20.5.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 121/4 |
Beroep ingesteld op 24 februari 2006 — Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Helleense Republiek
(Zaak C-112/06)
(2006/C 121/07)
Procestaal:Grieks
Partijen
Verzoekster: Commissie van de Europese Gemeenschappen (vertegenwoordiger: M. Konstantinidis)
Verweerster: Helleense Republiek
Conclusies van verzoekster
Verzoekster concludeert dat het het Hof behage:
a) |
vast te stellen dat de Helleense Republiek, door niet de nodige maatregelen te treffen om ervoor te zorgen dat:
de verplichtingen niet is nagekomen die op haar rusten krachtens de artikelen 4 en 8 van richtlijn 75/442/EEG van de Raad van 15 juli 1975 betreffende afvalstoffen (1), zoals gewijzigd bij richtlijn 91/156/EEG (2) van de Raad van 18 maart 1991, en krachtens artikel 14, sub b, van richtlijn 99/31/EG (3) van de Raad van 26 april 1999 betreffende het storten van afvalstoffen; |
b) |
de Helleense Republiek in de kosten te verwijzen. |
Middelen en voornaamste argumenten
1. |
Verzoekster is van mening dat de verwijdering van de afvalstoffen op de stortplaatsen van Mesomouri en Kouroupito, op Kreta, plaatsheeft met schending van de verplichtingen die krachtens de artikelen 4 en 8 van richtlijn 75/442/EEG betreffende afvalstoffen, zoals gewijzigd bij richtlijn 91/156/EEG, en krachtens artikel 14, sub b, van richtlijn 99/31/EG betreffende het storten van afvalstoffen, rusten op de Helleense Republiek. |
2. |
Wat de ongecontroleerde stortplaats te Mesomouri betreft, blijkt uit de conclusies van het rapport van de deskundigen van de Commissie, dat het storten van 90 000 ton afval op die plaats, gevaar oplevert voor de gezondheid van de mens en nadelige gevolgen kan hebben voor het milieu. Bovendien preciseert de Commissie, dat de Griekse autoriteiten niet de nodige maatregelen hebben getroffen om ervoor te zorgen dat de te Mesomouri opgeslagen afvalstoffen zullen worden afgeleverd aan een particuliere of openbare ophaaldienst, dan wel aan een onderneming die afval verwijdert. De Commissie voegt daaraan toe, dat de Griekse autoriteiten hebben besloten dat de stortplaats te Mesomouri haar werkzaamheden moest staken, en hebben geoordeeld dat het noodzakelijk was ze te saneren en concrete voorwaarden voor de nazorg en het beheer ervan te stellen. Dit besluit bevat echter geen specifieke kalender voor de nakoming ervan, en is nog niet uitgevoerd bij gebrek aan middelen. |
3. |
Wat de oude stortplaats van Kouroupito betreft, heeft het rapport van de deskundigen van de Commissie aangetoond dat deze plaats niet is gesaneerd, en heeft het gewezen op de eventuele risico's voor de gezondheid van de mens en voor het milieu. Het rapport vermeldt meer bepaald dat: 1) een groot deel van de afdekaarde is weggespoeld, 2) de stabiliteit en de weerstand tegen slijtage onvoldoende zijn, en 3) de verbranding van de op de stortplaats aanwezige afvalstoffen tot giftige emissies kan leiden. Daarnaast hebben de Griekse autoriteiten niet de nodige maatregelen getroffen om ervoor te zorgen dat de afvalstoffen te Kouroupito worden afgeleverd aan een particuliere of openbare ophaaldienst, dan wel aan een onderneming die afval verwijdert. |
(1) PB L 194 van 25.7.1975, blz. 39.
(2) PB L 78 van 26.03.1991, blz. 32.
(3) PB L 182 van 16.07.1999, blz. 1.