, geven de lidstaten die besluiten om een hoger bedrag toe te wijzen dan het minimumbedrag van bijlage XII bij Verordening (EU) 2021/2115, aan welke bedragen uit elk van de fondsen worden gebruikt om uit te komen op de vereiste minimale toewijzing. Dit dient als basis voor de berekening van de omgekeerde maxima.
6.2. Gedetailleerde financiële informatie en uitsplitsing per interventie en planning van de output
Het gedetailleerd financieel plan als bedoeld in artikel 112, lid 3, van Verordening (EU) 2021/2115, bevat een overzicht van het indicatieve verwachte betalingsniveau van de toewijzingen van de lidstaten tijdens de uitvoeringsperiode van het strategisch GLB-plan, alsook informatie over de medefinancieringspercentages van het Elfpo.
7. Governance- en coördinatiesystemen
7.1. Vermelding van governance-instanties, beheersautoriteit(en) en andere instanties
Deze subsectie bevat:
a) |
voor elk type instantie (bevoegde autoriteit(en), beheersautoriteit(en), betaalorgaan of -organen, coördinerende instantie, indien relevant, en certificerende instantie(s)) een vermelding van het fonds of de fondsen waarvoor zij verantwoordelijk zijn, en de naam of namen en contactgegevens van de verantwoordelijke persoon of personen. Dezelfde informatie wordt verstrekt over andere instanties zoals het monitoringcomité of de monitoringcomités, de gedelegeerde en intermediaire instanties indien relevant, en over de relevante coördinatiestructuren voor het AKIS, voor de contactpersoon voor communicatie over het GLB-plan als bedoeld in artikel 48 van Verordening (EU) 2021/1060, en voor het GLB-netwerk. Ook wordt de rol van de gedelegeerde en intermediaire instantie(s) nader beschreven; |
b) |
een korte beschrijving van de opzet en organisatie van de bevoegde autoriteit; |
c) |
indien de uitvoering van financiële instrumenten gedelegeerd is aan regionale autoriteiten, een beschrijving van de governanceregeling voor het financiële instrument (delegatie van de taken van beheersautoriteit en betaalorgaan, zoals selectie van begunstigde, verslaglegging, betalingen, controle). |
7.2. Beschrijving van de monitoring- en verslagleggingssystemen
Korte beschrijving van de monitoring- en verslagleggingssystemen die worden opgezet voor het registreren, bijhouden, beheren van en rapporteren over de informatie die nodig is om de prestaties van het strategisch GLB-plan te beoordelen, met inbegrip van het verslagleggingssysteem dat wordt opgezet met het oog op het jaarlijkse prestatieverslag op grond van artikel 134 van Verordening (EU) 2021/2115.
7.3. Informatie over de controlesystemen en sancties
a) GBCS
De beschrijving van het GBCS bevat:
i) |
informatie over het toepassingsgebied ervan, en met name of het wordt gebruikt voor de wijnsector, zoals vastgelegd in artikel 65 van Verordening (EU) 2021/2115, en voor de conditionaliteit; |
ii) |
een definitie van “landbouwperceel”, met inbegrip van “landbouwgrond”, indien relevant; |
iii) |
een bevestiging dat het GBCS op 1 januari 2023 van start gaat en aan titel IV, hoofdstuk II, van Verordening (EU) 2021/2116 van het Europees Parlement en de Raad (9) voldoet; |
iv) |
informatie over de identificatie- en registratieregeling(en) voor dieren als bedoeld in artikel 65, lid 4, punt c), en artikel 66, lid 1, punt g), van Verordening (EU) 2021/2116; |
v) |
een vermelding of gebruikgemaakt wordt van een geautomatiseerd claimsysteem; |
vi) |
een beschrijving van het controle- en sanctiesysteem of de controle- en sanctiesystemen waarin met name wordt uitgelegd of ze voorzien in systematische controles die gericht zijn op de sectoren met het hoogste foutenrisico, en hoe het controleniveau zorgt voor een doeltreffend beheer van de risico’s als bedoeld in artikel 60, lid 1, van Verordening (EU) 2021/2116. Er wordt uitleg gegeven over de sancties bij niet-naleving van de in het strategisch GLB-plan bepaalde subsidiabiliteitscriteria voor interventies. Indien voor de diverse interventies verschillende controle- en sanctiesystemen worden toegepast, wordt informatie gegeven over elk afzonderlijk systeem. |
Er kan aanvullende informatie worden verschaft over het identificatiesysteem voor landbouwpercelen, het geospatiaal en diergebonden aanvraagsysteem en het areaalmonitoringsysteem, indien de lidstaat dit belangrijk acht.
b) Controle- en sanctiesysteem voor interventies die niet onder het GBCS vallen
Voor ELGF- en Elfpo-interventies die niet onder het GBCS vallen, bevat de informatie:
i) |
een korte beschrijving van het sanctiesysteem, in lijn met de principes van doeltreffendheid, evenredigheid en afschrikking; |
ii) |
een korte beschrijving van het controlesysteem of de controlesystemen, met aandacht voor het specifieke karakter van financiële instrumenten, indien relevant; |
iii) |
een korte beschrijving van hoe wordt gezorgd voor de naleving van de regels voor overheidsopdrachten. |
c) Het controle- en sanctiesysteem voor de conditionaliteit
Deze subsectie bevat:
i) |
een beschrijving van het controlesysteem voor de conditionaliteit; |
ii) |
een vermelding van de soort controles voor elke RBE en GLMC-norm; |
iii) |
een beschrijving van het sanctiesysteem; |
iv) |
de definitie en toepassing van de begrippen herhaling en opzettelijkheid; |
v) |
een vermelding of voor kleine landbouwers een vereenvoudigd controlesysteem wordt toegepast; |
vi) |
informatie over de bevoegde controle-instanties die verantwoordelijk zijn voor de controles op de naleving van de normen en uit de regelgeving voortvloeiende beheerseisen in het kader van de conditionaliteit. |
d) Sociale conditionaliteit
Deze subsectie bevat:
i) |
een beschrijving van het controlesysteem voor de sociale conditionaliteit; |
ii) |
een beschrijving van het sanctiesysteem voor de sociale conditionaliteit. Indien de sociale conditionaliteit met ingang van 2024 of 2025 wordt toegepast, wordt de in de punten i) en ii) bedoelde beschrijving op zijn laatst verstrekt in de wijziging van het strategisch GLB-plan zoals goedgekeurd door de Commissie overeenkomstig artikel 119 van Verordening (EU) 2021/2115 vóór het eerste jaar van toepassing van de sociale conditionaliteit. |
8. Modernisering: AKIS en digitalisering
8.1. Algemene organisatiestructuur van het AKIS
Deze subsectie bevat een toelichting over de brede strategische AKIS-aanpak op basis van de SWOT-analyse en de behoeftebeoordeling en schetst hoe de interventies en acties samen bijdragen tot het bereiken van de in artikel 6, lid 2, van Verordening (EU) 2021/2115 genoemde horizontale doelstelling.
8.2. Beschrijving van het samenspel tussen adviesdiensten, onderzoek, GLB-netwerken en interventies binnen het AKIS-kader
Deze subsectie bevat een toelichting over de opzet van de samenwerking tussen adviseurs, onderzoekers en GLB-netwerken. Vermeld wordt of de acties worden gecombineerd met andere relevante maatregelen of instrumenten die al dan niet onder het strategisch GLB-plan vallen.
8.3. Beschrijving van de organisatie van bedrijfsadviseurs
Deze subsectie bevat een toelichting over hoe de adviesverlening wordt georganiseerd en alle adviseurs en alle in artikel 15, leden 2 en 4, van Verordening (EU) 2021/2115 vermelde elementen daarin worden betrokken en ook de onpartijdigheidseisen van artikel 15, lid 3, van die verordening worden nageleefd.
8.4. Beschrijving van de manier waarop innovatiesteun wordt geboden
Deze subsectie bevat een toelichting over hoe innovatiesteun en kennisstromen binnen het AKIS worden georganiseerd.
8.5. Digitaliseringsstrategie
Deze subsectie bevat een toelichting over de strategische aanpak om digitalisering te stimuleren, en ook een beschrijving van hoe maatregelen in het kader van de digitaliseringsstrategie zodanig vorm wordt gegeven dat digitale verschillen tussen regio’s, soorten bedrijven en bevolkingsgroepen worden voorkomen of verkleind.
9. Bijlagen bij het strategisch GLB-plan
9.1. Bijlage I over de ex-ante-evaluatie en de strategische milieueffectrapportage (SMER) bedoeld in Richtlijn 2001/42/EG van het Europees Parlement en de Raad (10)
Bijlage I bij het strategisch GLB-plan bedoeld in artikel 115, lid 1, van Verordening (EU) 2021/2115 bevat een samenvatting van de resultaten van de ex-ante-evaluatie en de belangrijkste aanbevelingen van de ex-ante-evaluatie en van de SMER.
Volgens de elementen van het strategisch GLB-plan die in die ex-ante-evaluatie moeten worden beoordeeld, worden de aanbevelingen ingedeeld in:
— |
SWOT-analyse, de behoeftebeoordeling; |
— |
interventielogica/bijdrage aan doelstellingen; |
— |
externe/interne coherentie; |
— |
toewijzing van begrotingsmiddelen; |
— |
outputs, resultaten en het bepalen van mijlpalen en streefcijfers; |
— |
maatregelen om de administratieve lasten te verminderen; |
— |
financiële instrumenten; |
— |
SMER-specifieke aanbevelingen; |
— |
overige. |
Er wordt duidelijk vermeld op welke manier rekening is gehouden met de aanbevelingen of waarom er juist geen rekening mee is gehouden.
Ook wordt een link naar de volledige ex-ante-evaluatie en SMER-rapporten toegevoegd.
9.2. Bijlage II over de SWOT-analyse van de huidige situatie van het gebied dat onder het strategisch GLB-plan valt
Bijlage II bij het strategisch GLB-plan bedoeld in artikel 115, lid 2, van Verordening (EU) 2021/2115 bevat een SWOT-analyse met de in dat lid vastgelegde elementen voor elke doelstelling uit hoofde van artikel 6, leden 1 en 2, van die verordening. De SWOT-analyse is opgebouwd rond de vier hoofdelementen, namelijk sterke punten, zwakke punten, kansen en bedreigingen, en geeft aan welke bronnen voor de gegevens zijn gebruikt naast contextindicatoren.
9.3. Bijlage III over de raadpleging van partners
Bijlage III bij het strategisch GLB-plan bedoeld in artikel 115, lid 3, van Verordening (EU) 2021/2115 bevat de resultaten van de raadpleging van de partners, en met name de relevante autoriteiten op regionaal en lokaal niveau, en een korte beschrijving van de wijze waarop de raadpleging is gehouden.
9.4. Bijlage IV over interventies voor de gewasspecifieke betaling voor katoen
Bijlage IV bij het strategisch GLB-plan bedoeld in artikel 115, lid 4, van Verordening (EU) 2021/2115 bevat de volgende informatie:
Subsidiabiliteitsvoorwaarden die zorgen voor consistentie met de SWOT-analyse, met de behoeftebeoordeling en met andere interventies, in het bijzonder:
|
tekst |
||||||
Complementariteit van de interventie inzake de gewasspecifieke betaling voor katoen met de andere interventies uit het strategisch GLB-plan |
tekst |
9.5. Bijlage V over aanvullende nationale financiering
In bijlage V bij het strategisch GLB-plan bedoeld in artikel 115, lid 5, van Verordening (EU) 2021/2115, wordt de volgende informatie verstrekt voor elke plattelandsontwikkelingsinterventie waarvoor aanvullende nationale financiering wordt toegekend als bedoeld in artikel 115, lid 5, punten a), b) en c), en artikel 146, eerste alinea, van Verordening (EU) 2021/2115:
Het artikel in titel III, hoofdstuk IV, van Verordening (EU) 2021/2115 op basis waarvan de financiering wordt toegekend |
tekst |
||||||
De nationale rechtsgrondslag voor de toekenning van de financiering |
tekst |
||||||
De interventie in het strategisch GLB-plan waarvoor de financiering wordt toegekend |
tekst |
||||||
Het totale budget van de financiering (in euro) |
bedrag |
||||||
Vermelding van de naleving van de betrokken vereisten van Verordening (EU) 2021/2115 |
J/N |
||||||
Complementariteit:
|
Vermeld welke van toepassing zijn, en verstrek indien relevant aanvullende informatie |
||||||
Valt onder artikel 42 VWEU |
J/N (indien nee, vermeld het instrument voor de goedkeuring van de staatssteun) |
Wat betreft de sector groenten en fruit, wordt de volgende informatie verstrekt voor de nationale financiële steun als bedoeld in artikel 53 van Verordening (EU) 2021/2115:
Het jaarlijkse geraamde bedrag van de nationale financiële steun in de sector groenten en fruit per betrokken regio en het totaal voor de lidstaat |
tekst |
9.6. Bijlage VI over nationale overgangssteun (indien van toepassing)
Bijlage VI bij het strategisch GLB-plan bedoeld in artikel 115, lid 6, van Verordening (EU) 2021/2115 bevat de elementen van dat lid voor elke afzonderlijke nationale overgangssteunmaatregel per sector, indien van toepassing:
a) |
het jaarlijkse sectorspecifieke budget voor elke sector waarvoor nationale overgangssteun wordt verleend;
|
b) |
in voorkomend geval, voor elk jaar van de periode het maximale steunpercentage per eenheid voor elke sector, met inachtneming van het maximale percentage per eenheid;
|
c) |
in voorkomend geval, informatie over de overeenkomstig artikel 147, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EU) 2021/2115 gewijzigde referentieperiode;
|
d) |
een korte beschrijving van de complementariteit van de nationale overgangssteun met de interventies van het strategisch GLB-plan. |
(1) Verordening (EU) 2021/783 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2021 tot vaststelling van een programma voor het milieu en klimaatactie (LIFE) en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1293/2013 (PB L 172 van 17.5.2021, blz. 53).
(2) Verordening (EU) 2021/817 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2021 tot vaststelling van “Erasmus+”: het programma van de Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport, en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1288/2013 (PB L 189 van 28.5.2021, blz. 1).
(3) Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid (PB L 327 van 22.12.2000, blz. 1).
(4) Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 637/2008 van de Raad en Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 608).
(5) Kaart van alle gebieden als aangewezen overeenkomstig artikel 32, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1305/2013.
(6) Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 487).
(7) Verordening (EU) 2021/1060 van het Europees Parlement en de Raad van 24 juni 2021 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds Plus, het Cohesiefonds, het Fonds voor een rechtvaardige transitie en het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur en de financiële regels voor die fondsen en voor het Fonds voor asiel, migratie en integratie, het Fonds voor interne veiligheid en het Instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid (PB L 231 van 30.6.2021, blz. 159).
(8) PB L 147 van 18.6.1993, blz. 26.
(9) Verordening (EU) 2021/2116 van het Europees Parlement en de Raad van 2 december 2021 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1306/2013 (PB L 435 van 6.12.2021, blz. 187).
(10) Richtlijn 2001/42/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2001 betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma’s (PB L 197 van 21.7.2001, blz. 30).
BIJLAGE II
Verantwoordelijkheden van de Commissie en de lidstaten in verband met het SFC2021
1. Verantwoordelijkheden van de Commissie
1.1. |
Zorgen voor een elektronisch systeem voor de officiële en beveiligde uitwisseling van informatie tussen de lidstaten en de Commissie (hierna het “SFC2021” genoemd). Het SFC2021 bevat ten minste de informatie die is gespecificeerd in de templates die in het kader van Verordening (EU) 2021/2115 zijn aangemaakt. |
1.2. |
Ervoor zorgen dat het SFC2021 de volgende kenmerken bezit:
|
1.3. |
Zorgen voor een veiligheidsbeleid inzake informatietechnologie voor het SFC2021 dat van toepassing is op het personeel dat het systeem gebruikt overeenkomstig de desbetreffende voorschriften van de Unie, met name Besluit (EU, Euratom) 2017/46 van de Commissie (2). |
1.4. |
Aanwijzen van een persoon of personen belast met het bepalen, handhaven en waarborgen van de correcte toepassing van het veiligheidsbeleid op het SFC2021. |
2. Verantwoordelijkheden van de lidstaten
2.1. |
Ervoor zorgen dat de overeenkomstig titel VI van Verordening (EU) 2021/2115 aangewezen programma-autoriteiten van de betrokken lidstaat, evenals de organen die zijn aangewezen om bepaalde taken uit te voeren die onder de verantwoordelijkheid van de beheersautoriteit vallen, in het SFC2021 de informatie indienen waarvoor zij verantwoordelijk zijn, alsook eventuele aanvullingen daarop. |
2.2. |
Toezien op de verificatie van informatie die wordt ingevoerd door een andere persoon dan degene die de gegevens voor die indiening heeft ingevoerd. |
2.3. |
Regelingen treffen voor de scheiding van de in de punten 2.1 en 2.2 beschreven taken via de beheers- en controlesystemen van de lidstaat die in automatische verbinding staan met het SFC2021. |
2.4. |
Benoemen van een persoon of personen belast met het beheer van de toegangsrechten om de volgende taken uit te voeren:
|
2.5. |
Zorgen voor regelingen met betrekking tot de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de persoonsgegevens van natuurlijke personen en bedrijfsvertrouwelijkheid voor rechtspersonen in overeenstemming met Richtlijn 2002/58/EG (3) en de Verordeningen (EU) 2016/679 (4) en (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad (5). |
2.6. |
Op basis van een risicobeoordeling nationaal, regionaal of lokaal beleid inzake toegang tot SFC2021 vaststellen dat van toepassing is op alle instanties die het SFC2021 gebruiken, met aandacht voor de volgende aspecten:
|
2.7. |
Het document of de documenten inzake het beleid als bedoeld in punt 2.6, op verzoek ter beschikking stellen aan de Commissie. |
2.8. |
Benoemen van een persoon of personen belast met de handhaving en waarborging van de toepassing van het nationale, regionale of lokale beleid inzake IT-beveiliging en fungerend als contactpunt voor de door de Commissie aangewezen persoon of personen bedoeld in punt 1.4. |
3. Gezamenlijke verantwoordelijkheden van de Commissie en de lidstaten
3.1. |
Zorgen voor toegankelijkheid, hetzij rechtstreeks via een interactieve gebruikersinterface (d.w.z. een webtoepassing), hetzij via een technische interface met vooraf vastgestelde protocollen (d.w.z. webdiensten) waardoor de gegevens automatisch kunnen worden gesynchroniseerd en doorgegeven tussen informatiesystemen van de lidstaten en het SFC2021. |
3.2. |
Vaststellen van de datum van doorgifte, via elektronische gegevensuitwisseling, van de informatie door de lidstaat aan de Commissie en vice versa, die geldt als datum van indiening van het desbetreffende document. |
3.3. |
Ervoor zorgen dat officiële gegevens worden uitgewisseld via het SFC2021, tenzij in geval van overmacht, en dat de informatie die in de in het SFC2021 ingebedde elektronische formulieren worden verstrekt (“gestructureerde gegevens”) niet door niet-gestructureerde gegevens worden vervangen en, in het geval van inconsistenties, dat gestructureerde gegevens voorrang genieten op niet-gestructureerde gegevens.
In geval van overmacht, een storing in het SFC2021 of het ontbreken van een verbinding met het SFC2021 kan de lidstaat, met voorafgaande goedkeuring van de Commissie, de documenten in een andere vorm toezenden onder de door de Commissie bepaalde voorwaarden. Zodra er niet langer sprake is van overmacht, voert de betrokken partij zo snel mogelijk de reeds in papieren vorm verstrekte informatie in het SFC2021 in. |
3.4. |
Ervoor zorgen dat de in het SFC2021-portaal gepubliceerde voorwaarden inzake IT-beveiliging worden nageleefd, alsook de maatregelen die door de Commissie in het SFC2021 worden genomen om de indiening van gegevens te beveiligen, met name wat betreft het gebruik van de in punt 2.3 bedoelde technische interface als onderdeel van de beheers- en controlesystemen van de lidstaat. |
3.5. |
Uitvoering geven aan de beveiligingsmaatregelen ter bescherming van de opgeslagen en via het SFC2021 ingediende gegevens, en de doeltreffendheid van deze maatregelen waarborgen. |
3.6. |
Jaarlijks het IT-veiligheidsbeleid van het SFC2021 en het desbetreffende nationale, regionale en lokale IT-veiligheidsbeleid bijwerken en herzien in geval van technologische veranderingen, de constatering van nieuwe bedreigingen of andere relevante ontwikkelingen. |
(1) Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG (PB L 257 van 28.8.2014, blz. 73).
(2) Besluit (EU, Euratom) 2017/46 van de Commissie van 10 januari 2017 over de beveiliging van communicatie- en informatiesystemen binnen de Europese Commissie (PB L 6 van 11.1.2017, blz. 40).
(3) Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2002 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie (richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie) (PB L 201 van 31.7.2002, blz. 37).
(4) Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).
(5) Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).