This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62011CA0204
Case C-204/11 P: Judgment of the Court (Third Chamber) of 18 July 2013 — Fédération internationale de football association (FIFA) v European Commission, Kingdom of Belgium, and United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland (Appeals — Television broadcasting — Directive 89/552/EEC — Article 3a — Measures taken by the Kingdom of Belgium concerning events of major importance for the society of that Member State — Football World Cup — Decision declaring the measures compatible with European Union law — Statement of reasons — Articles 43 EC and 49 EC — Right to property)
Zaak C-204/11 P: Arrest van het Hof (Derde kamer) van 18 juli 2013 — Fédération internationale de football association (FIFA)/Europese Commissie, Koninkrijk België en Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (Hogere voorziening — Televisie-uitzendingen — Richtlijn 89/552/EEG — Artikel 3 bis — Maatregelen van het Koninkrijk België betreffende evenementen van aanzienlijk belang voor de samenleving van die lidstaat — Wereldkampioenschap voetbal — Besluit waarbij maatregelen verenigbaar met het Unierecht worden verklaard — Motivering — Artikelen 43 EG en 49 EG — Eigendomsrecht)
Zaak C-204/11 P: Arrest van het Hof (Derde kamer) van 18 juli 2013 — Fédération internationale de football association (FIFA)/Europese Commissie, Koninkrijk België en Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (Hogere voorziening — Televisie-uitzendingen — Richtlijn 89/552/EEG — Artikel 3 bis — Maatregelen van het Koninkrijk België betreffende evenementen van aanzienlijk belang voor de samenleving van die lidstaat — Wereldkampioenschap voetbal — Besluit waarbij maatregelen verenigbaar met het Unierecht worden verklaard — Motivering — Artikelen 43 EG en 49 EG — Eigendomsrecht)
PB C 260 van 7.9.2013, pp. 3–3
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
7.9.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 260/3 |
Arrest van het Hof (Derde kamer) van 18 juli 2013 — Fédération internationale de football association (FIFA)/Europese Commissie, Koninkrijk België en Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland
(Zaak C-204/11 P) (1)
(Hogere voorziening - Televisie-uitzendingen - Richtlijn 89/552/EEG - Artikel 3 bis - Maatregelen van het Koninkrijk België betreffende evenementen van aanzienlijk belang voor de samenleving van die lidstaat - Wereldkampioenschap voetbal - Besluit waarbij maatregelen verenigbaar met het Unierecht worden verklaard - Motivering - Artikelen 43 EG en 49 EG - Eigendomsrecht)
2013/C 260/04
Procestaal: Engels
Partijen
Rekwirante: Fédération internationale de football association (FIFA) (vertegenwoordigers: A. Barav en D. Reymond, avocats)
Andere partijen in de procedure: Europese Commissie (vertegenwoordigers: E. Montaguti en N. Yerrell als gemachtigden, bijgestaan door M. Gray, barrister), Koninkrijk België (vertegenwoordigers: C. Pochet en J.-C. Halleux als gemachtigden, bijgestaan door A. Joachimowicz en J. Stuyck, advocaten) en Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (vertegenwoordigers: S. Ossowski en J. Beeko als gemachtigden, bijgestaan door T. de la Mare, QC)
Voorwerp
Hogere voorziening tegen het arrest van het Gerecht (Zevende kamer) van 17 februari 2011, Fédération internationale de football association (FIFA)/Commissie (T-385/07), houdende verwerping van het beroep tot nietigverklaring van besluit 2007/479/EG van de Commissie van 25 juni 2007, waarbij maatregelen die door België zijn genomen overeenkomstig artikel 3 bis, lid 1, van richtlijn 89/552/EEG van de Raad van 3 oktober 1989 betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake de uitoefening van televisieomroepactiviteiten (PB L 180, blz. 24), verenigbaar met het gemeenschapsrecht zijn verklaard
Dictum
1) |
De hogere voorziening wordt afgewezen. |
2) |
De Fédération internationale de football association (FIFA) wordt verwezen in de kosten. |