ISSN 1725-2598

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 282

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

50e jaargang
26 oktober 2007


Inhoud

 

I   Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Verordening (EG) nr. 1247/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1947/2005 betreffende door Finland verleende nationale steun voor zaaizaad en zaaigraan

1

 

*

Verordening (EG) nr. 1248/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2040/2000 betreffende de begrotingsdiscipline

3

 

 

Verordening (EG) nr. 1249/2007 van de Commissie van 25 oktober 2007 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

5

 

 

Verordening (EG) nr. 1250/2007 van de Commissie van 25 oktober 2007 tot vaststelling van de restituties bij uitvoer van witte en ruwe suiker in onveranderde vorm

7

 

 

Verordening (EG) nr. 1251/2007 van de Commissie van 25 oktober 2007 tot vaststelling van de restituties bij uitvoer van stropen en bepaalde andere producten van de suikersector in ongewijzigde staat

9

 

 

Verordening (EG) nr. 1252/2007 van de Commissie van 25 oktober 2007 tot vaststelling van de maximumrestitutie bij uitvoer van witte suiker in het kader van de in Verordening (EG) nr. 900/2007 bedoelde permanente inschrijving

11

 

 

Verordening (EG) nr. 1253/2007 van de Commissie van 25 oktober 2007 tot vaststelling van de maximumrestitutie bij uitvoer van witte suiker in het kader van de in Verordening (EG) nr. 1060/2007 bedoelde permanente inschrijving

12

 

 

Verordening (EG) nr. 1254/2007 van de Commissie van 25 oktober 2007 tot vaststelling van de restituties bij uitvoer van op basis van granen en rijst verwerkte producten

13

 

*

Verordening (EG) nr. 1255/2007 van de Commissie van 25 oktober 2007 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 874/2004 tot vaststelling van regels met betrekking tot het overheidsbeleid voor de toepassing en werking van het .eu-topniveaudomein en de beginselen inzake registratie ( 1 )

16

 

*

Verordening (EG) nr. 1256/2007 van de Commissie van 25 oktober 2007 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 829/2007 wat betreft de toegestane overgangsperioden voor het gebruik van handelsdocumenten en gezondheidscertificaten voor dierlijke bijproducten ( 1 )

30

 

 

Verordening (EG) nr. 1257/2007 van de Commissie van 25 oktober 2007 inzake de afgifte van invoercertificaten voor rijst in het kader van de bij Verordening (EG) nr. 327/98 geopende tariefcontingenten voor de deelperiode oktober 2007

32

 

 

Verordening (EG) nr. 1258/2007 van de Commissie van 25 oktober 2007 houdende vaststelling van de restituties die van toepassing zijn op bepaalde graan- en rijstproducten, uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage I bij het Verdrag vallen

35

 

 

Verordening (EG) nr. 1259/2007 van de Commissie van 25 oktober 2007 houdende vaststelling van de restituties die van toepassing zijn op bepaalde producten van de sector suiker, uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage I bij het Verdrag vallen

39

 

 

II   Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie niet verplicht is

 

 

BESLUITEN/BESCHIKKINGEN

 

 

Commissie

 

 

2007/686/EG

 

*

Beschikking van de Commissie van 30 november 2005 betreffende een procedure overeenkomstig artikel 81 van het EG-Verdrag tegen Armando Álvarez sa, Bernay Film Plastique, Bischof + Klein France SAS, Bischof + Klein GmbH & Co. KG, Bonar Technical Fabrics nv, British Polythene Industries PLC, Cofira-Sac sa, Combipac bv, Fardem Packaging bv, FLSmidth & Co. A/S, FLS Plast A/S, Groupe Gascogne, JM Gesellschaft für industrielle Beteiligungen mbH & Co. KGaA, Kendrion nv, Koninklijke verpakkingsindustrie Stempher cv, Low & Bonar PLC, Nordenia International AG, Nordfolien GmbH, Plásticos Españoles sa, RKW AG Rheinische Kunststoffwerke, Sachsa Verpackung GmbH, Stempher bv, Trioplast Industrier AB, Trioplast Wittenheim sa, UPM-Kymmene Oyj (Zaak COMP/38354 — Industriezakken) (Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 4634)

41

 

 

2007/687/EG

 

*

Beschikking van de Commissie van 18 augustus 2006 waarbij een concentratie verenigbaar wordt verklaard met de gemeenschappelijke markt en met de werking van de EER-overeenkomst (Zaak COMP/M.3848 — Sea-Invest/EMO-EKOM) (Kennisgeving geschied onder nummer C(2006) 3710)  ( 1 )

47

 

 

2007/688/EG

 

*

Beschikking van de Commissie van 19 oktober 2007 tot wijziging van Beschikking 2005/393/EG wat betreft beperkingsgebieden in verband met bluetongue (Kennisgeving geschied onder nummer C(2007) 5054)  ( 1 )

52

 

 

2007/689/EG

 

*

Beschikking van de Commissie van 25 oktober 2007 tot wijziging van het aanhangsel bij bijlage VI bij de Akte van toetreding van Bulgarije en Roemenië wat bepaalde melkverwerkingsinrichtingen in Bulgarije betreft (Kennisgeving geschied onder nummer C(2007) 5170)  ( 1 )

60

 

 

III   Besluiten op grond van het EU-Verdrag

 

 

BESLUITEN OP GROND VAN TITEL V VAN HET EU-VERDRAG

 

*

Besluit 2007/690/GBVB van de Raad van 22 oktober 2007 tot uitvoering van Gemeenschappelijk Optreden 2005/557/GBVB inzake het civiel-militaire optreden van de Europese Unie ter ondersteuning van de missies van de Afrikaanse Unie in de regio Darfur in Sudan en in Somalië

62

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


I Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is

VERORDENINGEN

26.10.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 282/1


VERORDENING (EG) Nr. 1247/2007 VAN DE RAAD

van 22 oktober 2007

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1947/2005 betreffende door Finland verleende nationale steun voor zaaizaad en zaaigraan

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 36 en artikel 37, lid 2, derde alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 8, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1947/2005 (1), mag Finland vanwege zijn specifieke klimaat steun verlenen voor bepaalde hoeveelheden in Finland geproduceerd zaaizaad en zaaigraan, op voorwaarde dat de Commissie daarvoor toestemming geeft.

(2)

Op basis van de door Finland meegedeelde informatie heeft de Commissie bij de Raad een verslag ingediend overeenkomstig artikel 8, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1947/2005. Uit dit verslag blijkt dat Finse producenten van zaaizaad en zaaigraan op grond van andere steunregelingen compensatie kunnen ontvangen voor de moeilijke klimaatomstandigheden waarin zij werken.

(3)

Uit het verslag blijkt tevens dat de in Finland geproduceerde hoeveelheid zaaigraan is gestegen en dat de ingevoerde hoeveelheid zaaigraan beperkt blijft ten opzichte van de in het land zelf geproduceerde hoeveelheid. Voorts bevat het verslag aanwijzingen dat wanneer de binnenlandse productie daalt, de invoer stijgt en omgekeerd, waaruit kan worden geconcludeerd dat de binnenlandse productie door invoer kan worden vervangen en de Finse nationale steunregeling de concurrentie met ingevoerde producten kan verstoren.

(4)

Timotheezaad wordt in Finland in nagenoeg optimale en competitieve omstandigheden verbouwd. Het behoud van gekoppelde steun voor de timotheeproductie is een stimulans voor de productie van timotheezaad in Finland. De verlening van nationale steun voor timotheezaad moet derhalve worden stopgezet.

(5)

Om de bovenvermelde redenen en omwille van de goede werking van de interne markt is het aangewezen Finland niet langer de mogelijkheid te bieden nationale steun te verlenen voor de productie van zaaizaad en zaaigraan. Om de Finse producenten evenwel de gelegenheid te bieden zich op een situatie zonder nationale steun voor te bereiden, is het dienstig om gedurende een laatste extra overgangsperiode steun te blijven verlenen voor de productie van zaaizaad- en zaaigraan, met uitzondering van timotheezaad; na afloop van deze overgangsperiode zal de steun worden afgeschaft.

(6)

Met het oog op een tussentijdse herziening van de nationale steunregeling dient Finland een gedetailleerd verslag over de resultaten van de verleende nationale steun over te leggen.

(7)

Verordening (EG) nr. 1947/2005 dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 8, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1947/2005 wordt vervangen door:

„2.   Mits de Commissie daarvoor toestemming geeft, mag Finland tot en met de oogst van 2010 steun verlenen voor bepaalde hoeveelheden zaaizaad, met uitzondering van zaad van timothee (Phleum pratense L.), respectievelijk bepaalde hoeveelheden zaaigraan die alleen in Finland worden geproduceerd.

Uiterlijk op 31 december 2008 legt Finland een gedetailleerd verslag over de resultaten van de toegestane steun aan de Commissie over.”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Luxemburg, 22 oktober 2007.

Voor de Raad

De voorzitter

J. SILVA


(1)  PB L 312 van 29.11.2005, blz. 3.


26.10.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 282/3


VERORDENING (EG) Nr. 1248/2007 VAN DE RAAD

van 22 oktober 2007

tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2040/2000 betreffende de begrotingsdiscipline

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op de artikelen 37, 279 en 308,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Gezien het advies van de Rekenkamer (2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 2040/2000 van de Raad van 26 september 2000 betreffende de begrotingsdiscipline (3) zijn voorschriften vastgesteld voor een goed beheer van de Gemeenschapsuitgaven, zowel wat het EOGFL-Garantie als de reserves voor externe acties betreft, in overeenstemming met de beginselen van goed financieel beheer die zijn neergelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 6 mei 1999 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de begrotingsdiscipline en de verbetering van de begrotingsprocedure (4).

(2)

Wat betreft deel I van Verordening (EG) nr. 2040/2000, betreffende de landbouwuitgaven, is er als gevolg van de maxima die zijn vastgesteld in het meerjarig financieel kader 2007-2013 dat in bijlage I bij het Interinstitutioneel Akkoord (IIA) betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer van 17 mei 2006 (5) is opgenomen, niet langer behoefte aan het landbouwrichtsnoer waarin de verordening voorziet.

(3)

De overige bepalingen betreffende de begrotingsdiscipline voor landbouw in deel I van Verordening (EG) nr. 2040/2000 zijn verouderd als gevolg van de artikelen 18 tot en met 20 van Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (6).

(4)

Wat betreft deel II van Verordening (EG) nr. 2040/2000, betreffende de reserves voor externe acties, is er niet langer behoefte aan specifieke voorzieningen en maatregelen, die bij financiering uit de eigen middelen uitzonderlijk zijn, om het Garantiefonds en de reserve voor spoedhulp te financieren. De reserve voor leninggaranties is wat de periode 2007-2013 betreft vervangen door een begrotingsonderdeel onder rubriek 4 „De Europese Unie als mondiale partner”. De belangrijkste beginselen wat de reserve voor spoedhulp betreft, zijn vastgelegd in Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (7) en het bedrag van de reserve en de voorwaarden voor het aanspreken ervan betreft zijn neergelegd in het Interinstitutioneel Akkoord (IIA) betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer van 17 mei 2006. Aangezien er geen belangen van derden rechtstreeks in het geding zijn, dienen deze laatste niet in een verordening te worden vervat.

(5)

Alle bepalingen van Verordening (EG) nr. 2040/2000 zijn bijgevolg verouderd.

(6)

Verordening (EG) nr. 2040/2000 moet derhalve worden ingetrokken,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 2040/2000 wordt met ingang van 1 januari 2007 ingetrokken.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Luxemburg, 22 oktober 2007.

Voor de Raad

De voorzitter

J. SILVA


(1)  Advies van 13 maart 2007 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(2)  PB C 8 van 12.1.2007, blz. 3.

(3)  PB L 244 van 29.9.2000, blz. 27.

(4)  PB C 172 van 18.6.1999, blz. 1.

(5)  PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1.

(6)  PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 378/2007 (PB L 95 van 5.4.2007, blz. 1).

(7)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, Euratom) nr. 1995/2006 (PB L 390 van 30.12.2006, blz. 1).


26.10.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 282/5


VERORDENING (EG) Nr. 1249/2007 VAN DE COMMISSIE

van 25 oktober 2007

tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 3223/94 van de Commissie van 21 december 1994 houdende uitvoeringsbepalingen van de invoerregeling voor groenten en fruit (1), en met name op artikel 4, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EG) nr. 3223/94 zijn op grond van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de periodes die in de bijlage bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

Op grond van de bovenvermelde criteria moeten de forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld op de in de bijlage bij deze verordening vermelde niveaus,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 3223/94 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 26 oktober 2007.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 25 oktober 2007.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 337 van 24.12.1994, blz. 66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 756/2007 (PB L 172 van 30.6.2007, blz. 41).


BIJLAGE

bij de verordening van de Commissie van 25 oktober 2007 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

MA

57,7

MK

35,2

ZZ

46,5

0707 00 05

EG

151,2

JO

190,9

MA

35,8

MK

45,9

TR

149,9

ZZ

114,7

0709 90 70

TR

124,8

ZZ

124,8

0805 50 10

AR

76,8

TR

88,5

UY

73,9

ZA

54,4

ZZ

73,4

0806 10 10

BR

246,8

MK

26,1

TR

124,5

US

212,4

ZZ

152,5

0808 10 80

AU

148,5

CL

161,2

MK

35,3

NZ

104,7

US

96,8

ZA

102,6

ZZ

108,2

0808 20 50

AR

49,1

CN

65,0

TR

124,4

ZZ

79,5


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „andere oorsprong”.


26.10.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 282/7


VERORDENING (EG) Nr. 1250/2007 VAN DE COMMISSIE

van 25 oktober 2007

tot vaststelling van de restituties bij uitvoer van witte en ruwe suiker in onveranderde vorm

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad van 20 februari 2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1), en met name op artikel 33, lid 2, tweede alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 32 van Verordening (EG) nr. 318/2006 is bepaald dat het verschil tussen de prijzen voor de in artikel 1, lid 1, onder b), van die verordening bedoelde producten op de wereldmarkt en op de interne markt mag worden overbrugd door een restitutie bij uitvoer.

(2)

Gezien de huidige situatie op de suikermarkt moeten derhalve uitvoerrestituties worden vastgesteld overeenkomstig de voorschriften en bepaalde criteria van de artikelen 32 en 33 van Verordening (EG) nr. 318/2006.

(3)

In artikel 33, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 318/2006 is bepaald dat de restitutie naar gelang van de bestemming kan variëren indien dat gezien de situatie op de wereldmarkt of de specifieke vereisten van bepaalde markten noodzakelijk is.

(4)

Alleen voor producten die tot het vrije verkeer in de Gemeenschap zijn toegelaten en voldoen aan de vereisten van Verordening (EG) nr. 318/2006, mogen restituties worden verleend.

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor suiker,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 32 van Verordening (EG) nr. 318/2006 bedoelde restituties worden verleend voor de producten en met toepassing van de bedragen die zijn vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 26 oktober 2007.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 25 oktober 2007.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 58 van 28.2.2006, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 247/2007 van de Commissie (PB L 69 van 9.3.2007, blz. 3).


BIJLAGE

Met ingang van 26 oktober 2007 geldende restituties bij uitvoer van witte en ruwe suiker in onveranderde vorm (1)

GN-code

Bestemming

Meeteenheid

Restitutiebedrag

1701 11 90 9100

S00

EUR/100 kg

28,57 (2)

1701 11 90 9910

S00

EUR/100 kg

28,57 (2)

1701 12 90 9100

S00

EUR/100 kg

28,57 (2)

1701 12 90 9910

S00

EUR/100 kg

28,57 (2)

1701 91 00 9000

S00

EUR/1 % sacharose × 100 kg nettoproduct

0,3106

1701 99 10 9100

S00

EUR/100 kg

31,06

1701 99 10 9910

S00

EUR/100 kg

31,06

1701 99 10 9950

S00

EUR/100 kg

31,06

1701 99 90 9100

S00

EUR/1 % sacharose × 100 kg nettoproduct

0,3106

NB: De bestemmingen zijn als volgt vastgesteld:

S00

alle bestemmingen met uitzondering van de volgende:

a)

derde landen: Albanië, Kroatië, Bosnië en Herzegovina, Montenegro, Servië, Kosovo, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Andorra, Liechtenstein, de Heilige Stoel (Staat Vaticaanstad);

b)

gebieden van lidstaten van de EU die niet tot het douanegebied van de Gemeenschap behoren: Gibraltar, Ceuta, Melilla, de gemeenten Livigno en Campione d'Italia, Helgoland, Groenland, de Faeröer en de gebieden van de Republiek Cyprus waarover de regering van de Republiek Cyprus niet feitelijk het gezag uitoefent.


(1)  De in deze bijlage vastgestelde restituties zijn niet van toepassing met ingang van 1 februari 2005 overeenkomstig Besluit 2005/45/EG van de Raad van 22 december 2004 betreffende het sluiten en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat tot wijziging van de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat van 22 juli 1972, wat de bepalingen betreffende verwerkte landbouwproducten betreft (PB L 23 van 26.1.2005, blz. 17).

(2)  Dit bedrag geldt voor ruwe suiker met een rendement van 92 %. Indien het rendement van de geëxporteerde ruwe suiker afwijkt van 92 %, wordt het bedrag van de toe te passen restitutie voor elke betrokken uitvoertransactie vermenigvuldigd met een omrekeningsfactor die wordt verkregen door het overeenkomstig bijlage I, punt III, punt 3, van Verordening (EG) nr. 318/2006 berekende rendement van de geëxporteerde ruwe suiker te delen door 92.


26.10.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 282/9


VERORDENING (EG) Nr. 1251/2007 VAN DE COMMISSIE

van 25 oktober 2007

tot vaststelling van de restituties bij uitvoer van stropen en bepaalde andere producten van de suikersector in ongewijzigde staat

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad van 20 februari 2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1), en met name op artikel 33, lid 2, tweede alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 32 van Verordening (EG) nr. 318/2006 is bepaald dat het verschil tussen de prijzen voor de in artikel 1, lid 1, onder c), d) en g), van die verordening bedoelde producten op de wereldmarkt en op de interne markt mag worden overbrugd door een restitutie bij uitvoer.

(2)

Gezien de huidige situatie op de suikermarkt moeten derhalve uitvoerrestituties worden vastgesteld overeenkomstig de regels en bepaalde criteria van de artikelen 32 en 33 van Verordening (EG) nr. 318/2006.

(3)

In artikel 33, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 318/2006 is bepaald dat de restitutie naar gelang van de bestemming kan variëren indien dat gezien de situatie op de wereldmarkt of de specifieke vereisten van bepaalde markten noodzakelijk is.

(4)

Er mogen alleen restituties worden verleend voor producten die tot het vrije verkeer in de Gemeenschap zijn toegelaten en voldoen aan de vereisten van Verordening (EG) nr. 951/2006 van de Commissie van 30 juni 2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 318/2006 wat de handel met derde landen in de suikersector betreft (2).

(5)

Om het verschil in concurrentievermogen tussen de communautaire uitvoer en die uit derde landen te overbruggen, kunnen uitvoerrestituties worden vastgesteld. De communautaire uitvoer naar bepaalde nabije bestemmingen en derde landen die voor communautaire producten een preferentiële behandeling toekennen, bevindt zich momenteel in een bijzonder gunstige concurrentiepositie. Restituties voor uitvoer naar deze bestemmingen moeten derhalve worden afgeschaft.

(6)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor suiker,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   De in artikel 32 van Verordening (EG) nr. 318/2006 bedoelde uitvoerrestituties worden toegekend voor de producten en met toepassing van de bedragen die zijn vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening, op voorwaarde dat aan het bepaalde in lid 2 van het onderhavige artikel wordt voldaan.

2.   Alleen producten die voldoen aan de desbetreffende vereisten van de artikelen 3 en 4 van Verordening (EG) nr. 951/2006 komen in aanmerking voor de in lid 1 van de onderhavige verordening bedoelde restituties.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 26 oktober 2007.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 25 oktober 2007.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 58 van 28.2.2006, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 247/2007 van de Commissie (PB L 69 van 9.3.2007, blz. 3).

(2)  PB L 178 van 1.7.2006, blz. 24. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2031/2006 (PB L 414 van 30.12.2006, blz. 43).


BIJLAGE

Met ingang van 26 oktober 2007 geldende restituties bij uitvoer van stropen en bepaalde andere producten van de suikersector in onveranderde vorm (1)

GN-code

Bestemming

Meeteenheid

Restitutiebedrag

1702 40 10 9100

S00

EUR/100 kg droge stof

31,06

1702 60 10 9000

S00

EUR/100 kg droge stof

31,06

1702 60 95 9000

S00

EUR/1 % sacharose × 100 kg nettoproduct

0,3106

1702 90 30 9000

S00

EUR/100 kg droge stof

31,06

1702 90 60 9000

S00

EUR/1 % sacharose × 100 kg nettoproduct

0,3106

1702 90 71 9000

S00

EUR/1 % sacharose × 100 kg nettoproduct

0,3106

1702 90 99 9900

S00

EUR/1 % sacharose × 100 kg nettoproduct

0,3106 (2)

2106 90 30 9000

S00

EUR/100 kg droge stof

31,06

2106 90 59 9000

S00

EUR/1 % sacharose × 100 kg nettoproduct

0,3106

NB: De bestemmingen zijn als volgt vastgesteld:

S00

alle bestemmingen met uitzondering van de volgende:

a)

derde landen: Albanië, Kroatië, Bosnië en Herzegovina, Montenegro, Servië, Kosovo, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Andorra, Liechtenstein, de Heilige Stoel (Staat Vaticaanstad);

b)

gebieden van lidstaten van de EU die niet tot het douanegebied van de Gemeenschap behoren: Gibraltar, Ceuta, Melilla, de gemeenten Livigno en Campione d'Italia, Helgoland, Groenland, de Faeröer en de gebieden van de Republiek Cyprus waarover de regering van de Republiek Cyprus niet feitelijk het gezag uitoefent.


(1)  De in deze bijlage vastgestelde restituties zijn niet van toepassing met ingang van 1 februari 2005 overeenkomstig Besluit 2005/45/EG van de Raad van 22 december 2004 betreffende het sluiten en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat tot wijziging van de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat van 22 juli 1972, wat de bepalingen betreffende verwerkte landbouwproducten betreft (PB L 23 van 26.1.2005, blz. 17).

(2)  Het basisbedrag is niet van toepassing op het in de bijlage, punt 2, van Verordening (EEG) nr. 3513/92 van de Commissie (PB L 355 van 5.12.1992, blz. 12) bedoelde product.


26.10.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 282/11


VERORDENING (EG) Nr. 1252/2007 VAN DE COMMISSIE

van 25 oktober 2007

tot vaststelling van de maximumrestitutie bij uitvoer van witte suiker in het kader van de in Verordening (EG) nr. 900/2007 bedoelde permanente inschrijving

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad van 20 februari 2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1), en met name op artikel 33, lid 2, tweede alinea en derde alinea, onder b),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens Verordening (EG) nr. 900/2007 van de Commissie van 27 juli 2007 betreffende een permanente inschrijving voor de vaststelling van restituties bij uitvoer van witte suiker voor het verkoopseizoen 2007/2008 (2) moeten deelinschrijvingen worden gehouden.

(2)

Op grond van artikel 8, lid 1, van Verordening (EG) nr. 900/2007 en op grond van het onderzoek van de biedingen voor de op 25 oktober 2007 verstrijkende deelinschrijving, dient de maximumrestitutie bij uitvoer in het kader van die deelinschrijving te worden vastgesteld.

(3)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor suiker,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De maximumrestitutie bij uitvoer van het in artikel 1, lid 1, van Verordening (EG) nr. 900/2007 bedoelde product wordt voor de op 25 oktober 2007 verstrijkende deelinschrijving vastgesteld op 36,062 EUR/100 kg.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 26 oktober 2007.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 25 oktober 2007.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 58 van 28.2.2006, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 247/2007 van de Commissie (PB L 69 van 9.3.2007, blz. 3).

(2)  PB L 196 van 28.7.2007, blz. 26.


26.10.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 282/12


VERORDENING (EG) Nr. 1253/2007 VAN DE COMMISSIE

van 25 oktober 2007

tot vaststelling van de maximumrestitutie bij uitvoer van witte suiker in het kader van de in Verordening (EG) nr. 1060/2007 bedoelde permanente inschrijving

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad van 20 februari 2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1), en met name op artikel 33, lid 2, tweede alinea en derde alinea, onder b),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens Verordening (EG) nr. 1060/2007 van de Commissie van 14 september 2007 met betrekking tot de opening van een permanente openbare inschrijving voor de verkoop voor uitvoer van suiker uit de voorraden van de interventiebureaus van België, Tsjechië, Spanje, Ierland, Italië, Hongarije, Polen, Slowakije en Zweden (2) moeten deelinschrijvingen worden gehouden.

(2)

Op grond van artikel 4, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1060/2007 en op grond van het onderzoek van de biedingen voor de op 24 oktober 2007 verstrijkende deelinschrijving, dient de maximumrestitutie bij uitvoer in het kader van die deelinschrijving te worden vastgesteld.

(3)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor suiker,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De maximumrestitutie bij uitvoer van het in artikel 1, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1060/2007 bedoelde product wordt voor de op 24 oktober 2007 verstrijkende deelinschrijving vastgesteld op 436,40 EUR/t.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 26 oktober 2007.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 25 oktober 2007.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 58 van 28.2.2006, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 247/2007 van de Commissie (PB L 69 van 9.3.2007, blz. 3).

(2)  PB L 242 van 15.9.2007, blz. 8.


26.10.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 282/13


VERORDENING (EG) Nr. 1254/2007 VAN DE COMMISSIE

van 25 oktober 2007

tot vaststelling van de restituties bij uitvoer van op basis van granen en rijst verwerkte producten

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), inzonderheid op artikel 13, lid 3,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1785/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening van de rijstmarkt (2), inzonderheid op artikel 14, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Volgens artikel 13 van Verordening (EG) nr. 1784/2003 en artikel 14 van Verordening (EG) nr. 1785/2003 kan het verschil tussen de noteringen of de prijzen op de wereldmarkt voor de in artikel 1 van deze verordeningen genoemde producten en de prijzen van deze producten in de Gemeenschap worden overbrugd door een restitutie bij de uitvoer.

(2)

Krachtens artikel 14 van Verordening (EG) nr. 1785/2003 moeten de restituties worden vastgesteld met inachtneming van de bestaande situatie en de vooruitzichten voor de ontwikkeling, enerzijds van de beschikbare hoeveelheden granen, rijst en breukrijst, evenals van hun prijzen op de markt van de Gemeenschap, en anderzijds van de prijzen van granen, rijst en breukrijst en de producten in de sector granen op de wereldmarkt. Krachtens deze artikelen moeten ook waarborgen worden geschapen dat op de graan- en rijstmarkten een evenwichtige toestand heerst en een natuurlijke ontwikkeling op het gebied van de prijzen en de handel plaatsvindt en moet bovendien rekening worden gehouden met het economische aspect van de bedoelde uitvoer en de noodzaak verstoringen op de markt van de Gemeenschap te vermijden.

(3)

Verordening (EG) nr. 1518/95 van de Commissie (3) betreffende de regeling voor de invoer en de uitvoer van op basis van granen en rijst verwerkte producten heeft in artikel 2 de specifieke criteria vastgesteld waarmee rekening moet worden gehouden voor de berekening van de restitutie voor deze producten.

(4)

Het is wenselijk de aan bepaalde verwerkte producten toe te kennen restitutie, al naar gelang van het product, hoger of lager vast te stellen volgens het asgehalte, het gehalte aan ruwe celstof, het gehalte aan doppen, het eiwitgehalte, het vetgehalte of het zetmeelgehalte, daar deze gehaltes van bijzondere betekenis zijn voor de hoeveelheid basisproduct die werkelijk voor de vervaardiging van het verwerkte product is gebruikt.

(5)

Ten aanzien van maniokwortel en andere tropische wortels en knollen en het daarvan vervaardigde meel behoeft het economische aspect van de uitvoeren die zouden kunnen worden overwogen, in het bijzonder gezien de aard en de herkomst van deze producten, op het ogenblik geen vaststelling van een restitutie bij uitvoer. Voor bepaalde verwerkte producten is het, gezien het geringe aandeel van de Gemeenschap aan de wereldhandel, op het ogenblik niet noodzakelijk een restitutie bij uitvoer vast te stellen.

(6)

De situatie op de wereldmarkt of de specifieke eisen van bepaalde markten voor zekere producten kunnen een differentiatie van de restitutie, naar gelang van de bestemming, nodig maken.

(7)

De restitutie moet eenmaal per maand worden vastgesteld. Zij kan in de tussentijd worden gewijzigd.

(8)

Bepaalde verwerkte producten op basis van maïs kunnen een warmtebehandeling ondergaan, waardoor een restitutie zou kunnen worden uitgekeerd die niet overeenstemt met de kwaliteit van het product. Duidelijk moet worden aangegeven dat deze producten, die voorgegelatineerd zetmeel bevatten, niet in aanmerking komen voor uitvoerrestituties.

(9)

Het Comité van beheer voor granen heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De restituties bij uitvoer van de in artikel 1 bedoelde producten van Verordening (EG) nr. 1518/95 van toepassing is, worden vastgesteld in overeenstemming met de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 26 oktober 2007.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 25 oktober 2007.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1154/2005 van de Commissie (PB L 187 van 19.7.2005, blz. 11).

(2)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 96. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1549/2004 van de Commissie (PB L 280 van 31.8.2004, blz. 13).

(3)  PB L 147 van 30.6.1995, blz. 55. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2993/95 (PB L 312 van 23.12.1995, blz. 25).


BIJLAGE

bij de verordening van de Commissie van 25 oktober 2007 tot vaststelling van de restituties bij uitvoer van op basis van granen en rijst verwerkte producten

Productcode

Bestemming

Meeteenheid

Bedrag van de restitutie

1102 20 10 9200 (1)

C10

EUR/t

0,92

1102 20 10 9400 (1)

C10

EUR/t

0,79

1102 20 90 9200 (1)

C10

EUR/t

0,79

1102 90 10 9100

C10

EUR/t

0,00

1102 90 10 9900

C10

EUR/t

0,00

1102 90 30 9100

C10

EUR/t

0,00

1103 19 40 9100

C10

EUR/t

0,00

1103 13 10 9100 (1)

C10

EUR/t

1,19

1103 13 10 9300 (1)

C10

EUR/t

0,92

1103 13 10 9500 (1)

C10

EUR/t

0,79

1103 13 90 9100 (1)

C10

EUR/t

0,79

1103 19 10 9000

C10

EUR/t

0,00

1103 19 30 9100

C10

EUR/t

0,00

1103 20 60 9000

C10

EUR/t

0,00

1103 20 20 9000

C10

EUR/t

0,00

1104 19 69 9100

C10

EUR/t

0,00

1104 12 90 9100

C10

EUR/t

0,00

1104 12 90 9300

C10

EUR/t

0,00

1104 19 10 9000

C10

EUR/t

0,00

1104 19 50 9110

C10

EUR/t

1,06

1104 19 50 9130

C10

EUR/t

0,86

1104 29 01 9100

C10

EUR/t

0,00

1104 29 03 9100

C10

EUR/t

0,00

1104 29 05 9100

C10

EUR/t

0,00

1104 29 05 9300

C10

EUR/t

0,00

1104 22 20 9100

C10

EUR/t

0,00

1104 22 30 9100

C10

EUR/t

0,00

1104 23 10 9100

C10

EUR/t

0,99

1104 23 10 9300

C10

EUR/t

0,76

1104 29 11 9000

C10

EUR/t

0,00

1104 29 51 9000

C10

EUR/t

0,00

1104 29 55 9000

C10

EUR/t

0,00

1104 30 10 9000

C10

EUR/t

0,00

1104 30 90 9000

C10

EUR/t

0,17

1107 10 11 9000

C10

EUR/t

0,00

1107 10 91 9000

C10

EUR/t

0,00

1108 11 00 9200

C10

EUR/t

0,00

1108 11 00 9300

C10

EUR/t

0,00

1108 12 00 9200

C10

EUR/t

1,06

1108 12 00 9300

C10

EUR/t

1,06

1108 13 00 9200

C10

EUR/t

1,06

1108 13 00 9300

C10

EUR/t

1,06

1108 19 10 9200

C10

EUR/t

0,00

1108 19 10 9300

C10

EUR/t

0,00

1109 00 00 9100

C10

EUR/t

0,00

1702 30 51 9000 (2)

C10

EUR/t

1,03

1702 30 59 9000 (2)

C10

EUR/t

0,79

1702 30 91 9000

C10

EUR/t

1,03

1702 30 99 9000

C10

EUR/t

0,79

1702 40 90 9000

C10

EUR/t

0,79

1702 90 50 9100

C10

EUR/t

1,03

1702 90 50 9900

C10

EUR/t

0,79

1702 90 75 9000

C10

EUR/t

1,08

1702 90 79 9000

C10

EUR/t

0,75

2106 90 55 9000

C14

EUR/t

0,79

NB: De codes van de producten en de codes van de bestemmingen serie „A” zijn vastgesteld in de gewijzigde Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie (PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1).

De numerieke codes voor de bestemmingen zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 2081/2003 (PB L 313 van 28.11.2003, blz. 11).

De andere bestemmingen zijn als volgt gedefinieerd:

C10

:

Alle bestemmingen

C14

:

Alle bestemmingen, uitgezonderd Zwitserland en Liechtenstein.


(1)  Er worden geen restituties toegekend voor producten die een warmtebehandeling hebben ondergaan waardoor het zetmeel is voorgegelatineerd.

(2)  De restituties worden toegekend overeenkomstig de gewijzigde Verordening (EEG) nr. 2730/75 van de Raad (PB L 281 van 1.11.1975, blz. 20).

NB: De codes van de producten en de codes van de bestemmingen serie „A” zijn vastgesteld in de gewijzigde Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie (PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1).

De numerieke codes voor de bestemmingen zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 2081/2003 (PB L 313 van 28.11.2003, blz. 11).

De andere bestemmingen zijn als volgt gedefinieerd:

C10

:

Alle bestemmingen

C14

:

Alle bestemmingen, uitgezonderd Zwitserland en Liechtenstein.


26.10.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 282/16


VERORDENING (EG) Nr. 1255/2007 VAN DE COMMISSIE

van 25 oktober 2007

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 874/2004 tot vaststelling van regels met betrekking tot het overheidsbeleid voor de toepassing en werking van het .eu-topniveaudomein en de beginselen inzake registratie

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 733/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 22 april 2002 betreffende de invoering van het .eu-topniveaudomein (1), en met name op artikel 5, lid 1,

Na raadpleging van het register overeenkomstig artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 733/2002,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 874/2004 van de Commissie van 28 april 2004 (2) strekt tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 733/2002 door de vaststelling van de regels met betrekking tot het overheidsbeleid voor de toepassing en werking van het .eu-topniveaudomein en de beginselen inzake registratie.

(2)

Artikel 8 van Verordening (EG) nr. 874/2004 strekt tot uitvoering van de regels met betrekking tot het overheidsbeleid voor geografische begrippen door een procedure vast te stellen waardoor de lidstaten, de kandidaat-lidstaten en alle lidstaten van de Europese Economische Ruimte de registratie of reservering van hun naam door hun nationale regeringen kunnen verlangen. Om deze doelstelling te verwezenlijken en teneinde de geopolitieke en taalkundige verscheidenheid van de Europese Unie en de belangen van zowel de lidstaten als de Europese burgers volledig te waarborgen is Verordening (EG) nr. 874/2004 op 10 oktober 2005 gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1654/2005 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 874/2004 tot vaststelling van regels met betrekking tot het overheidsbeleid voor de toepassing en werking van het .eu-topniveaudomein en de beginselen inzake registratie. Bij artikel 1, onder 3), van Verordening (EG) nr. 1654/2005 is een bijlage toegevoegd met een lijst van namen die voor elke lidstaat voor registratie worden gereserveerd en een lijst met namen die kunnen worden gereserveerd door bepaalde derde landen, zoals landen die kandidaat zijn voor toetreding tot de Europese Unie.

(3)

Op 1 januari 2007 zijn Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie toegetreden. Bulgarije en Roemenië dienen dan ook de mogelijkheid te hebben om de domeinnamen te registreren die overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EG) nr. 874/2004 voor hen zijn gereserveerd. Om te waarborgen dat het juridisch duidelijk is dat deze twee lidstaten deze mogelijkheid hebben, dient de bijlage bij Verordening (EG) nr. 874/2004 te worden gewijzigd.

(4)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor communicatie, dat is ingesteld bij artikel 22, lid 1, van Richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten (Kaderrichtlijn) (3),

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlage van Verordening (EG) nr. 874/2004 van de Commissie wordt vervangen door de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 25 oktober 2007.

Voor de Commissie

Viviane REDING

Lid van de Commissie


(1)  PB L 113 van 30.4.2002, blz. 1.

(2)  PB L 162 van 30.4.2004, blz. 40. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1654/2005 (PB L 266 van 11.10.2005, blz. 35).

(3)  PB L 108 van 24.4.2002, blz. 33. Richtlijn gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 717/2007 (PB L 171 van 29.6.2007, blz. 32).


BIJLAGE

1.   Lijst van namen per land en van de landen die deze kunnen registreren

OOSTENRIJK

1.

österreich

2.

oesterreich

3.

republik-österreich

4.

republik-oesterreich

5.

afstria

6.

dimokratia-afstria

7.

østrig

8.

republikken-østrig

9.

oestrig

10.

austria

11.

republic-austria

12.

república-austria

13.

autriche

14.

république-autriche

15.

oostenrijk

16.

republiek-oostenrijk

17.

república-austria

18.

itävalta

19.

itävallan-tasavalta

20.

itaevalta

21.

österrike

22.

oesterrike

23.

republik-österrike

24.

rakousko

25.

republika-rakousko

26.

repubblica-austria

27.

austrija

28.

republika-austrija

29.

respublika-austrija

30.

ausztria

31.

Osztrák-Köztársaság

32.

Republika-Austriacka

33.

rakúsko

34.

republika-rakúsko

35.

avstrija

36.

republika-avstrija

37.

awstrija

38.

republika-awstrija

39.

republikösterreich

40.

republikoesterreich

41.

dimokratiaafstria

42.

republikkenøstrig

43.

republicaustria

44.

repúblicaaustria

45.

républiqueautriche

46.

repubblicaaustria

47.

republiekoostenrijk

48.

repúblicaaustria

49.

tasavaltaitävalta

50.

republikösterrike

51.

republikarakousko

52.

republikaaustrija

53.

respublikaaustrija

54.

OsztrákKöztársaság

55.

RepublikaAustriacka

56.

republikarakúsko

57.

republikaavstrija

58.

republikaawstrija

59.

aostria

60.

vabariik-aostria

61.

vabariikaostria

BELGIË

1.

belgie

2.

belgië

3.

belgique

4.

belgien

5.

belgium

6.

bélgica

7.

belgica

8.

belgio

9.

belgia

10.

belgija

11.

vlaanderen

12.

wallonie

13.

wallonië

14.

brussel

15.

vlaamse-gemeenschap

16.

franse-gemeenschap

17.

duitstalige-gemeenschap

18.

vlaams-gewest

19.

waals-gewest

20.

brussels-hoofdstedelijk-gewest

21.

flandre

22.

bruxelles

23.

communauté-flamande

24.

communaute-flamande

25.

communauté-française

26.

communaute-francaise

27.

communaute-germanophone

28.

communauté-germanophone

29.

région-flamande

30.

region-flamande

31.

région-wallonne

32.

region-wallonne

33.

région-de-bruxelles-capitale

34.

region-de-bruxelles-capitale

35.

flandern

36.

wallonien

37.

bruessel

38.

brüssel

39.

flaemische-gemeinschaft

40.

flämische-gemeinschaft

41.

franzoesische-gemeinschaft

42.

französische-gemeinschaft

43.

deutschsprachige-gemeinschaft

44.

flaemische-region

45.

flämische-region

46.

wallonische-region

47.

region-bruessel-hauptstadt

48.

region-brüssel-hauptstadt

49.

flanders

50.

wallonia

51.

brussels

52.

flemish-community

53.

french-community

54.

german-speaking-community

55.

flemish-region

56.

walloon-region

57.

brussels-capital-region

58.

flandes

59.

valonia

60.

bruselas

61.

comunidad-flamenca

62.

comunidad-francesa

63.

comunidad-germanófona

64.

comunidad-germanofona

65.

region-flamenca

66.

región-flamenca

67.

region-valona

68.

región-valona

69.

region-de-bruselas-capital

70.

región-de-bruselas-capital

71.

fiandre

72.

vallonia

73.

communita-fiamminga

74.

communità-fiamminga

75.

communita-francese

76.

communità-francese

77.

communita-di-lingua-tedesca

78.

communità-di-lingua-tedesca

79.

regione-fiamminga

80.

regione-vallona

81.

regione-di-bruxelles-capitale

82.

flandres

83.

bruxelas

84.

comunidade-flamenga

85.

comunidade-francofona

86.

comunidade-germanofona

87.

regiao-flamenga

88.

região-flamenga

89.

regiao-vala

90.

região-vala

91.

regiao-de-bruxelas-capital

92.

região-de-bruxelas-capital

93.

vallonien

94.

bryssel

95.

flamlaendskt-spraakomraade

96.

fransktalande-spraakomraade

97.

tysktalande-spraakomraade

98.

flamlaendska-regionen

99.

vallonska-regionen

100.

bryssel-huvustad

101.

det-flamske-sprogsamfund

102.

det-franske-sprogsamfund

103.

det-tysktalende-sprogsamfund

104.

den-flamske-region

105.

den-vallonske-region

106.

regionen-bruxelles-hovedstadsomraadet

107.

flanderi

108.

flaaminkielinen-yhteiso

109.

ranskankielinen-yhteiso

110.

saksankielinen-yhteiso

111.

flanderin-alue

112.

vallonian-alue

113.

brysselin-alue

114.

flandry

115.

valonsko

116.

brusel

117.

vlamske-spolecenstvi

118.

francouzske-spolecenstvi

119.

germanofonni-spolecenstvi

120.

vlamsky-region

121.

valonsky-region

122.

region-brusel

123.

flandrija

124.

valonija

125.

bruselj

126.

flamska-skupnost

127.

frankofonska-skupnost

128.

germanofonska-skupnost

129.

flamska-regija

130.

valonska-regija

131.

regija-bruselj

BULGARIJE

1.

българия

2.

bulgaria

3.

bulharsko

4.

bulgarien

5.

bulgaaria

6.

βουλγαρία

7.

bulgarie

8.

bulgarija

9.

bulgarije

10.

bolgarija

11.

republicofbulgaria

12.

the-republic-of-bulgaria

13.

the_republic_of_bulgaria

14.

republic-of-bulgaria

15.

republic_of_bulgaria

16.

republicbulgaria

17.

republic-bulgaria

18.

republic_bulgaria

19.

repubblicadibulgaria

20.

repubblica-di-bulgaria

21.

repubblica_di_bulgaria

22.

repubblicabulgaria

23.

repubblica-bulgaria

24.

repubblica_bulgaria

25.

republikbulgarien

26.

republik-bulgarien

27.

republik_bulgarien

28.

bulgaariavabariik

29.

bulgaaria-vabariik

30.

bulgaaria_vabariik

31.

δημοκρατιατησβουλγαριας

32.

δημοκρατια-της-βουλγαριας

33.

δημοκρατια_της_βουλγαριας

34.

republiekbulgarije

35.

republiek-bulgarije

36.

republiek_bulgarije

37.

republikabolgarija

38.

republika-bolgarija

39.

republika_bolgarija

40.

republikabulgaria

41.

republika-bulgaria

42.

republika_bulgaria

43.

bulharskarepublica

44.

bulharska-republica

45.

bulharska_republica

46.

republiquebulgarie

47.

republique-bulgarie

48.

republique_bulgarie

49.

republicabulgarija

50.

republica-bulgārija

51.

republica_bulgārija

52.

repúblikabulgária

53.

repúblika-bulgária

54.

repúblika_bulgária

55.

repúblicabulgaria

56.

república-bulgaria

57.

república_bulgaria

58.

bulgarja

59.

bălgarija

60.

bulgariantasavalta

61.

bulgarian-tasavalta

62.

bulgarian_tasavalta

63.

republikenbulgarien

64.

republiken-bulgarien

65.

republiken_bulgarien

66.

repulicabulgaria

67.

repulica-bulgaria

68.

repulica_bulgaria

69.

köztársaságbulgária

70.

köztársaság-bulgária

71.

köztársaság_bulgária

CYPRUS

1.

cypern

2.

cyprus

3.

cyprus

4.

kypros

5.

chypre

6.

zypern

7.

κυπρος

8.

cipro

9.

chipre

10.

chipre

11.

cypern

12.

anchipír

13.

kypr

14.

küpros

15.

ciprus

16.

kipras

17.

kipra

18.

ćipru

19.

cypr

20.

ciper

21.

cyprus

22.

kibris

23.

republikkencypern

24.

republiekcyprus

25.

republicofcyprus

26.

kyproksentasavalta

27.

republiquedechypre

28.

republikzypern

29.

κυπριακηδημοκρατια

30.

repubblicadicipro

31.

republicadechipre

32.

republicadechipre

33.

cypernsrepublik

34.

poblachtnacipíre

35.

kyperskarepublika

36.

küprosevabariik

37.

ciprusiköztàrsasàg

38.

kiprorespublika

39.

kiprasrepublika

40.

republikata’ćipru

41.

republikacypryjska

42.

republikaciper

43.

cyperskarepublika

44.

kibriscumhuriyeti

TSJECHIË

1.

ceska-republika

2.

den-tjekkiske-republik

3.

tschechische-republik

4.

tsehhi-vabariik

5.

τσεχικη-δημοκρατια

6.

czech-republic

7.

repulica-checa

8.

republique-tcheque

9.

repubblica-ceca

10.

cehijas-republika

11.

cekijos-respublika

12.

cseh-koztarsasag

13.

repubblica-ceka

14.

tsjechische-republiek

15.

republika-czeska

16.

republica-checa

17.

ceska-republika

18.

ceska-republika

19.

tsekin-tasavalta

20.

tjeckiska-republiken

21.

ceskarepublika

22.

dentjekkiskerepublik

23.

tschechischerepublik

24.

tsehhivabariik

25.

τσεχικηδημοκρατια

26.

czechrepublic

27.

repulicacheca

28.

republiquetcheque

29.

repubblicaceca

30.

cehijasrepublika

31.

cekijosrespublika

32.

csehkoztarsasag

33.

repubblicaceka

34.

tsjechischerepubliek

35.

republikaczeska

36.

republicacheca

37.

ceskarepublika

38.

ceskarepublika

39.

tsekintasavalta

40.

tjeckiskarepubliken

41.

czech

42.

cesko

43.

tjekkiet

44.

tschechien

45.

tsehhi

46.

τσεχια

47.

czechia

48.

chequia

49.

tchequie

50.

cechia

51.

cehija

52.

cekija

53.

csehorszag

54.

tsjechie

55.

czechy

56.

chequia

57.

ceska

58.

tsekinmaa

59.

tjeckien

60.

cechy

61.

česka-republika

62.

tsehhi-vabariik

63.

republica-checa

64.

republique-tcheque

65.

čehijas-republika

66.

cseh-köztarsasag

67.

republica-checa

68.

česka-republika

69.

českarepublika

70.

tsehhivabariik

71.

republicacheca

72.

republiquetcheque

73.

čehijasrepublika

74.

csehköztarsasag

75.

republicacheca

76.

českarepublika

77.

česko

78.

tsjechië

79.

tsehhi

80.

chequia

81.

tchequie

82.

čehija

83.

csehorszag

84.

česka

85.

čechy

DENEMARKEN

1.

danemark

2.

denemarken

3.

danmark

4.

denmark

5.

tanska

6.

δανία

7.

danimarca

8.

dinamarca

9.

dänemark

10.

dánsko

11.

taani

12.

danija

13.

dānija

14.

id-danimarka

15.

dania

16.

danska

17.

dánia

ESTLAND

1.

eesti

2.

estija

3.

estland

4.

estonia

5.

estónia

6.

estonie

7.

estonija

8.

estonja

9.

εσθονία

10.

igaunija

11.

viro

FINLAND

1.

suomi

2.

finland

3.

finska

4.

finskó

5.

finlândia

6.

finlandia

7.

finlandja

8.

finnország

9.

suomija

10.

somija

11.

finlande

12.

φινλανδία

13.

soomi

14.

finnland

15.

finsko

FRANKRIJK

1.

francia

2.

francie

3.

frankrig

4.

frankreich

5.

prantsusmaa

6.

γαλλια

7.

gallia

8.

france

9.

france

10.

francia

11.

francija

12.

prancūzija

13.

prancuzija

14.

franciaország

15.

franciaorszag

16.

franza

17.

frankrijk

18.

francja

19.

frança

20.

francúzsko

21.

francuzsko

22.

francija

23.

ranska

24.

frankrike

25.

französischerepublik

26.

französische-republik

27.

französische_republik

28.

franzosischerepublik

29.

franzosische-republik

30.

franzosische_republik

31.

franzoesischerepublik

32.

franzoesische-republik

33.

franzoesische_republik

34.

frenchrepublic

35.

french-republic

36.

french_republic

37.

republiquefrançaise

38.

republique-française

39.

republique_française

40.

républiquefrançaise

41.

république-française

42.

république_française

43.

republiquefrancaise

44.

republique-francaise

45.

republique_francaise

46.

républiquefrancaise

47.

république-francaise

48.

république_francaise

49.

alsace

50.

auvergne

51.

aquitaine

52.

basse-normandie

53.

bassenormandie

54.

bourgogne

55.

bretagne

56.

centre

57.

champagne-ardenne

58.

champagneardenne

59.

corse

60.

franche-comte

61.

franche-comté

62.

franchecomte

63.

franchecomté

64.

haute-normandie

65.

hautenormandie

66.

ile-de-France

67.

île-de-France

68.

iledeFrance

69.

îledeFrance

70.

languedoc-roussillon

71.

languedocroussillon

72.

limousin

73.

lorraine

74.

midi-pyrenees

75.

midi-pyrénées

76.

midipyrenees

77.

midipyrénées

78.

nord-pas-de-calais

79.

nordpasdecalais

80.

paysdelaloire

81.

pays-de-la-loire

82.

picardie

83.

poitou-charentes

84.

poitoucharentes

85.

provence-alpes-cote-d-azur

86.

provence-alpes-côte-d-azur

87.

provencealpescotedazur

88.

provencealpescôtedazur

89.

rhone-alpes

90.

rhône-alpes

91.

rhonealpes

92.

rhônealpes

93.

guadeloupe

94.

guyane

95.

martinique

96.

reunion

97.

réunion

98.

mayotte

99.

saint-pierre-et-miquelon

100.

saintpierreetmiquelon

101.

polynesie-française

102.

polynésie-française

103.

polynesie-francaise

104.

polynésie-francaise

105.

polynesiefrançaise

106.

polynésiefrançaise

107.

polynesiefrancaise

108.

polynésiefrancaise

109.

nouvelle-caledonie

110.

nouvelle-calédonie

111.

nouvellecaledonie

112.

nouvellecalédonie

113.

wallis-et-futuna

114.

wallisetfutuna

115.

terres-australes-et-antarctiques-françaises

116.

terres-australes-et-antarctiques-françaises

117.

terresaustralesetantarctiquesfrançaises

118.

terresaustralesetantarctique-françaises

119.

saint-barthélémy

120.

saintbarthélémy

121.

saint-barthelemy

122.

saintbarthelemy

123.

saint-martin

124.

saintmartin

DUITSLAND

1.

deutschland

2.

federalrepublicofgermany

3.

bundesrepublik-deutschland

4.

bundesrepublikdeutschland

5.

allemagne

6.

republiquefederaled'allemagne

7.

alemanna

8.

repúblicafederaldealemania

9.

germania

10.

repubblicafederaledigermania

11.

germany

12.

federalrepublicofgermany

13.

tyskland

14.

forbundsrepublikkentyskland

15.

duitsland

16.

bondsrepubliekduitsland

17.

nemecko

18.

spolkovárepublikanemecko

19.

alemanha

20.

republicafederaldaalemanha

21.

niemczech

22.

republikafederalnaniemiec

23.

németország

24.

németországiszövetségiköztársaság

25.

vokietijos

26.

vokietijosfederacinerespublika

27.

vacija

28.

vacijasfederativarepublika

29.

däitschland

30.

bundesrepublikdäitschland

31.

germanja

32.

repubblikafederalitagermanja

33.

gearmaine

34.

poblachtchnaidhmenagearmaine

35.

saksamaa

36.

saksamaaliitvabariik

37.

nemcija

38.

zweznarepublikanemcija

39.

γερμανία

40.

saksa

41.

saksanliittotasavalta

42.

Baden-Württemberg

43.

Bavaria

44.

Bayern

45.

Berlin

46.

Brandenburg

47.

Bremen

48.

Hamburg

49.

Hessen

50.

Lower-Saxony

51.

Mecklenburg-Western-Pomerania

52.

Mecklenburg-Vorpommern

53.

niedersachsen

54.

nordrhein-Westfalen

55.

northrhine-Westphalia

56.

Rheinland-Pfalz

57.

Rhineland-Palatinate

58.

Saarland

59.

Sachsen

60.

Sachsen-Anhalt

61.

Saxony

62.

Saxony-Anhalt

63.

Schleswig-Holstein

64.

Thüringen

65.

Thuringia

66.

Baden-Wuerttemberg

67.

bade-wurtemberg

68.

le-bade-wurtemberg

69.

Baden-Wurttemberg

70.

BadenWürttemberg

71.

BadenWuerttemberg

72.

badewurtemberg

73.

lebadewurtemberg

74.

BadenWurttemberg

75.

Baviera

76.

Bavière

77.

Freistaat-Bayern

78.

FreistaatBayern

79.

Free-State-of-Bavaria

80.

Stato-Libero-di-Baviera

81.

Etat-Libre-Bavière

82.

Brandebourg

83.

Brandeburgo

84.

Brandenburgii

85.

freieundhansestadthamburg

86.

freie-und-hansestadt-hamburg

87.

freiehansestadthamburg

88.

freie-hansestadt-hamburg

89.

hansestadt-hamburg

90.

hansestadthamburg

91.

stadthamburg

92.

stadt-hamburg

93.

hamburg-stadt

94.

hamburg

95.

landhamburg

96.

land-hamburg

97.

hamburku

98.

hampuriin

99.

hamborg

100.

hamburgo

101.

hambourg

102.

amburgo

103.

hamburgu

104.

hanbao

105.

hamburuku

106.

hamburk

107.

hesse

108.

hassia

109.

nordrheinwestfalen

110.

northrhinewestphalia

111.

northrhine-westfalia

112.

northrhinewestfalia

113.

rhenanie-du-nord-westphalie

114.

rhenaniedunordwestphalie

115.

lasaxe

116.

sachsen

117.

sajonia

118.

sajónia

119.

saksen

120.

saksimaa

121.

saksio

122.

saksonia

123.

saksonijos

124.

saška

125.

saska

126.

sasko

127.

sassonia

128.

saxe

129.

saxonia

130.

saxónia

131.

szászország

132.

szaszorszag

133.

Σαξωνία

134.

саксония

135.

freistaat-sachsen

136.

sorben

137.

serbja

138.

Sorben-Wenden

139.

Wenden

140.

lausitzer-sorben

141.

domowina

GRIEKENLAND

1.

Grecia

2.

Graekenland

3.

Griechenland

4.

Hellas

5.

Greece

6.

Grece

7.

Grecia

8.

Griekenland

9.

Grecia

10.

Kreikka

11.

Grekland

12.

Recko

13.

Kreeka

14.

Graecia

15.

Graikija

16.

Gorogorszag

17.

Grecja

18.

Grecja

19.

Grecko

20.

Grcija

HONGARIJE

1.

magyarkoztarsasag

2.

republicofhungary

3.

republiquedehongrie

4.

republikungarn

5.

republicadehungria

6.

repubblicadiungheria

7.

republicadahungria

8.

ungerskarepubliken

9.

unkarintasavalta

10.

denungarskerepublik

11.

derepublikhongarije

12.

republikawegierska

13.

ungarivabariik

14.

ungarijasrepublika

15.

vengrijosrespublika

16.

magyarorszag

17.

hungary

18.

hongrie

19.

ungarn

20.

hungria

21.

ungheria

22.

ungern

23.

unkari

24.

hongarije

25.

wegry

26.

madarsko

27.

ungari

28.

ungarija

29.

vengrija

30.

magyarköztársaság

31.

magyarország

32.

madarskarepublika

33.

republikamadzarska

34.

madzarsko

35.

ουγγαρια

36.

ουγρικιδεμοκρατια

37.

nyugatdunántúl

38.

középdunántúl

39.

déldunántúl

40.

középmagyarország

41.

északmagyarország

42.

északalföld

43.

délalföld

44.

nyugatdunantul

45.

kozepdunantul

46.

deldunantul

47.

kozepmagyarorszag

48.

eszakmagyarorszag

49.

eszakalfold

50.

delalfold

IERLAND

1.

irlanda

2.

irsko

3.

irland

4.

iirimaa

5.

ireland

6.

irlande

7.

irlanda

8.

Īrija

9.

Airija

10.

Írország

11.

L-Irlanda

12.

iρλανδία

13.

ierland

14.

irlandia

15.

Írsko

16.

irska

17.

irlanti

18.

irland

19.

.irlande

20.

Ιρλανδία

21.

irlande

22.

republicofireland

23.

eire

ITALIË

1.

Repubblica-Italiana

2.

RepubblicaItaliana

3.

Italia

4.

Italy

5.

Italian

6.

Italien

7.

Italija

8.

Itália

9.

Italië

10.

Italien

11.

Itálie

12.

Italie

13.

Olaszország

14.

Itālija

15.

Włochy

16.

Ιταλία

17.

Italja

18.

Taliansko

19.

Itaalia

20.

Abruzzo

21.

Basilicata

22.

Calabria

23.

Campania

24.

Emilia-Romagna

25.

Friuli-VeneziaGiulia

26.

Lazio

27.

Liguria

28.

Lombardia

29.

Marche

30.

Molise

31.

Piemonte

32.

Puglia

33.

Sardegna

34.

Sicilia

35.

Toscana

36.

Trentino-AltoAdige

37.

Umbria

38.

Valled'Aosta

39.

Veneto

LETLAND

1.

Λετονία

2.

Lettorszag

3.

Latvja

4.

Letland

5.

Lotwa

6.

Letonia

7.

Lotyssko

8.

Latvija

9.

Lettland

10.

Latvia

11.

Lotyssko

12.

Letland

13.

Lettland

14.

Lati

15.

Letonia

16.

Lettonie

17.

Lettonia

18.

Republicoflatvia

19.

Latvijskajarespublika

LITOUWEN

1.

lietuva

2.

leedu

3.

liettua

4.

litauen

5.

lithouania

6.

lithuania

7.

litouwen

8.

lituania

9.

lituanie

10.

litva

11.

litván

12.

litvania

13.

litvanya

14.

litwa

15.

litwanja

16.

liettuan

17.

litevská

18.

lietuvas

19.

litwy

20.

litovska

21.

aukstaitija

22.

zemaitija

23.

dzukija

24.

suvalkija

25.

suduva

26.

lietuvos-respublika

27.

lietuvos_respublika

28.

lietuvosrespublika

29.

republic-of-lithuania

30.

republic_of_lithuania

31.

republiclithuania

32.

republicoflithuania

33.

republique-de-lituanie

34.

republique_de_lituanie

35.

republiquelituanie

36.

republiquedelituanie

37.

republica-de-lituania

38.

republica_de_lituania

39.

republicalituania

40.

republicadelituania

41.

litovskajarespublika

42.

litovskaja-respublika

43.

litovskaja_respublika

44.

litauensrepublik

45.

litauens-republik

46.

litauens_republic

47.

republiklitauen

48.

republik-litauen

49.

republic_litauen

50.

δημοκρατιατησλιθουανιας

51.

δημοκρατια-της-λιθουανιας

52.

δημοκρατια_της_λιθουανιας

53.

δημοκρατίατηςΛιθουανίας

54.

δημοκρατία-της-Λιθουανίας

55.

δημοκρατία_της_Λιθουανίας

56.

repubblicadilituania

57.

repubblica-di-lituania

58.

repubblica_di_lituania

59.

republieklitouwen

60.

republiek-litouwen

61.

republiek_litouwen

62.

republicadalituania

63.

republica-da-lituania

64.

republica_da_lituania

65.

liettuantasavalta

66.

liettuan-tasavalta

67.

liettuan_tasavalta

68.

republikenLitauen

69.

republiken-litauen

70.

republiken_litauen

71.

litevskárepublika

72.

litevská-republika

73.

litevská_republika

74.

leeduvabariik

75.

leedu-vabariik

76.

leedu_vabariik

77.

lietuvasrepublika

78.

lietuvas-republika

79.

lietuvas_republika

80.

litvánköztársaság

81.

litván-köztársaság

82.

litván_köztársaság

83.

repubblikatallitwanja

84.

repubblika-tal-litwanja

85.

repubblika_tal_litwanja

86.

republikalitwy

87.

republika-litwy

88.

republika_litwy

89.

litovskarepublika

90.

litovska-republika

91.

litovska_republika

92.

republikalitva

93.

republika-litva

94.

republika_litva

LUXEMBURG

1.

luxembourg

2.

luxemburg

3.

letzebuerg

MALTA

1.

malta

2.

malte

3.

melita

4.

republicofmalta

5.

republic-of-malta

6.

therepublicofmalta

7.

the-republic-of-malta

8.

repubblikatamalta

9.

repubblika-ta-malta

10.

maltarepublic

11.

maltarepubblika

12.

gozo

13.

ghawdex

NEDERLAND

1.

nederland

2.

holland

3.

thenetherlands

4.

netherlands

5.

lespaysbas

6.

hollande

7.

dieniederlande

8.

lospaisesbajos

9.

holanda

POLEN

1.

rzeczpospolitapolska

2.

rzeczpospolita_polska

3.

rzeczpospolita-polska

4.

polska

5.

polonia

6.

lenkija

7.

poland

8.

polen

9.

pologne

10.

polsko

11.

poola

12.

puola

PORTUGAL

1.

republicaportuguesa

2.

portugal

3.

portugália

4.

portugalia

5.

portugali

6.

portugalska

7.

portugalsko

8.

portogallo

9.

portugalija

10.

portekiz

11.

πορτογαλία

12.

portugāle

13.

aveiro

14.

beja

15.

braga

16.

bragança

17.

castelobranco

18.

coimbra

19.

evora

20.

faro

21.

guarda

22.

leiria

23.

lisboa

24.

portalegre

25.

porto

26.

santarem

27.

setubal

28.

vianadocastelo

29.

viseu

30.

vilareal

31.

madeira

32.

açores

33.

alentejo

34.

algarve

35.

altoalentejo

36.

baixoalentejo

37.

beiraalta

38.

beirabaixa

39.

beirainterior

40.

beiralitoral

41.

beiratransmontana

42.

douro

43.

dourolitoral

44.

entredouroeminho

45.

estremadura

46.

minho

47.

ribatejo

48.

tras-os-montes-e-alto-douro

49.

acores

ROEMENIË

1.

românia

2.

romania

3.

roumanie

4.

rumänien

5.

rumanien

6.

rumanía

7.

rumænien

8.

roménia

9.

romênia

10.

romenia

11.

rumunia

12.

rumunsko

13.

romunija

14.

rumãnija

15.

rumunija

16.

rumeenia

17.

ρουμανία

18.

románia

19.

rumanija

20.

roemenië

SLOWAKIJE

1.

slowakische-republik

2.

republique-slovaque

3.

slovakiki-dimokratia

4.

slovenska-republika

5.

slovakiske-republik

6.

slovaki-vabariik

7.

slovakian-tasavalta

8.

slovakikidimokratia

9.

slovakiki-dimokratia

10.

szlovak-koztarsasag

11.

slovak-republic

12.

repubblica-slovacca

13.

slovakijas-republika

14.

slovakijos-respublika

15.

repubblika-slovakka

16.

slowaakse-republiek

17.

republika-slowacka

18.

republica-eslovaca

19.

slovaska-republika

20.

republica-eslovaca

21.

slovakiska-republiken

22.

σλοßακικη-δημοκρατια

23.

slowakischerepublik

24.

republiqueslovaque

25.

slovenskarepublika

26.

slovakiskerepublik

27.

slovakivabariik

28.

slovakiantasavalta

29.

szlovakkoztarsasag

30.

slovakrepublic

31.

repubblicaslovacca

32.

slovakijasrepublika

33.

slovakijosrespublika

34.

repubblikaslovakka

35.

slowaakserepubliek

36.

republikaslowacka

37.

republicaeslovaca

38.

slovaskarepublika

39.

republicaeslovaca

40.

slovakiskarepubliken

41.

σλοßακικηδημοκρατια

42.

slowakei

43.

slovaquie

44.

slovakia

45.

slovensko

46.

slovakiet

47.

slovakkia

48.

szlovakia

49.

slovacchia

50.

slovakija

51.

slowakije

52.

slowacija

53.

eslovaquia

54.

slovaska

55.

σλοßακικη

56.

slovakien

57.

république-slovaque

58.

slovenská-republika

59.

szlovák-köztársaság

60.

slovākijos-respublika

61.

republika-słowacka

62.

república-eslovaca

63.

slovaška-republika

64.

slovačka-republika

65.

lýdveldid-slovakia

66.

républiqueslovaque

67.

slovenskárepublika

68.

szlovákköztársaság

69.

slovākijosrespublika

70.

republikasłowacka

71.

repúblicaeslovaca

72.

slovaškarepublika

73.

slovačkarepublika

74.

lýdveldidslovakia

75.

szlovákia

76.

slovākija

77.

słowacija

78.

slovaška

79.

slovačka

SLOVENIË

1.

slovenija

2.

slovenia

3.

slowenien

4.

slovenie

5.

la-slovenie

6.

laslovenie

7.

eslovenia

8.

republikaslovenija

9.

republika-slovenija

10.

republicofslovenia

11.

republic-of-slovenia

12.

szlovenia

13.

szlovenkoztarsasag

14.

szloven-koztarsasag

15.

repubblicadislovenia

16.

repubblica-di-slovenia

SPANJE

1.

españa

2.

reinodeespana

3.

reino-de-espana

4.

espagne

5.

espana

6.

espanha

7.

espanja

8.

espanya

9.

hispaania

10.

hiszpania

11.

ispanija

12.

spagna

13.

spain

14.

spanielsko

15.

spanien

16.

spanija

17.

spanje

18.

reinodeespaña

19.

reino-de-españa

20.

španielsko

21.

spānija

22.

španija

23.

španiělsko

24.

espainia

25.

ispania

26.

ισπανια

27.

andalucia

28.

andalucía

29.

andalousie

30.

andalusia

31.

andalusien

32.

juntadeandalucia

33.

juntadeandalucía

34.

aragon

35.

aragón

36.

gobiernodearagon

37.

gobiernoaragón

38.

principadodeasturias

39.

principaudasturies

40.

asturias

41.

asturies

42.

illesbalears

43.

islasbaleares

44.

canarias

45.

gobiernodecanarias

46.

canaryisland

47.

kanarischeinseln

48.

cantabria

49.

gobiernodecantabria

50.

castillalamancha

51.

castilla-lamancha

52.

castillayleon

53.

castillayleón

54.

juntadecastillayleon

55.

juntadecastillayleón

56.

generalitatdecatalunya

57.

generalitatdecataluña

58.

catalunya

59.

cataluña

60.

katalonien

61.

catalonia

62.

catalogna

63.

catalogne

64.

cataloniě

65.

katalonias

66.

catalunha

67.

kataloniens

68.

katalonian

69.

catalonië

70.

extremadura

71.

comunidadautonomadeextremadura

72.

comunidadautónomadeextremadura

73.

xuntadegalicia

74.

comunidadautonomadegalicia

75.

comunidaautónomadegalicia

76.

comunidadeautonomadegalicia

77.

comunidadeautónomadegalicia

78.

larioja

79.

gobiernodelarioja

80.

comunidadmadrid

81.

madridregion

82.

regionmadrid

83.

madrid

84.

murciaregion

85.

murciaregión

86.

murciaregione

87.

murciaregiao

88.

regiondemurcia

89.

regióndemurcia

90.

regionofmurcia

91.

regionvonmurcia

92.

regionedimurcia

93.

regiaodomurcia

94.

navarra

95.

nafarroa

96.

navarre

97.

navarracomunidadforal

98.

nafarroaforukomunitatea

99.

nafarroaforuerkidegoa

100.

communauteforaledenavarre

101.

communautéforaledenavarre

102.

foralcommunityofnavarra

103.

paisvasco

104.

paísvasco

105.

euskadi

106.

euskalherria

107.

paisbasc

108.

basquecountry

109.

paysbasque

110.

paesebasco

111.

baskenland

112.

paisbasco

113.

χώρατωνβάσκων

114.

gobiernovasco

115.

euskojaurlaritza

116.

governbasc

117.

basquegovernment

118.

gouvernementbasque

119.

governobasco

120.

baskischeregierung

121.

baskitschebestuur

122.

κυβέρνησητωνβάσκων

123.

comunidad-valenciana

124.

comunidadvalenciana

125.

comunitat-valenciana

126.

comunitatvalenciana

127.

ceuta

128.

gobiernoceuta

129.

melilla

130.

gobiernomelilla

ZWEDEN

1.

suecia

2.

reinodesuecia

3.

sverige

4.

kongerietsverige

5.

schweden

6.

königreichschweden

7.

konigreichschweden

8.

σουηδία

9.

ΒασίλειοτηςΣουηδίας

10.

sweden

11.

kingdomofsweden

12.

suède

13.

suede

14.

royaumedesuède

15.

royaumedesuede

16.

svezia

17.

regnodisvezia

18.

zweden

19.

koninkrijkzweden

20.

suécia

21.

reinodasuécia

22.

reinodasuecia

23.

ruotsi

24.

ruotsinkuningaskunta

25.

konungariketsverige

26.

švédsko

27.

rootsi

28.

svedija

29.

svédorszag

30.

svedorszag

31.

l-isvezja

32.

szweja

33.

švedska

34.

svedska

VERENIGD KONINKRIJK

1.

unitedkingdom

2.

united-kingdom

3.

united_kingdom

4.

greatbritain

5.

great-britain

6.

great_britain

7.

britain

8.

cymru

9.

england

10.

northernireland

11.

northern-ireland

12.

northern_ireland

13.

scotland

14.

wales

2.   Lijst van namen per land en van de landen die deze kunnen reserveren

KROATIË

1.

croatia

2.

kroatia

3.

kroatien

4.

kroatien

5.

croazia

6.

kroatien

7.

croacia

8.

croatie

9.

horvátország

10.

horvatorszag

11.

kroatië

12.

kroatie

13.

chorwacja

14.

κροατία

15.

chorvatsko

16.

charvátsko

17.

horvaatia

18.

kroaatia

19.

croácia

20.

croacia

21.

horvātija

22.

horvatija

23.

kroatija

24.

kroazja

25.

chorvátsko

26.

chrovatsko

27.

hrvaška

28.

hrvaska

IJSLAND

1.

arepublicadeislândia

2.

deijslandrepubliek

3.

deijslandrepubliek

4.

derepubliekvanijsland

5.

derepubliekvanijsland

6.

iceland

7.

icelandrepublic

8.

iepublikaislande

9.

ijsland

10.

island

11.

islanda

12.

islande

13.

islandia

14.

islândia

15.

islandica

16.

islandrepublik

17.

islandskylisejnik

18.

islannintasavalta

19.

islanti

20.

izland

21.

ísland

22.

íslenskalýðveldið

23.

köztársaságizland

24.

larepubblicadiislanda

25.

larepúblicadeislandia

26.

larépubliquedislande

27.

lislande

28.

lýðveldiðísland

29.

puklerkaislandska

30.

rahvavabariikisland

31.

repubblicadiislanda

32.

repubblikataisland

33.

republicoficeland

34.

republikaisland

35.

republikaislandia

36.

republikavisland

37.

republikkenisland

38.

republikvonisland

39.

repúblicadeislandia

40.

repúblicadeislândia

41.

républiquedislande

42.

ΔημοκρατίατηςΙσλανδίας

43.

Ισλανδία

LIECHTENSTEIN

1.

fyrstendømmetliechtenstein

2.

fürstentumliechtenstein

3.

principalityofliechtenstein

4.

liechtensteinivürstiriiki

5.

liechtensteininruhtinaskunta

6.

principautédeliechtenstein

7.

πριγκιπάτοτουλιχτενστάιν

8.

furstadæmisinsliechtensteins

9.

principatodelliechtenstein

10.

lichtenšteinokunigaikštystė

11.

lihtenšteinasfirstiste

12.

prinċipalitàtal-liechtenstein

13.

vorstendomliechtenstein

14.

fyrstedømmetliechtenstein

15.

księstwoliechtenstein

16.

principadodoliechtenstein

17.

furstendömetliechtenstein

18.

lichtenštajnskékniežatstvo

19.

kneževinolihtenštajn

20.

principadodeliechtenstein

21.

lichtenštejnskéknížectví

22.

lichtensteinihercegség

NOORWEGEN

1.

norge

2.

noreg

3.

norway

4.

norwegen

5.

norvege

6.

norvège

7.

noruega

8.

norvegia

9.

norvégia

10.

norsko

11.

nórsko

12.

norra

13.

norja

14.

norvegija

15.

norvēģija

16.

noorwegen

17.

Νορßηγία

18.

norvegja

19.

norveġja

20.

norveska

21.

norveška

22.

norwegia

23.

norga

TURKIJE

1.

turkiye

2.

türkiye

3.

turkiyecumhuriyeti

4.

türkiyecumhuriyeti


26.10.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 282/30


VERORDENING (EG) Nr. 1256/2007 VAN DE COMMISSIE

van 25 oktober 2007

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 829/2007 wat betreft de toegestane overgangsperioden voor het gebruik van handelsdocumenten en gezondheidscertificaten voor dierlijke bijproducten

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 3 oktober 2002 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten (1), en met name op artikel 28, tweede alinea, artikel 29, lid 3, eerste alinea, en artikel 32, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 1774/2002 worden veterinairrechtelijke en gezondheidsvoorschriften voor de invoer in en doorvoer door de Gemeenschap van bepaalde dierlijke bijproducten en daarvan afgeleide producten vastgesteld.

(2)

Verordening (EG) nr. 829/2007 van de Commissie van 28 juni 2007 tot wijziging van de bijlagen I, II, VII, VIII, X en XI bij Verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het in de handel brengen van bepaalde dierlijke bijproducten wijzigt bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1774/2002 wat betreft de modellen van handelsdocumenten en bijlage X bij die verordening wat betreft de gezondheidscertificaten voor de invoer van bepaalde dierlijke bijproducten.

(3)

Artikel 2 van Verordening (EG) nr. 829/2007 voorziet in een overgangsperiode van zes maanden na de inwerkingtreding van die verordening voor het gebruik van de desbetreffende handelsdocumenten en gezondheidscertificaten, als bedoeld in de bijlagen II en X bij Verordening (EG) nr. 1774/2002, indien zij overeenkomstig de vóór de inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 829/2007 geldende bepalingen zijn ingevuld. Sinds de bekendmaking van die verordening zijn bij de Commissie verscheidene verzoeken om verduidelijking van de tijdens deze overgangsperiode geldende bepalingen ingediend.

(4)

Om te zorgen voor de nodige rechtszekerheid moet worden verduidelijkt dat de handelsdocumenten en gezondheidscertificaten die beantwoorden aan de vóór de inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 829/2007 voorgeschreven modellen nog tot het einde van de overgangsperiode mogen worden ingevuld en ondertekend door commerciële exploitanten en de veterinaire autoriteiten van derde landen, naargelang het geval.

(5)

Bovendien moet worden voorzien in een praktische oplossing voor zendingen waarvoor dergelijke documenten in de overgangsperiode zijn afgegeven, maar die vóór die datum niet op de plaats van bestemming in de Gemeenschap aankomen. Dergelijke zendingen moeten nog gedurende twee maanden na die datum worden aanvaard voor handel of voor invoer in de Gemeenschap, naargelang het geval.

(6)

Om de toepassing van deze verordening voor belanghebbenden en voor de autoriteiten van derde landen te vergemakkelijken moet de oorspronkelijke overgangsperiode van zes maanden vanaf 24 juli 2007, als ingevoerd bij Verordening (EG) nr. 829/2007, tot en met 30 april 2008 worden verlengd. Er moet worden voorzien in een extra periode voor de aanvaarding van dergelijke documenten en certificaten voor handel en voor invoer in de Gemeenschap.

(7)

Verordening (EG) nr. 829/2007 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(8)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 2 van Verordening (EG) nr. 829/2007 wordt vervangen door:

„Artikel 2

Voor een overgangsperiode tot en met 30 april 2008 aanvaarden de lidstaten zendingen die vergezeld gaan van handelsdocumenten en gezondheidscertificaten die zijn ingevuld en ondertekend overeenkomstig de tot en met 23 juli 2007 geldende bepalingen van Verordening (EG) nr. 1774/2002.

Tot en met 30 juni 2008 aanvaarden de lidstaten dergelijke zendingen, als de begeleidende handelsdocumenten en gezondheidscertificaten vóór 1 mei 2008 zijn ingevuld en ondertekend.”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 25 oktober 2007.

Voor de Commissie

Markos KYPRIANOU

Lid van de Commissie


(1)  PB L 273 van 10.10.2002, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 829/2007 van de Commissie (PB L 191 van 21.7.2007, blz. 1).


26.10.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 282/32


VERORDENING (EG) Nr. 1257/2007 VAN DE COMMISSIE

van 25 oktober 2007

inzake de afgifte van invoercertificaten voor rijst in het kader van de bij Verordening (EG) nr. 327/98 geopende tariefcontingenten voor de deelperiode oktober 2007

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1785/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening van de rijstmarkt (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 1301/2006 van de Commissie van 31 augustus 2006 houdende gemeenschappelijke voorschriften voor het beheer van door middel van een stelsel van invoercertificaten beheerde invoertariefcontingenten voor landbouwproducten (2), en met name op artikel 7, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 327/98 van de Commissie van 10 februari 1998 inzake de opening en de wijze van beheer van bepaalde tariefcontingenten voor de invoer van rijst en breukrijst (3) zijn bepaalde tariefcontingenten voor de invoer van rijst en breukrijst geopend en is de wijze van beheer daarvoor vastgesteld, door die contingenten overeenkomstig bijlage IX bij die verordening te verdelen over landen van oorsprong en vervolgens over verscheidene deelperioden.

(2)

Voor het bij artikel 1, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 327/98 vastgestelde contingent met volgnummer 09.4138 is de enige deelperiode de maand oktober. Dit contingent omvat de resterende, niet-gebruikte hoeveelheden van de contingenten met de volgnummers 09.4127-09.4128-09.4129-09.4130 van de vorige deelperiode. De maand oktober is de laatste deelperiode voor de in artikel 1, lid 1, onder b) en e), van Verordening (EG) nr. 327/98 bedoelde contingenten met de volgnummers 09.4148 en 09.4168, waaraan de resterende, niet-gebruikte hoeveelheden van de vorige periode zijn toegevoegd.

(3)

Blijkens de gegevens die overeenkomstig artikel 8, onder a), van Verordening (EG) nr. 327/98 zijn verstrekt, hebben voor de contingenten met de volgnummers 09.4138-09.4148 de aanvragen die overeenkomstig artikel 4, lid 1, van die verordening zijn ingediend gedurende de eerste tien werkdagen van de maand oktober 2007, betrekking op een hoeveelheid die groter is dan de beschikbare hoeveelheid. Bijgevolg moet worden bepaald voor welke hoeveelheden invoercertificaten kunnen worden afgegeven, door de toewijzingscoëfficiënt vast te stellen die op de voor de betrokken contingenten gevraagde hoeveelheden moet worden toegepast.

(4)

Ook moet het uiteindelijk in de loop van 2007 gebruikte percentage van elk bij Verordening (EG) nr. 327/98 vastgesteld contingent worden meegedeeld,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Op grond van de aanvragen voor certificaten voor de invoer van rijst in het kader van de bij Verordening (EG) nr. 327/98 vastgestelde contingenten met de volgnummers 09.4138-09.4148 die zijn ingediend gedurende de eerste tien werkdagen van de maand oktober 2007, worden certificaten afgegeven voor de aangevraagde hoeveelheden, vermenigvuldigd met de in de bijlage bij de onderhavige verordening vastgestelde toewijzingscoëfficiënten.

2.   Het uiteindelijk in de loop van 2007 gebruikte percentage van elk bij Verordening (EG) nr. 327/98 vastgesteld contingent wordt vermeld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 25 oktober 2007.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 96. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 797/2006 van de Commissie (PB L 144 van 31.5.2006, blz. 1).

(2)  PB L 238 van 1.9.2006, blz. 13. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 289/2007 (PB L 78 van 17.3.2007, blz. 17).

(3)  PB L 37 van 11.2.1998, blz. 5. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2019/2006 (PB L 384 van 29.12.2006, blz. 48).


BIJLAGE

Hoeveelheden die overeenkomstig Verordening (EG) nr. 327/98 moeten worden toegekend voor de deelperiode oktober 2007 en gebruikte percentages voor 2007:

a)

Bij artikel 1, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 327/98 vastgesteld contingent voor volwitte of halfwitte rijst van GN-code 1006 30:

Oorsprong

Volgnummer

Toewijzingscoëfficiënt voor de deelperiode oktober 2007

Percentage van het uiteindelijke gebruik van het contingent voor 2007

Verenigde Staten van Amerika

09.4127

 

60,02 %

Thailand

09.4128

 

96,63 %

Australië

09.4129

 

100 %

Andere landen van oorsprong

09.4130

 

100 %

Alle landen

09.4138

11,348671 %

100 %

b)

Bij artikel 1, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 327/98 vastgesteld contingent voor gedopte rijst van GN-code 1006 20:

Oorsprong

Volgnummer

Toewijzingscoëfficiënt voor de deelperiode oktober 2007

Percentage van het uiteindelijke gebruik van het contingent voor 2007

Alle landen

09.4148

19,768872 %

100 %

c)

Bij artikel 1, lid 1, onder c), van Verordening (EG) nr. 327/98 vastgesteld contingent voor breukrijst van GN-code 1006 40:

Oorsprong

Volgnummer

Percentage van het uiteindelijke gebruik van het contingent voor 2007

Thailand

09.4149

47,03 %

Australië

09.4150

0 %

Guyana

09.4152

0 %

Verenigde Staten van Amerika

09.4153

7,78 %

Andere landen van oorsprong

09.4154

100 %

d)

Bij artikel 1, lid 1, onder d), van Verordening (EG) nr. 327/98 vastgesteld contingent voor volwitte of halfwitte rijst van GN-code 1006 30:

Oorsprong

Volgnummer

Percentage van het uiteindelijke gebruik van het contingent voor 2007

Thailand

09.4112

100 %

Verenigde Staten van Amerika

09.4116

96,98 %

India

09.4117

100 %

Pakistan

09.4118

100 %

Andere landen van oorsprong

09.4119

100 %

Alle landen

09.4166

99,93 %

e)

Bij artikel 1, lid 1, onder e), van Verordening (EG) nr. 327/98 vastgesteld contingent voor breukrijst van GN-code 1006 40:

Oorsprong

Volgnummer

Toewijzingscoëfficiënt voor de deelperiode oktober 2007

Percentage van het uiteindelijke gebruik van het contingent voor 2007

Alle landen

09.4168

 (1)

100 %


(1)  Geen hoeveelheid beschikbaar voor deze deelperiode.


26.10.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 282/35


VERORDENING (EG) Nr. 1258/2007 VAN DE COMMISSIE

van 25 oktober 2007

houdende vaststelling van de restituties die van toepassing zijn op bepaalde graan- en rijstproducten, uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage I bij het Verdrag vallen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), en met name op artikel 13, lid 3,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1785/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening van de rijstmarkt (2), en met name op artikel 14, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 13, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1784/2003 en artikel 14, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1785/2003 kan het verschil tussen de noteringen of de prijzen van de in artikel 1 van deze beide verordeningen bedoelde producten op de wereldmarkt enerzijds en de prijzen in de Gemeenschap anderzijds door een restitutie bij de uitvoer worden overbrugd.

(2)

In Verordening (EG) nr. 1043/2005 van de Commissie van 30 juni 2005 houdende tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 3448/93 van de Raad wat betreft de regeling aangaande de toekenning van restituties bij uitvoer en de criteria voor de vaststelling van het restitutiebedrag betreffende bepaalde landbouwproducten, uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage I van het Verdrag vallen (3), is aangegeven voor welke producten een restitutie moet worden vastgesteld wanneer ze worden uitgevoerd in de vorm van goederen bedoeld naar gelang van het geval in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1784/2003 of bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 1785/2003.

(3)

Overeenkomstig artikel 14, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1043/2005 moet de restitutievoet per 100 kg van elk van de betrokken basisproducten maandelijks worden vastgesteld.

(4)

De naleving van de verplichtingen die zijn aangegaan met betrekking tot de restituties die kunnen worden toegekend bij de uitvoer van landbouwproducten die zijn verwerkt in niet onder bijlage I bij het Verdrag vallende goederen, kan in het gedrang komen door de vaststelling vooraf van hoge restituties. In deze situatie moeten derhalve vrijwaringsmaatregelen worden genomen zonder dat daardoor de sluiting van langetermijncontracten wordt verhinderd. De vaststelling van een specifieke restitutie voor de voorfixatie van restituties is een maatregel die aan deze verschillende doelstellingen beantwoordt.

(5)

Rekening houdend met de regeling tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika met betrekking tot de uitvoer van deegwaren uit de Gemeenschap naar de Verenigde Staten, goedgekeurd bij Besluit 87/482/EEG van de Raad (4), moet de restitutie voor goederen van de GN-codes 1902 11 00 en 1902 19 naar gelang van de bestemming worden gedifferentieerd.

(6)

Ingevolge artikel 15, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 1043/2005 moet een verlaagde restitutievoet worden vastgesteld, waarbij rekening wordt gehouden met het bedrag van de restitutie bij de productie tijdens de veronderstelde periode van de vervaardiging van de goederen, die krachtens Verordening (EEG) nr. 1722/93 van de Commissie (5) op het verwerkte basisproduct van toepassing is.

(7)

Alcoholhoudende dranken worden geacht minder gevoelig te zijn voor de prijs van de granen die voor de vervaardiging ervan worden gebruikt. In protocol nr. 19 van het Verdrag betreffende de toetreding van het Verenigd Koninkrijk, Ierland en Denemarken wordt evenwel bepaald dat de maatregelen moeten worden vastgesteld die noodzakelijk zijn om het gebruik van granen uit de Gemeenschap voor de vervaardiging van alcoholhoudende dranken uit granen te vergemakkelijken. Daarom moet de restitutie die wordt toegepast op granen die in de vorm van alcoholhoudende dranken worden uitgevoerd, worden aangepast.

(8)

Het Comité van beheer voor granen heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De restituties die van toepassing zijn op de in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1043/2005 en in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1784/2003 of in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1785/2003 opgenomen basisproducten die worden uitgevoerd in de vorm van goederen vermeld in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1784/2003, respectievelijk in bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 1785/2003, worden vastgesteld zoals in de bijlage is aangegeven.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 26 oktober 2007.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 25 oktober 2007.

Voor de Commissie

Heinz ZOUREK

Directeur-generaal Ondernemingen en industrie


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1154/2005 van de Commissie (PB L 187 van 19.7.2005, blz. 11).

(2)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 96. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 797/2006 van de Commissie (PB L 144 van 31.5.2006, blz. 1).

(3)  PB L 172 van 5.7.2005, blz. 24. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 447/2007 (PB L 106 van 24.4.2007, blz. 31).

(4)  PB L 275 van 29.9.1987, blz. 36.

(5)  PB L 159 van 1.7.1993, blz. 112. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1584/2004 (PB L 280 van 31.8.2004, blz. 11).


BIJLAGE

Restituties die met ingang van 26 oktober 2007 van toepassing zijn op bepaalde producten van de sector granen en de sector rijst, uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage I bij het Verdrag vallen (1)

(EUR/100 kg)

GN-code

Omschrijving (2)

Restitutievoet per 100 kg basisproduct

Bij vaststelling vooraf van de restituties

Andere

1001 10 00

Harde tarwe:

 

 

– in geval van uitvoer van goederen van de GN-codes 1902 11 en 1902 19 naar de Verenigde Staten van Amerika

– in andere gevallen

1001 90 99

Zachte tarwe en mengkoren:

 

 

– in geval van uitvoer van goederen van de GN-codes 1902 11 en 1902 19 naar de Verenigde Staten van Amerika

– in andere gevallen:

 

 

– – in geval van toepassing van artikel 15, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1043/2005 (3)

– – in geval van uitvoer van goederen van post 2208 (4)

– – in andere gevallen

1002 00 00

Rogge

1003 00 90

Gerst:

 

 

– in geval van uitvoer van goederen van post 2208 (4)

– in andere gevallen

1004 00 00

Haver

1005 90 00

Maïs, gebruikt in de vorm van:

 

 

– zetmeel:

 

 

– – in geval van toepassing van artikel 15, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1043/2005 (3)

– – in geval van uitvoer van goederen van post 2208 (4)

– – in andere gevallen

– glucose, glucosestroop, maltodextrine, maltodextrinestroop van de GN-codes 1702 30 51, 1702 30 59, 1702 30 91, 1702 30 99, 1702 40 90, 1702 90 50, 1702 90 75, 1702 90 79, 2106 90 55 (5):

 

 

– – in geval van toepassing van artikel 15, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1043/2005 (3)

– – in geval van uitvoer van goederen van post 2208 (4)

– – in andere gevallen

– – in geval van uitvoer van goederen van post 2208 (4)

– andere (ook als zodanig)

Aardappelzetmeel van GN-code 1108 13 00 gelijkgesteld aan een verwerkingsproduct van maïs:

 

 

– in geval van toepassing van artikel 15, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1043/2005 (3)

– in geval van uitvoer van goederen van post 2208 (4)

– in andere gevallen

ex 1006 30

Volwitte rijst:

 

 

– rondkorrelig

– halflangkorrelig

– langkorrelig

1006 40 00

Breukrijst

1007 00 90

Graansorgho (m.u.v. hybriden, bestemd voor zaaidoeleinden)


(1)  De in deze bijlage vastgestelde restituties zijn niet van toepassing op de goederen die zijn opgenomen in de tabellen I en II bij Protocol nr. 2 bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat van 22 juli 1972 en die naar de Zwitserse Bondsstaat of naar het Vorstendom Liechtenstein worden uitgevoerd.

(2)  Voor landbouwproducten verkregen door verwerking van een basisproduct en/of een daarmee gelijkgesteld product gelden de coëfficiënten vermeld in bijlage V bij Verordening (EG) nr. 1043/2005 van de Commissie.

(3)  De betrokken goederen vallen onder GN-code 3505 10 50.

(4)  Goederen opgenomen in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1784/2003 of bedoeld in artikel 2 van Verordening (EEG) nr. 2825/93 (PB L 258 van 16.10.1993, blz. 6).

(5)  Voor stropen van de GN-codes 1702 30 99, 1702 40 90 en 1702 60 90, verkregen door het mengen van glucose- en fructosestropen, betreft de uitvoerrestitutie alleen glucosestroop.


26.10.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 282/39


VERORDENING (EG) Nr. 1259/2007 VAN DE COMMISSIE

van 25 oktober 2007

houdende vaststelling van de restituties die van toepassing zijn op bepaalde producten van de sector suiker, uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage I bij het Verdrag vallen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad van 20 februari 2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1), en met name op artikel 33, lid 2, onder a), en lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 32, leden 1 en 2, van Verordening (EG) nr. 318/2006 kan het verschil tussen de prijzen van de in artikel 1, lid 1, onder b), c), d) en g), van die verordening bedoelde producten in de internationale handel enerzijds en de prijzen in de Gemeenschap anderzijds door een restitutie bij de uitvoer worden overbrugd wanneer deze producten worden uitgevoerd in de vorm van goederen die in bijlage VII bij die verordening worden genoemd.

(2)

In Verordening (EG) nr. 1043/2005 van de Commissie van 30 juni 2005 houdende tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 3448/93 van de Raad wat betreft de regeling aangaande de toekenning van restituties bij uitvoer en de criteria voor de vaststelling van het restitutiebedrag betreffende bepaalde landbouwproducten, uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage I van het Verdrag vallen (2), is aangegeven voor welke producten een restitutie dient te worden vastgesteld wanneer ze worden uitgevoerd in de vorm van goederen bedoeld in bijlage VII bij Verordening (EG) nr. 318/2006.

(3)

Overeenkomstig artikel 14, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1043/2005 dient de restitutievoet per 100 kg van elk van de betrokken basisproducten maandelijks te worden vastgesteld.

(4)

In artikel 32, lid 4, van Verordening (EG) nr. 318/2006 is bepaald dat de restitutie bij uitvoer van een in een goed verwerkt product niet meer mag bedragen dan de restitutie voor ditzelfde product dat in onverwerkte toestand wordt uitgevoerd.

(5)

De ingevolge deze verordening vastgestelde restituties kunnen vooraf worden vastgesteld, aangezien op dit moment niet bekend is hoe de markt zich de komende maanden zal ontwikkelen.

(6)

De naleving van de verplichtingen die zijn aangegaan met betrekking tot de restituties die kunnen worden toegekend bij de uitvoer van landbouwproducten die zijn verwerkt in niet onder bijlage I bij het Verdrag vallende goederen, kan in het gedrang komen door de vaststelling vooraf van hoge restituties. In deze situatie moeten derhalve vrijwaringsmaatregelen worden genomen zonder dat daardoor de sluiting van langetermijncontracten wordt verhinderd. De vaststelling van een specifieke restitutie voor de voorfixatie van restituties is een maatregel die aan deze verschillende doelstellingen beantwoordt.

(7)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor suiker,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De restituties die van toepassing zijn op de in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1043/2005 en in artikel 1, lid 1, en in lid 1 van artikel 2 van Verordening (EG) nr. 318/2006 opgenomen basisproducten die worden uitgevoerd in de vorm van goederen vermeld in bijlage VII bij Verordening (EG) nr. 318/2006, worden vastgesteld zoals in de bijlage bij deze verordening is aangegeven.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 26 oktober 2007.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 25 oktober 2007.

Voor de Commissie

Heinz ZOUREK

Directeur-generaal Ondernemingen en industrie


(1)  PB L 58 van 28.2.2006, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1585/2006 van de Commissie (PB L 294 van 25.10.2006, blz. 19).

(2)  PB L 172 van 5.7.2005, blz. 24. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 447/2007 (PB L 106 van 24.4.2007, blz. 31).


BIJLAGE

Restituties die worden toegepast vanaf 26 oktober 2007 voor bepaalde producten van de sector suiker die worden uitgevoerd in de vorm van niet in bijlage I bij het Verdrag vermelde goederen (1)

GN-code

Omschrijving

Restituties in EUR/100 kg

Bij vaststelling vooraf van de restituties

Overige gevallen

1701 99 10

Witte suiker

31,06

31,06


(1)  De in deze bijlage vastgestelde restituties zijn niet van toepassing op de uitvoer naar:

a)

derde landen: Albanië, Kroatië, Bosnië en Herzegovina, Servië, Montenegro, Kosovo, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Andorra, de Heilige Stoel (Vaticaanstad) en Liechtenstein en op de naar de Zwitserse Bondsstaat uitgevoerde goederen die zijn opgenomen in de tabellen I en II van Protocol nr. 2 bij de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat van 22 juli 1972;

b)

gebieden van de lidstaten van de EU die geen deel uitmaken van het douanegebied van de Gemeenschap: Gibraltar, Ceuta, Melilla, de gemeenten Livigno en Campione d’Italia, Helgoland, Groenland, de Faeröer en de gebieden van de Republiek Cyprus waarover de regering van de Republiek Cyprus niet feitelijk het gezag uitoefent.


II Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie niet verplicht is

BESLUITEN/BESCHIKKINGEN

Commissie

26.10.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 282/41


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 30 november 2005

betreffende een procedure overeenkomstig artikel 81 van het EG-Verdrag tegen Armando Álvarez sa, Bernay Film Plastique, Bischof + Klein France SAS, Bischof + Klein GmbH & Co. KG, Bonar Technical Fabrics nv, British Polythene Industries PLC, Cofira-Sac sa, Combipac bv, Fardem Packaging bv, FLSmidth & Co. A/S, FLS Plast A/S, Groupe Gascogne, JM Gesellschaft für industrielle Beteiligungen mbH & Co. KGaA, Kendrion nv, Koninklijke verpakkingsindustrie Stempher cv, Low & Bonar PLC, Nordenia International AG, Nordfolien GmbH, Plásticos Españoles sa, RKW AG Rheinische Kunststoffwerke, Sachsa Verpackung GmbH, Stempher bv, Trioplast Industrier AB, Trioplast Wittenheim sa, UPM-Kymmene Oyj

(Zaak COMP/38354 — Industriezakken)

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 4634)

(Slechts de teksten in de Duitse, de Engelse, de Franse, de Nederlandse, en de Spaanse taal zijn authentiek)

(2007/686/EG)

Op 30 november 2005 nam de Commissie een beschikking aan betreffende een procedure krachtens artikel 81 van het EG-Verdrag. Overeenkomstig de bepalingen van artikel 30 van Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad (1), publiceert de Commissie hierbij de namen van de partijen en de belangrijkste punten van de beschikking — met inbegrip van de opgelegde sancties —, rekening houdend met het rechtmatige belang van de ondernemingen inzake bescherming van hun bedrijfsgeheimen.

1.   SAMENVATTING VAN DE ZAAK

1.1.   Adressaten

(1)

De beschikking is gericht tot de volgende ondernemingen wegens een inbreuk op artikel 81, lid 1, van het EG-Verdrag:

Combipac bv en British Polythene Industries PLC;

Bischof + Klein GmbH & Co. KG;

Bischof + Klein France SAS;

RKW AG Rheinische Kunststoffwerke en JM Gesellschaft für industrielle Beteiligungen mbH & Co. KGaA;

Fardem Packaging bv en Kendrion nv;

Nordenia International AG en Nordfolien GmbH;

Trioplast Wittenheim sa en Trioplast Industrier AB;

FLS Plast A/S en FLSmidth & Co. A/S;

Cofira-Sac sa;

Plásticos Españoles sa (hierna „Aspla”) en Armando Álvarez sa;

Sachsa Verpackung GmbH en Groupe Gascogne;

UPM-Kymmene Oyj;

Bernay Film Plastique, voorheen Conditionnement et Industrie sa;

Bonar Technical Fabrics nv en Low & Bonar PLC;

Stempher bv en Koninklijke Verpakkingsindustrie Stempher cv.

(2)

De bovenstaande adressaten hebben deelgenomen aan één enkele en voortdurende inbreuk op artikel 81 van het EG-Verdrag, die het grondgebied van de Benelux, Frankrijk, Duitsland en Spanje (2), bestreek. Het ging daarbij om de vaststelling van prijzen voor industriezakken, de uitwerking van gemeenschappelijke prijscalculatieschema's, de toewijzing van marktaandelen en quota, de toewijzing van afnemers en zaken, de indiening van onderling afgestemde offertes bij aanbestedingen en de uitwisseling van geïndividualiseerde informatie. De duur van de inbreuk voor elke afzonderlijke adressaat, zoals vastgesteld in de beschikking, varieert van 3 tot 20 jaar.

1.2.   De sector industriezakken

(3)

Kunststof industriezakken (3), die gewoonlijk aangeduid worden met de term „industriezakken”, worden gebruikt voor de verpakking van basisproducten, en meer in het algemeen grondstoffen, meststoffen, polymeren, bouwmaterialen, land- en tuinbouwproducten, en diervoeders.

(4)

Kunststof industriezakken kunnen in vier categorieën worden ingedeeld:

openmondzakken (open mouth bags);

ventielzakken (valve bags);

FFS-buisfolies (form, fill and seal bags);

blokzakken (block bags).

1.3.   Het aanbod

(5)

Sedert het begin van de jaren 1990 valt er een tendens naar concentratie waar te nemen bij de producenten van kunststof folies en zakken, waarbij de afgelopen jaren verscheidene overnamen hebben plaatsgevonden. Naast ondernemingen van Europese omvang die in verschillende landen van de Europese Unie zijn gevestigd, zijn op deze markt evenwel ook kleine ondernemingen actief die voor een strategie van lokale ontwikkeling hebben gekozen.

1.4.   De vraag

(6)

Tot in de jaren 1950 werden in de bedrijfstak stoffen en papieren zakken gebruikt voor het vervoer van basisproducten. Met de ontwikkeling van het bulkvervoer per schip is de sector stoffen zakken in verval geraakt. Sedert de invoering van polyethyleen zakken in de jaren 1950 kwam er een groeiende vraag naar dergelijke zakken, die met name aan de behoefte van de industrie aan waterdichte verpakkingen voldeden.

(7)

Sinds het midden van de jaren 1970 vervangt FFS geleidelijk de andere soorten industriezakken. Het succes van FFS is met name te danken aan de machinale afvulling die een snelle verwerking van grote hoeveelheden mogelijk maakt, alsmede het feit dat er minder arbeidskrachten voor nodig zijn.

1.5.   Reikwijdte van de inbreuk

(8)

Uit het onderzoek is gebleken dat het kartel de Benelux-, Franse, Duitse en Spaanse markten bestreek. De geraamde waarde van de betrokken markt beliep ongeveer 220 miljoen EUR in 1996 en tussen 250 en 300 miljoen EUR in 2001. De kartelleden vertegenwoordigden ongeveer 75 % van de markt in 1996.

1.6.   Oorsprong en procedure

(9)

In november 2001 stelde de onderneming BPI de Commissie in kennis van het bestaan van een kartel in de sector industriezakken en gaf zij aan met de Commissie te willen meewerken in het kader van de mededeling van 1996 betreffende het niet-opleggen of verminderen van geldboeten in zaken betreffende mededingingsregelingen (hierna „de clementieregeling” genoemd) (4). BPI verstrekte de Commissie bewijsmateriaal dat haar in staat stelde in juni 2002 inspecties uit te voeren.

1.7.   Werking van het kartel

(10)

Het kartel was voornamelijk actief op twee niveaus:

Het algemene niveau, onder de auspiciën van een brancheorganisatie, „Valve-Plast” genoemd. De bijeenkomsten werden ten minste sinds 1982 en drie of vier keer per jaar gehouden. In 1994 werd een functionele subgroep speciaal voor blokzakken opgericht.

Het niveau van de subgroepen, bestaande uit vijf regionale subgroepen (Frankrijk, Duitsland, Benelux, België en Nederland).

(11)

Bij de vastgestelde concurrentiebeperkende praktijken ging het in het bijzonder over:

De vaststelling van prijzen en de uitwerking van gemeenschappelijke prijscalculatieschema's.

De toewijzing van quota.

De toewijzing van afnemers en zaken.

Besprekingen tijdens de bijeenkomsten over lijsten van grote afnemers, de aanwijzing van de voornaamste leverancier die tot taak had de offertes aan deze afnemers te coördineren.

Multilaterale en bilaterale besprekingen over specifieke afnemers, de indiening van onderling afgestemde offertes bij aanbestedingen.

Regelmatige uitwisseling van gevoelige informatie over marktaandelen.

2.   GELDBOETEN

2.1.   Basisbedrag

(12)

Het basisbedrag wordt op basis van de zwaarte en de duur van de inbreuk vastgesteld.

2.1.1.   Zwaarte

(13)

Gezien de aard van de inbreuk en de geografische omvang ervan, moet de inbreuk als zeer ernstig worden aangemerkt.

2.1.2.   Gedifferentieerde behandeling

(14)

Binnen de categorie van de zeer zware inbreuken, biedt het scala van toepasselijke geldboeten de mogelijkheid voor de ondernemingen een gedifferentieerde behandeling toe te passen, om rekening te houden met hun daadwerkelijke economische vermogen om de mededinging aanzienlijke schade toe te brengen. Dit is des te meer noodzakelijk wanneer er, zoals in deze zaak, tussen de ondernemingen die aan de inbreuk hebben deelgenomen, aanzienlijke verschillen bestaan wat betreft hun belang op de markt.

(15)

De ondernemingen werden in zes categorieën ingedeeld afhankelijk van hun relatieve belang op de betrokken markt in 1996. 1996 werd als referentiejaar gebruikt omdat dit het laatste volledige jaar van de inbreuk was waarin alle ondernemingen die aan het kartel hebben deelgenomen, nog op de relevante markt aanwezig waren.

(16)

Met marktaandelen die worden geraamd op 12,5 % en 11,5 %, worden Wavin/BPI en Bischof + Klein ingedeeld in de eerste categorie. Nordenia en Nordfolien, met een marktaandeel van 8,9 %, worden in de tweede categorie ingedeeld. Aspla (7,2 %) en Fardem (6,6 %) komen in de derde categorie. UPM-Kymmene (4,8 %), RKW (4,6 %) en Stempher (4,3 %) komen in de vierde categorie. Bonar Technical Fabrics (3,1 %), Cofira (2,9 %) en Trioplast Wittenheim (2,8 %) worden in de vijfde categorie ingedeeld. Sachsa (2,3 %), Bischof + Klein France (1,9 %) en Bernay Film Plastique (1,6 %) komen in de zesde categorie.

(17)

Wat Stempher (Koninklijke Verpakkingsindustrie Stempher cv en Stempher bv) betreft, is er in het dossier geen bewijs van terug te vinden dat zij kennis had van de volledige organisatie van het kartel. Haar deelname is beperkt gebleven tot één van de subgroepen die uitsluitend betrekking had op de Nederlandse markt (en incidenteel de Belgische markt). Derhalve wordt een vermindering met 25 % toegepast op het basisbedrag van de Stempher opgelegde geldboete.

2.1.3.   Voldoende afschrikkende werking

(18)

Binnen de categorie van de zeer zware inbreuken biedt het scala van mogelijke geldboeten ook de mogelijkheid het bedrag van de geldboeten op zodanige hoogte vast te stellen dat deze een voldoende afschrikkende werking garanderen, rekening houdend met de omvang en de economische macht van elke onderneming. In dit verband tekent de Commissie aan dat in 2004, het onmiddellijk aan de beschikking voorafgaande boekjaar, het UPM-Kymmene-concern een omzet van 9 820 miljoen EUR behaalde. Derhalve wordt het passend geacht de aan UPM-Kymmene op te leggen geldboete met een factor 2 te vermenigvuldigen.

2.1.4.   Duur

(19)

Er worden individuele verhogingen van de percentages toegepast afhankelijk van de duur van de inbreuk die elke onderneming heeft gepleegd. Bischof + Klein Co. KG, Cofira-Sac sa, Fardem Packaging, Nordenia International AG, Trioplast Wittenheim, RKW en JM Gesellschaft für industrielle Beteiligungen hebben gedurende een periode van meer dan 20 jaar deelgenomen aan de inbreuk, hetgeen resulteert in een procentuele vermeerdering van het uitgangsbedrag van 200 %. Combipac nam gedurende een periode van 19 jaar en 10 maanden deel aan de inbreuk, hetgeen leidt tot een procentuele vermeerdering van het uitgangsbedrag met 195 %. Bischof + Klein France SAS nam gedurende een periode van 18 jaar en 11 maanden deel aan de inbreuk, hetgeen resulteert in een procentuele vermeerdering van het uitgangsbedrag met 185 %. Sachsa nam gedurende een periode van 14 jaar en 4 maanden deel aan de inbreuk, hetgeen leidt tot een procentuele vermeerdering van het uitgangsbedrag met 140 %. Aspla en Armando Álvarez sa namen gedurende een periode van 11 jaar en 3 maanden deel aan de inbreuk, hetgeen leidt tot een procentuele vermeerdering van het uitgangsbedrag met 110 %. Groupe Gascogne, FLS Plast en FLSmidth & Co namen gedurende een periode van 8 jaar (en 5 maanden voor Groupe Gascogne) deel aan de inbreuk, hetgeen resulteert in een procentuele vermeerdering van het uitgangsbedrag met 80 %. Kendrion nv nam gedurende een periode van 7 jaar deel aan de inbreuk, hetgeen leidt tot een procentuele vermeerdering van het uitgangsbedrag met 70 %. Nordfolien nam gedurende een periode van 9 jaar en 7 maanden deel aan de inbreuk, hetgeen leidt tot een procentuele vermeerdering van het uitgangsbedrag met 95 %. Bonar Technical Fabrics en Low & Bonar namen gedurende een periode van 6 jaar en 2 maanden deel aan de inbreuk, hetgeen leidt tot een procentuele vermeerdering van het uitgangsbedrag met 60 %. UPM-Kymmene en British Polythene Industries PLC namen gedurende een periode van 4 jaar en 6 maanden deel aan de inbreuk, hetgeen resulteert in een procentuele vermeerdering van het uitgangsbedrag met 45 %. KV Stempher cv en Stempher bv namen gedurende een periode van 4 jaar deel aan de inbreuk, hetgeen leidt tot een procentuele vermeerdering van het uitgangsbedrag met 40 %. Tenslotte namen Trioplast Industrier AB en Bernay Film Plastique gedurende een periode van meer dan 3 jaar deel aan de inbreuk, hetgeen resulteert in een procentuele vermeerdering van het uitgangsbedrag met 30 %.

2.2.   Verzwarende omstandigheden

2.2.1.   Recidive

(20)

Op het moment dat de inbreuk plaatsvond, was tegen UPM-Kymmene reeds een vroegere verbodsbeschikking van de Commissie gericht wegens kartelactiviteiten, namelijk Beschikking nr. 94/601/EG in de kartonzaak (IV/C/33.833). Deze verzwarende omstandigheid rechtvaardigt een verhoging met 50 % van het basisbedrag van de aan UPM-Kymmene op te leggen geldboete.

2.2.2.   Dwarsbomen van het onderzoek

(21)

Tijdens de inspectie heeft een van de algemeen directeuren van Bischof + Klein een effecten hiervan, wordt ervan uitgegaan dat dit gedrag het goede verloop van het onderzoek noodzakelijkerwijs verstoord heeft en de inspecteurs gehinderd heeft bij het uitoefenen van hun onderzoekbevoegdheden. Deze opzettelijke dwarsboming wordt beschouwd als een verzwarende omstandigheid, zoals bepaald is in de richtsnoeren voor de berekening van geldboeten, en moet gesanctioneerd worden door een verhoging met 10 % van het basisbedrag van de geldboete.

2.3.   Verzachtende omstandigheden

(22)

Verschillende ondernemingen beriepen zich op verzachtende omstandigheden op grond van verschillende factoren zoals hun passieve rol, het niet daadwerkelijk toepassen van de praktijken, de snelle beëindiging van de inbreuk, de invoering van compliance programma's en de crisis in de sector industriezakken. Deze aanspraken werden alle verworpen omdat zij ongegrond werden geacht.

2.4.   Toepassing van het plafond van 10 % van de omzet

(23)

Overeenkomstig artikel 15, lid 2, van Verordening nr. 17 en artikel 23, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1/2003 is de aan elke onderneming op te leggen geldboete niet groter dan 10 % van haar totale omzet. De drempel van 10 % „[kan], wanneer meerdere adressaten „de onderneming” vormen in de zin van de economische entiteit die voor de te bestraffen inbreuk aansprakelijk is, en dit nog op het tijdstip dat de beschikking wordt gegeven (…), worden berekend op basis van de totale omzet van die onderneming, met andere woorden van al haar bestanddelen samen. Wanneer daarentegen deze economische entiteit in de tussentijd is opgebroken, heeft iedere adressaat van de beschikking het recht dat het betrokken plafond op elk van hen wordt toegepast (vertaling)” (5).

(24)

Het plafond van 10 % wordt waar passend toegepast, namelijk voor Stempher, Bernay Film Plastique, Nordenia International AG, Nordefolien GmbH, Cofira-Sac, Fardem, Combipac bv, Bischof + Klein GmbH & Co. KG en Bischof + Klein France.

2.5.   Toepassing van de clementieregeling van 1996

(25)

Aangezien in deze zaak BPI vóór de inwerkingtreding van de clementiemededeling van 2002 om clementiemaatregelen heeft verzocht, gelden hier de bepalingen van de clementieregeling van 1996.

2.5.1.   Deel B (vermindering van 75 % tot 100 %)

(26)

In november 2001 was BPI de eerste onderneming om de Commissie bewijsmateriaal over de inbreuk te verstrekken dat van doorslaggevend belang was en op grond waarvan de Commissie succesvolle inspecties kon uitvoeren. BPI is tijdens de hele duur van het onderzoek blijven meewerken en is dus haar verplichtingen overeenkomstig de clementieregeling nagekomen.

(27)

Drie partijen hebben in hun antwoord op de mededeling van punten van bezwaar aangevoerd dat BPI na november 2001 had deelgenomen aan een heimelijke regeling betreffende een offerteaanvraag. Na een diepgaand onderzoek van deze aantijgingen en aangezien geen overtuigend materieel bewijs werd geleverd, kwam de Commissie tot de conclusie dat BPI terecht in aanmerking komt voor deel B van de clementieregeling. Derhalve is de Commissie van oordeel dat BPI (met inbegrip van haar dochteronderneming Combipac bv) in aanmerking komt voor een vermindering met 100 % van het bedrag van de geldboete die haar anders zou zijn opgelegd.

2.5.2.   Deel D (vermindering met 10 % tot 50 %)

(28)

Trioplast-Wittenheim heeft kort nadat zij het verzoek om inlichtingen had ontvangen dat de Commissie haar ex artikel 11 van Verordening nr. 17 had gezonden, een clementieverzoek ingediend. Haar verklaringen over de werking van het kartel en over een aantal documenten hebben ertoe bijgedragen dat het bestaan van de inbreuk kon worden bevestigd. Gelet op haar medewerking, is de Commissie van mening dat Trioplast Wittenheim en Trioplast Industrier gerechtigd zijn een vermindering met 30 % te krijgen van de geldboete die hun anders zou zijn opgelegd, overeenkomstig deel D van de clementieregeling van 1996.

(29)

Bischof + Klein en Cofira verstrekten een aantal inlichtingen en documenten die het op grond van artikel 11 gezonden verzoek om inlichtingen te buiten gingen en zij hebben de feiten niet betwist. Gelet op hun medewerking, is de Commissie van mening dat Bischof + Klein GmbH & Co. KG, Bischof en Klein France SAS en Cofira-Sac sa gerechtigd zijn een vermindering met 25 % te krijgen van de geldb oete die hun anders zou zijn opgelegd.

(30)

De Commissie is van mening dat Nordfolien (6) en Bonar Technical Fabrics (7) gerechtigd zijn een vermindering met 10 % te krijgen van de geldboete die hun anders zou zijn opgelegd omdat zij de feiten niet hebben betwist.

(31)

De Commissie is van mening dat de door Sachsa vrijwillig verstrekte informatie er niet wezenlijk heeft toe bijgedragen om het bestaan van de inbreuk te bewijzen, en dat de onderneming derhalve niet in aanmerking komt voor een vermindering van de geldboete.

(32)

De verzoeken van FLS-Plast en FLSmidth om een verlaging van de geldboete wegens het niet betwisten van de feiten, worden verworpen.

3.   BESCHIKKING

(33)

De volgende ondernemingen hebben op artikel 81 van het Verdrag inbreuk gemaakt door, gedurende de aangegeven perioden, deel te nemen aan een geheel van overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen in de sector kunststof industriezakken in Duitsland, de Benelux, Spanje en Frankrijk, die betrekking hadden op de vaststelling van prijzen, het opstellen van gemeenschappelijke calculatieschema's, de verdeling van markten en de toewijzing van verkoopquota, de toewijzing van afnemers, zaken en bestellingen, de indiening van onderling afgestemde offertes in het kader van verschillende offerteaanvragen, en de uitwisseling van geïndividualiseerde informatie:

a)

Combipac bv, van 6 januari 1982 tot en met 9 november 2001, en British Polythene Industries PLC, van 25 april 1997 tot en met 9 november 2001;

b)

Bischof + Klein GmbH & Co. KG, van 6 januari 1982 tot en met 26 juni 2002, en Bischof + Klein France SAS, van 6 januari 1982 tot en met 18 december 2000;

c)

RKW AG Rheinische Kunststoffwerke en JM Gesellschaft für industrielle Beteiligungen mbH & Co. KGaA, van 6 januari 1982 tot en met 26 juni 2002;

d)

Fardem Packaging bv, van 6 januari 1982 tot en met 26 juni 2002, en Kendrion nv, van 8 juni 1995 tot en met 26 juni 2002;

e)

Nordenia International AG, van 6 januari 1982 tot en met 26 juni 2002;

f)

Nordfolien GmbH, van 24 november 1992 tot en met 26 juni 2002;

g)

Trioplast Wittenheim sa, van 6 januari 1982 tot en met 26 juni 2002, en Trioplast Industrier AB, van 21 januari 1999 tot en met 26 juni 2002;

h)

FLS Plast A/S en FLSmidth & Co A/S van 31 december 1990 tot en met 19 januari 1999;

i)

Cofira-Sac sa, van 24 maart 1982 tot en met 26 juni 2002;

j)

Plásticos Españoles sa en Armando Álvarez sa, van 8 maart 1991 tot en met 26 juni 2002;

k)

Sachsa Verpackung GmbH, van 9 februari 1988 tot en met 26 juni 2002, en Groupe Gascogne, van 1 januari 1994 tot en met 26 juni 2002;

l)

UPM-Kymmene Oyj, van 18 juli 1994 tot en met 31 januari 1999;

m)

Bernay Film Plastique, van 31 augustus 1995 tot en met 9 november 1998;

n)

Bonar Technical Fabrics nv en Low & Bonar PLC, van 13 september 1991 tot en met 28 november 1997.

(34)

Stempher bv en Koninklijke Verpakkingsindustrie Stempher cv hebben op artikel 81 van het Verdrag inbreuk gemaakt door van 25 oktober 1993 tot en met 31 oktober 1997 deel te nemen aan een geheel van overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen in de sector kunststof industriezakken in Nederland en incidenteel in België, die betrekking hadden op de vaststelling van prijzen, het opstellen van gemeenschappelijke calculatieschema's, de verdeling van markten, de toewijzing van afnemers, zaken en bestellingen, en de uitwisseling van geïndividualiseerde informatie.

(35)

De volgende geldboeten worden opgelegd voor deze inbreuken:

a)

Combipac bv: 0 EUR. Voor dit bedrag wordt British Polythene Industries PLC hoofdelijk aansprakelijk gesteld ten belope van 0 EUR;

b)

Bischof + Klein GmbH & Co. KG: 29,15 miljoen EUR en Bischof + Klein France SAS: 3,96 miljoen EUR;

c)

RKW AG Rheinische Kunststoffwerke en JM Gesellschaft für industrielle Beteiligungen mbH & Co. KGaA, hoofdelijk aansprakelijk: 39 miljoen EUR;

d)

Kendrion nv: 34 miljoen EUR. Voor dit bedrag wordt Fardem Packaging bv hoofdelijk aansprakelijk gesteld ten belope van 2,20 miljoen EUR;

e)

Nordenia International AG: 39,10 miljoen EUR. Voor dit bedrag wordt Nordfolien GmbH hoofdelijk aansprakelijk gesteld ten belope van 7,18 miljoen EUR;

f)

Trioplast Wittenheim sa: 17,85 miljoen EUR. Voor dit bedrag worden FLSmidth & Co. A/S en FLS Plast A/S hoofdelijk aansprakelijk gesteld ten belope van 15,30 miljoen EUR en Trioplast Industrier AB hoofdelijk aansprakelijk ten belope van 7,73 miljoen EUR;

g)

Cofira-Sac sa: 350 000 EUR;

h)

Plásticos Españoles sa en Armando Álvarez sa, hoofdelijk aansprakelijk voor 42 miljoen EUR;

i)

Sachsa Verpackung GmbH: 13,20 miljoen EUR. Voor dit bedrag wordt Groupe Gascogne hoofdelijk aansprakelijk gesteld ten belope van 9,90 miljoen EUR;

j)

UPM-Kymmene Oyj: 56,55 miljoen EUR;

k)

Bernay Film Plastique: 940 000 EUR;

l)

Bonar Technical Fabrics nv en Low & Bonar PLC, hoofdelijk aansprakelijk: 12,24 miljoen EUR;

m)

Stempher bv en Koninklijke Verpakkingsindustrie Stempher cv, hoofdelijk aansprakelijk: 2,37 miljoen EUR.

(36)

Bovenstaande ondernemingen maken onverwijld een einde aan de in de overwegingen 33 en 34 hierboven vermelde inbreuken, voor zover dit nog niet is geschied. Zij onthouden zich in de toekomst van elke in de overwegingen 33 en 34 beschreven handeling of gedraging, alsmede van elke handeling of gedraging die hetzelfde of een soortgelijk doel of gevolg heeft.

(37)

Een niet-vertrouwelijke versie van de volledige tekst van de beschikking is te vinden in de authentieke talen van de zaak op de website van DG Concurrentie op het volgende adres: http://ec.europa.eu/comm/competition/index_en.html.


(1)  PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 411/2004 (PB L 68 van 6.3.2004, blz. 1).

(2)  De deelname van Stempher aan de inbreuk was beperkt tot Nederland en, incidenteel, België.

(3)  Er bestaan ook papieren industriezakken, maar deze vallen niet binnen de reikwijdte van dit onderzoek.

(4)  PB C 207 van 18.7.1996, blz. 4.

(5)  Zie het arrest van het Gerecht van eerste aanleg in gevoegde zaken T-71/03 (Tokai Carbon en Co Ltd), T-74/03 (Intech EDM BV), T-87/03 (Intech EDM AG) en T-91/03 (SGL Carbon AG) tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen, Jurispr. 2005, blz. II-010, punt 390.

(6)  Aangezien Nordfolien en Nordenia International AG sinds 2003 tot twee onderscheiden ondernemingen behoren, moet het verlenen van medewerking waarop Nordfolien zich beroept, uitsluitend aan deze onderneming worden toegerekend en is er dus geen reden om Nordenia International AG aanspraak te laten maken op de vermindering van de geldboete die Nordfolien krijgt.

(7)  Aangezien Low & Bonar PLC met Bonar Technical Fabrics één onderneming vormt, is zij ook gerechtigd deze vermindering van de geldboete te krijgen.


26.10.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 282/47


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 18 augustus 2006

waarbij een concentratie verenigbaar wordt verklaard met de gemeenschappelijke markt en met de werking van de EER-overeenkomst

(Zaak COMP/M.3848 — Sea-Invest/EMO-EKOM)

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2006) 3710)

(Slechts de tekst in de Engelse taal is authentiek)

(Voor de EER relevante tekst)

(2007/687/EG)

Op 18 augustus 2006 heeft de Commissie een beschikking gegeven met betrekking tot een zaak in het kader van artikel 8, lid 2, van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (de EG-concentratieverordening) (1). Een niet-vertrouwelijke versie van de volledige tekst van de beschikking is beschikbaar in de oorspronkelijke taal van de zaak en in de werktalen van de Commissie op de website van het Directoraat-generaal Concurrentie: http://ec.europa.eu/comm/competiton/index_en.html

I.   SAMENVATTING

(1)

Sea-Invest N.V. („Sea-Invest”) is een overslagbedrijf dat actief is in een aantal havens in België, Frankrijk, Duitsland en Zuid-Afrika. De kernactiviteit van het bedrijf is de behandeling van droge en andere bulkgoederen. Sea-Invest heeft onder meer zeggenschap over de volgende terminals die steenkool, ijzererts en andere droge bulkgoederen overslaan: ABT in Antwerpen, GVT en CBM in Gent en Sea-Bulk in Duinkerken.

(2)

De onderneming Europees Massagoed-Overslagbedrijf B.V. en Erts- en Kolen Overslagbedrijf B.V. („EMO-EKOM”) biedt terminaldiensten voor steenkool en ijzererts in Rotterdam. EMO exploiteert de terminal terwijl EKOM eigenaar is van de faciliteiten. De huidige aandeelhouders van EMO-EKOM zijn ThyssenKrupp Veerhaven B.V. („TKV”), RAG Logistic GmbH („RAG”), H.E.S. Beheer N.V. („HES”) en Manufrance B.V. („Manufrance”).

(3)

TKV is de zeehavenexpediteur van ThyssenKrupp Steel voor de havens van Amsterdam, Rotterdam en Antwerpen. Deze onderneming verricht vervoerdiensten per duwbak of per binnenschip via de Rijn naar de hoogovens van het concern in Duisburg. TKV exploiteert tevens een steenkool- en ijzerertsterminal in de Rotterdamse haven, die volledig is voorbehouden aan de groep ThyssenKrupp.

(4)

HES bezit niet alleen aandelen in EMO-EKOM doch ook in andere ondernemingen die zich bezighouden met de behandeling van droge bulkgoederen in de havens van Rotterdam, Amsterdam en Zeeland. De dochteronderneming van het bedrijf, EBS, behandelt steenkool, ijzererts en andere droge bulkgoederen in Rotterdam. Het heeft daarnaast gezamenlijke zeggenschap over de RBT-terminal voor ijzererts, steenkool en andere droge bulkgoederen in Rotterdam evenals over de OBA-terminal voor de opslag en overslag van steenkool en andere droge bulkgoederen in Amsterdam. Verder heeft het een niet-beheersend belang in de OVET-terminal voor de behandeling van steenkool, ijzererts en andere droge bulkgoederen in Zeeland.

(5)

Manufrance bezit, afgezien van haar deelneming in EMO-EKOM, beheersende belangen in OVET en OBA. Manufrance is een dochteronderneming van ATIC Services, een joint venture tussen de concerns Total, EDF en Arcelor (geen van deze aandeelhouders heeft echter een beheersend belang in ATIC Services). ATIC Services heeft deelnemingen in ondernemingen die diensten verrichten op het gebied van de handel in steenkool, binnenvaartlogistiek, zeevervoer en kwaliteitscontrole van geïmporteerde steenkool en ijzererts.

(6)

Volgens de voorgenomen transactie verwerft Sea-Invest gezamenlijke zeggenschap over EMO-EKOM door de aankoop van aandelen in de zuivere houdstermaatschappij SNV van de huidige aandeelhouder RAG. Na de transactie zal EMO-EKOM onder gezamenlijke zeggenschap staan van Sea-Invest, TKV, HES en Manufrance.

(7)

Uit het marktonderzoek van de Commissie is gebleken dat de voorgenomen concentratie geen aanleiding geeft tot mededingingsbezwaren omdat zij geen significante belemmering vormt voor de daadwerkelijke mededinging in de gemeenschappelijke markt of een wezenlijk deel daarvan.

II.   TOELICHTING

1.   DE RELEVANTE PRODUCTMARKTEN

(8)

De Commissie heeft in het verleden geoordeeld dat de markt voor terminaldiensten (vrachtverwerking en opslag in havens) kon worden onderverdeeld volgens de drie grote categorieën lading: i) stukgoederen (met name containers), ii) droge bulkgoederen en iii) vloeibare bulkgoederen. In een eerdere beschikking werd tevens aangegeven dat de markt voor terminaldiensten voor droge bulkgoederen verder kon worden onderverdeeld in verschillende soorten grondstoffen. Droge bulkgoederen worden gewoonlijk opgesplitst in verschillende categorieën: steenkool en ijzererts, agri-bulkgoederen (zoals zaden of granen) en andere droge bulkgoederen (2). Doordat terminals voor agri-bulkgoederen, voornamelijk om redenen van voedselveiligheid, niet concurreren met terminals die de andere twee soorten bulkgoederen behandelen, richtte het onderzoek zich op de vraag of de behandeling van steenkool en ijzererts enerzijds en van andere droge bulkgoederen anderzijds, onderscheiden productmarkten vormen.

(9)

Steenkool en ijzererts zijn belangrijke bulkproducten die in grote hoeveelheden worden behandeld; het tempo waarmee deze goederen worden gelost is van cruciaal belang terwijl aan behandeling en opslag geen bijzondere eisen worden gesteld. Terminalbedrijven kunnen afwisselend steenkool en ijzererts behandelen en voor beide producten worden dikwijls dezelfde installaties gebruikt. Zowel ijzererts als steenkool worden in de open lucht en over het algemeen op hetzelfde terein opgeslagen, zij het in verschillende depots. Verder zijn de afnemers van de bedrijven die de steenkool en ijzererts behandelen in beide gevallen doorgaans ook de eindgebruikers van deze grondstoffen, d.w.z. grote ijzer- en staalbedrijven en elektriciteitsmaatschappijen. Beide grondstoffen worden tevens vervoerd in grote zeeschepen; voor het binnenlandse vervoer wordt de voorkeur gegeven aan de binnenvaart en in mindere mate aan vervoer per spoor.

(10)

Andere droge bulkgoederen vragen daarentegen om een andere behandeling omdat zij dikwijls kwetsbaarder zijn dan steenkool en ijzererts, niet met behulp van de snelle transportbanden kunnen worden behandeld die voor steenkool en ijzererts worden gebruikt, en soms overdekt moeten worden opgeslagen. Deze andere droge bulkgoederen worden bovendien in veel kleinere hoeveelheden vervoerd en behandeld. Dit geldt ook voor de zeeschepen waarmee deze goederen worden vervoerd, en die, in tegenstelling tot de schepen voor steenkool en ijzererts, dankzij hun geringere diepgang kleinere havens kunnen aandoen. Omdat de getransporteerde volumes kleiner zijn is het binnenlands vervoer van deze andere droge bulkgoederen flexibeler. Ook de afnemers van deze goederen zijn verschillend, waarbij een grotere rol is weggelegd voor handels- en logistieke ondernemingen.

(11)

Hoewel sommige kleinere terminalbedrijven wel afwisselend steenkool en ijzererts enerzijds en droge bulkgoederen anderzijds behandelen, zijn er aanzienlijke verschillen tussen de behandeling van deze twee categorieën producten die een daadwerkelijke en onmiddellijke substitueerbaarheid aan aanbodzijde beperken. Grote afnemers van steenkool en ijzererts hebben eveneens bevestigd dat zij andere droge bulkterminals niet als een bruikbaar alternatief beschouwen door het gebrek aan opslagcapaciteit en het onvermogen om grote vrachtvolumes snel te laden en te lossen.

(12)

Gezien het bovenstaande komt de beschikking tot de conclusie dat de behandeling van steenkool en ijzererts enerzijds en de behandeling van andere droge bulkgoederen anderzijds, onderscheiden markten vormen.

(13)

Verder heeft de Commissie in het verleden onderscheid gemaakt tussen de markten voor terminaldiensten voor achterlandverkeer (3) enerzijds en voor overslagverkeer (4) anderzijds. Dit onderscheid werd ook in deze zaak bevestigd. In de beschikking wordt de voornaamste getroffen productmarkt derhalve omschreven als de markt voor terminaldiensten voor achterlandverkeer voor steenkool en ijzererts, welke van de markt voor terminaldiensten voor overslagverkeer voor steenkool en ijzererts moet worden onderscheiden.

2.   DE RELEVANTE GEOGRAFISCHE MARKTEN

(14)

In haar besluit overeenkomstig artikel 6, lid 1, onder c), van de concentratieverordening stelde de Commissie vast dat de relevante geografische markt ofwel alle havens in het ARA-gebied (d.w.z. Antwerpen, Rotterdam, Amsterdam, met inbegrip van Zeeland) zou kunnen omvatten ofwel beperkt zou kunnen blijven tot de haven van Antwerpen enerzijds en de Nederlandse havens (Rotterdam, Amsterdam, Zeeland) anderzijds. Daarom richtte het uitvoerige onderzoek zich op de substitueerbaarheid tussen de ABT-terminal van Sea-Invest in Antwerpen (evenals haar terminals in Gent en Duinkerken) en EMO-EKOM alsmede andere terminals in de Nederlandse havens.

(15)

De terminals voor steenkool en ijzererts hebben drie grote groepen afnemers: ijzer- en staalproducenten, elektriciteitsmaatschappijen en handelaars. Bij de keuze van de terminal die zij wensen te gebruiken moeten de afnemers rekening houden met de gehele logistieke keten om de totale logistieke kosten in verband met de invoer van steenkool en ijzererts zo laag mogelijk te houden. Uit het onderzoek van de Commissie is gebleken dat deze overwegingen de uiteindelijke keuze voor een bepaalde terminal aanzienlijk beperken. De belangrijkste kostenelementen van de logistieke keten, naast terminalbehandeling en opslag, zijn zeevervoer en binnenlands vervoer. De kosten voor terminalbehandeling en opslag vertegenwoordigen slechts circa 10 à 15 % van de totale logistieke kosten. Doordat deze kosten betrekkelijk laag zijn zal een afnemer niet gauw op een andere terminal overschakelen, zelfs niet indien de tarieven met 10 of zelfs 15 % zouden stijgen, omdat de keuze van de loshaven en -terminal veeleer wordt bepaald door de zwaarwegender kostenelementen — kosten voor zeevervoer en binnenlands vervoer — en door andere voor elke afnemer specifieke factoren.

(16)

In de beschikking worden daarom allereerst de belangrijkste aspecten van de totale logistieke kosten voor de invoer van steenkool en ijzererts onderzocht. Verder wordt een samenvatting gegeven van de resultaten van het uitvoerige onderzoek naar de mogelijkheden voor individuele afnemers van Sea-Invest, EMO-EKOM en andere terminals om hun activiteiten over te hevelen tussen Antwerpen (of zelfs Gent en Duinkerken) enerzijds en Rotterdam en andere Nederlandse havens anderzijds.

(17)

De kosten voor zeevervoer zijn voor de meeste afnemers de factor die bij de keuze van een bepaalde terminal de doorslag geeft. Het is over het algemeen economischer om voor het maritieme traject van het vervoer van steenkool, en meer nog van ijzererts, zo groot mogelijke schepen te gebruiken. De keuze van een schip van een bepaalde omvang wordt evenwel beperkt door de diepte van de havens. Uit het onderzoek is gebleken dat de vaargeul in de haven van Antwerpen minder diep is dan die in Rotterdam en andere havens in het ARA-gebied en dat grote schepen (van meer dan ongeveer 140 000 dwt) daarom de haven van Antwerpen niet volgeladen kunnen binnenvaren. Daarom worden deze grote schepen, die 79 % van de geïmporteerde steenkool en zelfs 93 % van de geïmporteerde ijzererts aanvoeren, in de haven van Rotterdam gelost. Een kwantitatieve analyse van de kosten van het zeevervoer bevestigde het belang van een diepe vaargeul en de relatieve betekenis van het daaruit voortvloeiende kostennadeel van de ABT-terminal ten opzichte van de EMO-EKOM-terminal. Voor steenkool afkomstig uit een haven zonder beperkingen wat de diepgang betreft (meer dan 70 % van alle steenkool die in het ARA-gebied wordt gelost) beloopt het verschil in kosten voor het zeevervoer tussen Antwerpen en Rotterdam circa 50 % van het behandelingstarief. Dit verschil op zich maakt overschakeling in geval van een prijsverhoging met 10 %, onwaarschijnlijk.

(18)

De kosten voor het binnenlands vervoer kunnen eveneens een aanzienlijk effect hebben op de keuze van een bepaalde terminal, afhankelijk van de vestigingsplaats van de afnemers. Uit een vergelijking van de gemiddelde binnenlandse vervoerskosten voor verschillende regio's vanuit Antwerpen en Rotterdam blijkt dat Antwerpen met name voor België en tot op zekere hoogte voor Noord-Frankrijk, aanzienlijk goedkoper is. Anderzijds is Rotterdam goedkoper voor Duitsland (Roergebied, Saarland, Zuid-Duitsland) en in zekere mate voor Nederland. Het kostenverschil tussen Antwerpen en Rotterdam bedraagt voor deze regio's tussen 20 en 50 % van het gemiddelde terminaltarief. Dit beperkt de economische prikkel voor afnemers om tussen Antwerpen en Rotterdam over te schakelen ingeval dit tarief met 10 % zou stijgen. Ook de verklaringen van Sea-Invest en van respondenten die aan het onderzoek deelnamen bevestigen dat Antwerpen en Rotterdam grotendeels een verschillend achterland bedienen en dat de keuze van een terminal in belangrijke mate wordt bepaald door de vestigingsplaats van de afnemer.

(19)

Verder worden in de beschikking de prijzen van terminaldiensten van ABT en EMO-EKOM onderzocht die door in verschillende geografische gebieden gevestigde afnemers worden betaald. Hieruit bleek dat er noch voor ABT, noch voor EMO-EKOM bepaalde regio's zijn waar de afnemers aanmerkelijk lagere of hogere prijzen betalen dan in andere regio's. Dit lijkt erop te wijzen dat er geen specifieke regio's zijn waar de concurrentie tussen terminals bijzonder groot is. Uit het onderzoek van terminalprijzen blijkt tevens dat er aanzienlijke prijsverschillen zijn tussen afzonderlijke afnemers van zowel ABT als EMO-EKOM.

(20)

Wat de specifieke situatie van elk van de bovengenoemde afnemersgroepen betreft wordt in de beschikking een overzicht gegeven van de terminals die door afzonderlijke groepen afnemers die in verschillende regio's zijn gevestigd, worden gebruikt evenals hun werkelijke mogelijkheden om van terminal te veranderen. Dit onderzoek is gebaseerd op de antwoorden van de afnemers op uitvoerige vragenlijsten evenals op vraaggesprekken die met een aantal afnemers zijn gevoerd. Alle afnemers benadrukten dat hun terminalkeuze in hoge mate wordt bepaald door de kosten van het zeevervoer en de binnenlandse vervoerskosten. Verder zijn er nog veel andere factoren die de keuze van de terminal voor elke afnemer bepalen en beperken, zoals de deelname aan diensten op het gebied van deelladingen (5), aanvullende diensten en opslagcapaciteit van terminals, het risico van congestie, het aantal en de locatie van de fabrieken van de afnemer, de toegankelijkheid en geschiktheid van een binnenvaart- of spoorverbinding, de leveringszekerheid (bijvoorbeeld in perioden van laag water in de Rijn) of de aanwezigheid van langetermijnovereenkomsten met de aanbieders van binnenlandse vervoerdiensten.

(21)

Dit onderzoek heeft bevestigd dat de substitueerbaarheid tussen de terminal van ABT en die van EMO-EKOM zeer beperkt is. Op basis van het marktonderzoek worden in de beschikking de daadwerkelijke substitutiemogelijkheden gekwantificeerd: de volumes waarvoor ABT EMO-EKOM kan vervangen zijn marginaal ten opzichte van het totale volume van EMO-EKOM (minder dan 5 %). Deze volumes zetten EMO-EKOM niet onder druk, met name omdat de belangrijkste afnemers niet van plan zijn over te schakelen. De volumes waarvoor EMO-EKOM de terminal ABT kan vervangen zijn eveneens klein ten opzichte van het volume dat ABT kan behandelen (minder dan 10 %). Deze volumes zijn te klein om de concurrentiedruk op ABT sterk te verhogen, temeer daar de grootste afnemers van ABT niet van plan zijn te veranderen.

(22)

Al deze overwegingen bevestigen de conclusie dat Rotterdam/Amsterdam/Zeeland en Antwerpen/Gent/Duinkerken verschillende geografische markten zijn (6). De concurrentievoorwaarden in deze twee gebieden zijn niet gelijk. Er is wel sprake van enige restconcurrentie tussen deze geografische markten. Deze restconcurrentie betreft in hoofdzaak de door handelaars ingevoerde volumes.

(23)

Anderzijds is de relevante geografische markt voor de overslag van steenkool en ijzererts groter en bestrijkt alle voornaamste diepzeehavens van Gothenburg tot Le Havre, met inbegrip van de diepzeehavens in het VK en Ierland.

3.   BEOORDELING VANUIT HET OOGPUNT VAN DE MEDEDINGING

1.   Terminaldiensten voor achterlandverkeer van steenkool en ijzererts

a)   Unilaterale effecten

i)   Versterking van de machtspositie van ABT in Antwerpen

(24)

ABT heeft een machtspositie op de Antwerpse markt (marktaandeel 100 %) voor terminaldiensten voor achterlandverkeer van steenkool en ijzererts (7), waar slechts sprake is van restconcurrentie. In de beschikking wordt onderzocht of Sea-Invest de mogelijkheid heeft of geneigd zou zijn om haar gezamenlijke zeggenschap over EMO-EKOM te gebruiken om deze restconcurrentie te beperken of uit te schakelen. De gezamenlijke zeggenschap over EMO-EKOM biedt Sea-Invest de mogelijkheid om strategische beslissingen tegen te houden (maar niet om deze actief te nemen), met name wat het businessplan, de begroting, de benoeming van het bestuur of belangrijke investeringen betreft. Doordat Sea-Invest deelneemt aan het bestuur beschikt zij tevens over algemene informatie over het zakelijk beleid en de strategische planning van EMO-EKOM.

(25)

Deze bevoegdheden kunnen de positie van Sea-Invest niet versterken omdat de kleinere afnemers op andere terminals kunnen overschakelen. Uit het grondige onderzoek is gebleken dat geen van de kleinere afnemers van ABT uitsluitend van EMO-EKOM gebruik zou maken. Integendeel, de meeste van deze afnemers noemden andere terminals, zoals OBA en Rietlanden in Amsterdam en RBT in Rotterdam als de beste alternatieven voor ABT. Evenzo bevestigden de kleinere afnemers die van EMO-EKOM op ABT kunnen overschakelen dat zij meer en betere alternatieven hadden, met name andere terminals in Rotterdam en Amsterdam. Gezien de beperkte volumes van de kleinere afnemers zouden deze terminals tevens over de nodige capaciteit beschikken om hun tonnages te absorberen.

(26)

Verder is uit het onderzoek gebleken dat Sea-Invest volstrekt niet geneigd zou zijn om van haar vetorecht gebruik te maken om belangrijke beslissingen tegen te houden teneinde de toch al geringe concurrentie van EMO-EKOM nog verder te beperken. Gezien de beperkte volumes van de kleinere afnemers en het streven van EMO-EKOM om het vervoer van steenkool naar Duitsland uit te breiden, zouden de voordelen voor Sea-Invest niet opwegen tegen de nadelen van een dergelijk veto.

ii)   Unilaterale prijsverhoging door EMO-EKOM

(27)

Een ander nadelig unilateraal effect van de transactie zou kunnen zijn dat EMO-EKOM de mogelijkheid zou kunnen hebben en geneigd zou kunnen zijn om de prijzen te verhogen. Een dergelijk effect zou zich kunnen voordoen indien i) Sea-Invest vóór de transactie met EMO-EKOM concurreerde waardoor laatstgenoemd bedrijf ervan werd weerhouden zijn prijzen te verhogen, en ii) de concentratie deze concurrentiedruk op EMO-EKOM zou uitschakelen of aanzienlijk zou verzwakken. Uit het diepgaande marktonderzoek is gebleken dat aan geen van beide voorwaarden is voldaan.

(28)

Ten eerste bevinden EMO-EKOM en Sea-Invest zich in verschillende geografische markten, en de eventuele concurrentiedruk die door Sea-Invest-terminals op EMO-EKOM wordt uitgeoefend blijft beperkt tot minder dan 5 % van de totale door EMO-EKOM behandelde volumes. Verder noemden de afnemers van EMO-EKOM meestal andere terminals in Rotterdam of Amsterdam, met name OBA of Rietlanden, als mogelijke vervanging. Ten tweede is het, zelfs indien er door Sea-Invest-terminals concurrentiedruk zou worden uitgeoefend op EMO-EKOM, zeer onwaarschijnlijk dat de verwerving van gezamenlijke zeggenschap deze druk aanzienlijk zou verminderen. Sea-Invest zou niet geneigd zijn de concurrentie van ABT ten aanzien van EMO-EKOM te verminderen omdat zij tonnage naar Antwerpen zal moeten aantrekken; zij zal immers, in tegenstelling tot Rotterdam, niet in belangrijke mate kunnen profiteren van de toename van de invoer van steenkool door Duitsland.

(29)

De transactie leidt derhalve niet tot concurrentiebezwaren als gevolg van unilaterale effecten waardoor de machtspositie van Sea-Invest zou worden versterkt of waardoor EMO-EKOM haar prijzen zou kunnen verhogen.

b)   Coördinatie-effecten

(30)

Het besluit overeenkomstig artikel 6, lid 1, onder c), noemt als mogelijk mededingingsbezwaar eveneens de coördinatie van het concurrentiegedrag tussen Sea-Invest en EMO-EKOM en andere terminals (OBA, EBS, RBT, OVET) die onder zeggenschap staan van de aandeelhouders van EMO-EKOM doordat er structurele banden zijn ontstaan tussen Sea-Invest en EMO-EKOM, HES en Manufrance. Gezien evenwel de hierboven beschreven geografische markten zijn de terminals waarover Sea-Invest zeggenschap heeft enerzijds, en de terminals van EMO-EKOM en andere terminals die door HES en Manufrance worden gecontroleerd anderzijds, op verschillende markten actief. Het is derhalve, gezien de beperkte onderlinge concurrentie tussen deze terminals onwaarschijnlijk dat zij na de transactie gecoördineerd concurrentievervalsend gedrag zullen vertonen.

(31)

Hoewel er sprake is van enige restconcurrentie tussen ABT en andere terminals in het ARA-gebied heeft het onderzoek niet aangetoond dat de transactie tot een coordinatie van het concurrentiegedrag zou kunnen leiden. Uit het onderzoek is gebleken dat het beheer van de terminals eigenlijk losstaat van de feitelijke exploitatie van de terminals, waartoe ook het prijszettingsbeleid voor individuele afnemers en uitbreidingsplannen behoren. Eventuele coördinatie is tevens minder waarschijnlijk doordat de aandeelhouders van EMO-EKOM vrij heterogeen blijven wat de omvang van hun activiteiten en de mate van verticale integratie betreft. De transparantie van de markt ten aanzien van de prijsvoorwaarden die door onderhandelingen met individuele afnemers worden overeengekomen, is beperkt. Door de specifieke kenmerken van elke afnemer, met name wat zijn geografische locatie betreft, kunnen de terminaldiensten niet als homogeen worden beschouwd. Verder heeft het onderzoek geen geloofwaardig disciplineringsmechanisme aan het licht gebracht. Ten slotte kunnen beide andere concurrenten (met name Rietlanden) alsook de grote afnemers de van de coördinatie verwachte resultaten in sterke mate nadelig beïnvloeden.

(32)

Gezien het bovenstaande kan worden geconcludeerd dat de transactie geen aanleiding geeft tot mededingingsbezwaren als gevolg van coördinatie-effecten tussen Sea-Invest, EMO-EKOM, HES en Manufrance.

c)   Artikel 2, lid 4

(33)

Uit het marktonderzoek is tevens gebleken dat de transactie geen coördinatie teweeg zal brengen tussen Sea-Invest, HES en Manufrance op de markt voor terminaldiensten voor overige droge bulkgoederen. Er zijn geen aanwijzingen dat de deelneming van Sea-Invest in de steenkool- en ijzerertsterminal EMO-EKOM tot coördinatie met HES en Manufrance zou kunnen leiden op het gebied van overige droge bulkgoederen. Verder zijn er een aantal onafhankelijke terminals voor de behandeling van overige droge bulkgoederen in het ARA-gebied.

2.   Terminaldiensten voor de overslag van steenkool en ijzererts

(34)

De beschikking concludeert dat de transactie geen mededingingsbezwaren doet rijzen op de markt voor terminaldiensten voor de overslag van steenkool en ijzererts gezien de beperkte overslagvolumes van Sea-Invest en EMO-EKOM en de aanwezigheid van veel andere terminals.

4.   CONCLUSIE

(35)

De beschikking komt tot de conclusie dat de voorgenomen concentratie geen mededingingsbezwaren doet rijzen waardoor de daadwerkelijke mededinging in de gemeenschappelijke markt of een aanzienlijk deel daarvan significant zou worden belemmerd.

(36)

Derhalve verklaart de Commissie de aangemelde transactie verenigbaar met de gemeenschappelijke markt en de EER-overeenkomst, overeenkomstig artikel 8, lid 1, van de concentratieverordening en artikel 57 van de EER-overeenkomst.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.

(2)  Allerlei soorten grondstoffen zoals zinkconcentraat en andere non-ferroconcentraten, cementklinkers, ruwijzer, kaolien, fosfaten en andere mineralen, cokes, pet-cokes, antraciet, enz.

(3)  D.w.z. van een diepzeeschip rechtstreeks in een binnenschip, wagon of vrachtwagen.

(4)  D.w.z. van een diepzeeschip in een feederschip.

(5)  Ook wel „pakket-diensten” genoemd. Bij deellading-diensten wordt de lading van verschillende afnemers vervoerd omdat de geïmporteerde volumes te klein zijn om de huur van een afzonderlijk schip rendabel te maken.

(6)  Of de havens van Gent en Duinkerken tot dezelfde geografische markt behoren als Antwerpen dan wel een afzonderlijke markt vormen (die hoe dan ook verschilt van de Nederlandse havens) kan in het midden worden gelaten; noch in het ene, noch in het andere geval leidt de transactie tot mededingingsbezwaren.

(7)  Sea-Invest heeft tevens een machtspositie indien de havens van Gent en Duinkerken deel uit zouden maken van de geografische markt, omdat de terminals waar steenkool en ijzererts voor derde afnemers worden behandeld onder zeggenschap staan van Sea-Invest. De navolgende analyse zou ook opgaan indien Gent en Duinkerken tot dezelfde markt behoorden als Antwerpen.


26.10.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 282/52


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 19 oktober 2007

tot wijziging van Beschikking 2005/393/EG wat betreft beperkingsgebieden in verband met bluetongue

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2007) 5054)

(Voor de EER relevante tekst)

(2007/688/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 2000/75/EG van de Raad van 20 november 2000 tot vaststelling van specifieke bepalingen inzake de bestrijding en uitroeiing van bluetongue (1), en met name op artikel 8, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Richtlijn 2000/75/EG stelt controlevoorschriften en maatregelen vast ter bestrijding van bluetongue in de Gemeenschap, waaronder de instelling van beschermings- en toezichtsgebieden en een verbod op verplaatsingen van dieren uit die gebieden.

(2)

Beschikking 2005/393/EG van de Commissie van 23 mei 2005 inzake beschermings- en toezichtsgebieden in verband met bluetongue en de voorwaarden voor verplaatsingen uit of binnen deze gebieden (2) bakent de algemene geografische gebieden af waarin de lidstaten beschermings- en toezichtsgebieden („beperkingsgebieden”) in verband met bluetongue moeten instellen.

(3)

Naar aanleiding van de melding van uitbraken van bluetongue serotype 1 in juli 2007 in het zuiden van Spanje, heeft Spanje een beperkingsgebied ingesteld.

(4)

Op grond van een door Spanje ingediend met redenen omkleed verzoek moet de afbakening van het beperkingsgebied E in bijlage I bij Beschikking 2005/393/EG worden gewijzigd en moet een nieuw gebied worden ingesteld waar de serotypes 1 en 4 naast elkaar bestaan.

(5)

Naar aanleiding van de melding van uitbraken van bluetongue door België, Duitsland, Frankrijk en Nederland half augustus en begin september 2006 heeft de Commissie Beschikking 2005/393/EG herhaaldelijk gewijzigd wat de afbakening van de beperkingsgebieden betreft.

(6)

Op grond van een door Frankrijk en Duitsland ingediend met redenen omkleed verzoek moet de afbakening van het beperkingsgebied in Frankrijk en Duitsland worden gewijzigd.

(7)

Naar aanleiding van de uitbreiding van het beperkingsgebied in Duitsland als gevolg van de recente uitbraken in Bayern en Schleswig-Holstein moeten beperkingsgebieden in Tsjechië en Denemarken worden afgebakend.

(8)

Beschikking 2005/393/EG moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(9)

De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Bijlage I bij Beschikking 2005/393/EG wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze beschikking.

Artikel 2

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 19 oktober 2007.

Voor de Commissie

Markos KYPRIANOU

Lid van de Commissie


(1)  PB L 327 van 22.12.2000, blz. 74. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2006/104/EG (PB L 363 van 20.12.2006, blz. 352).

(2)  PB L 130 van 24.5.2005, blz. 22. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2007/357/EG (PB L 133 van 25.5.2007, blz. 44).


BIJLAGE

Bijlage I bij Beschikking 2005/393/EG wordt als volgt gewijzigd:

1.

De lijst van beperkingsgebieden in Gebied E (serotype 4) die betrekking heeft op Spanje wordt vervangen door:

„Spanje:

de autonome regio Extremadura: de provincies Cáceres, Badajoz;

de autonome regio Andalucía: de provincies Cádiz, Córdoba, Huelva, Jaén (de comarcas Alcalá la Real, Andújar, Huelma, Jaén, Linares, Santiesteban del Puerto, Ubeda), Málaga, Sevilla;

de autonome regio Castilla-La Mancha: de provincies Albacete (comarca Alcaraz), Ciudad Real, Toledo;

de autonome regio Castilla y Léon: de provinces Ávila (de comarcas Arenas de San Pedro, Candeleda, Cebreros, El Barco de Ávila, Las Navas del Marqués, Navaluenga, Sotillo de la Adrada), Salamanca (de comarcas Béjar, Ciudad Rodrigo en Sequeros);

de autonome regio Madrid: de provincie Madrid (de comarcas Alcalá de Henares, Aranjuez, Arganda del Rey, Colmenar Viejo, El Escorial, Griñon, Municipio de Madrid, Navalcarnero, San Martín de Valdeiglesias, Torrelaguna, Villarejo de Salvanés).”.

2.

De lijst van beperkingsgebieden in Gebied F (serotype 8) die betrekking heeft op Frankrijk wordt vervangen door:

„Frankrijk:

Beschermingsgebied:

Departement Aisne;

Departement Ardennes;

Departement Aube;

Departement Cher: de kantons Aix-d’Angillon, Baugy, La Guerche-sur-l’Aubois, Henrichemont, Léré, Nérondes, Sancergues, Sancerre, Sancoins, Vailly-sur-Sauldre;

Departement Côte-d’Or;

Departement Eure: het arrondissement Andelys;

Departement Loiret: het arrondissement Montargis;

Departement Marne;

Departement Haute-Marne;

Departement Meurthe-et-Moselle;

Dpartement Meuse;

Departement Moselle;

Departement Nièvre;

Departement Nord;

Departement Oise;

Departement Pas-de-Calais;

Departement Bas-Rhin;

Departement Saône-et-Loire: het arrondissement Autun;

Departement Seine-Maritime;

Departement Seine-et-Marne;

Departement Somme;

Departement Val-d’Oise;

Departement Vosges;

Departement Yonne.

Toezichtsgebied:

Departement Allier;

Departement Calvados: de arrondissementen Bayeux, Caen, Lisieux;

Departement Cher: het arrondissement Vierzon en de kantons Bourges, Charenton-du-Cher, Charost, Châteaumeillant, Châteauneuf-du-Cher, Châtelet, Dun-sur-Auron, Levet, Lignières, Saint-Amand-Montron, Saint-Martin-d’Auxigny, Saulzais-le-Potier, Saint-Doulchard;

Departement Doubs: de arrondissementen Besançon en Montbéliard;

Departement Essonne;

Departement Eure: de arrondissementen Bernay en Evreux;

Departement Eure-et-Loir: het arrondissement Dreux en de kantons Auneau, Chartres-Nord-Est, Janville, Maintenon;

Departement Indre: het arrondissement Issoudun;

Departement Jura: het arrondissement Dole;

Departement Loir-et-Cher: het arrondissement Romorantin-Lanthenay;

Departement Loiret: de arrondissementen Orléans en Pithiviers;

Departement Orne: de kantons Aigle-Est, Aigle-Ouest, Argentan-Est, Argentan-Ouest, Bazoches-sur-Hoëne, Courtomer, Ecouché, Exmes, La Ferté-Frênel, Gacé, Longny-au-Perche, Mêle-sur-Sarthe, Merlerault, Mortagneau-Perche, Mortrée, Moulins-la-Marche, Putanges-Pont-Ecrepin, Sées, Tourouvre, Trun, Vimoutiers;

Departement Haut-Rhin;

Departement Haute-Saône;

Departement Saône-et-Loire: de arrondissementen Chalon-sur-Saône, Charolles, Louhans, Mâcon;

Departement Hauts-de-Seine;

Departement Seine-Saint-Denis;

Departement Val-de-Marne;

Departement Ville de Paris;

Departement Territoire de Belfort;

Departement Yvelines.”.

3.

De lijst van beperkingsgebieden in Gebied F (serotype 8) die betrekking heeft op Duitsland wordt vervangen door:

„Duitsland:

Baden-Württemberg

Het gehele grondgebied van de deelstaat

Bayern

Stad Amberg

Landkreis Amberg-Sulzbach

Landkreis Ansbach

Stad Ansbach

Landkreis Aschaffenburg

Stad Aschaffenburg

Landkreis Bad Kissingen

Stad Amberg

Landkreis Bamberg

Stad Bayreuth

Landkreis Bayreuth

Landkreis Cham zonder de gemeente Lohberg

Stad Coburg

Landkreis Coburg

In de Landkreis Dillingen: Bächingen a. d. Brenz, Blindheim, Medlingen, Haunsheim, Wittislingen, Mödingen, Finningen, Bissingen, Lutzingen, Ziertheim, Bachhagel, Zöschingen, Syrgenstein, Gundelfingen a. d. Donau en Lauingen (Donau)

Landkreis Donau-Ries

In de Landkreis Eichstätt: de gemeenten Adelschlag, Altmannstein, Beilngries, Böhmfeld, Buxheim, Denkendorf, Dollnstein, Egweil, Eichstätt, Eitensheim, Gaimersheim, Haunstetter Forst, Hepberg, Hitzhofen, Kinding, Kipfenberg, Kösching, Lenting, Mörnsheim, Nassenfels, Pollenfeld, Schernfeld, Stammham, Titting, Walting, Wellheim, Wettstetten

Stad Erlangen

Landkreis Erlangen-Höchstadt

Landkreis Forchheim

Stad Fürth

Landkreis Fürth

Landkreis Hassberge

Stad Hof

Landkreis Hof

Stad Ingolstadt

Landkreis Kitzingen

Landkreis Kronach

Landkreis Kulmbach

Landkreis Lichtenfels

Landkreis Main-Spessart

Landkreis Miltenberg

Landkreis Neuburg-Schrobenhausen: Bergheim, Neuburg a. d. Donau, Rennertshofen

Landkreis Neumarkt in der Oberpfalz

Landkreis Neustadt an der Waldnaab

Landkreis Neustadt a. d. Aisch — Bad Windsheim

In de Landkreis Neu-Ulm: Elchingen

Stad Neu-Ulm

Landkreis Nürnberger Land

Stad Nürnberg

Landkreis Regensburg

Stad Regensburg

Landkreis Rhön-Grabfeld

Landkreis Roth

Stad Schwabach

Landkreis Schwandorf

Landkreis Schweinfurt

Stad Schweinfurt

Landkreis Tirschenreuth

Stad Weiden

Landkreis Weißenburg — Gunzenhausen

Landkreis Würzburg

Stad Würzburg

Landkreis Wunsiedel i. F.

Brandenburg

In de Landkreis Havelland: de gemeenten Bamme, Bützer, Döberitz, Großderschau, Großwudicke, Havelaue, Jerchel, Milow, Mögelin, Möthlitz, Nitzahn, Premnitz, Rathenow, Rhinow, Schönholz-Neuwerder, Seeblick, Stölln, Vieritz, Zollchow

In de Landkreis Ostprignitz-Ruppin: de gemeenten Breddin en Kötzlin

In de Landkreis Potsdam-Mittelmark: de gemeenten Bensdorf, Boecke, Buckau, Bücknitz, Dretzen, Fohrde, Glienecke, Görzke, Gräben, Köpernitz, Pritzerbe, Rosenau, Rottstock, Steinberg, Wenzlow, Wollin, Wusterwitz, Ziesar

Landkreis Prignitz met uitzondering van de gemeenten Demerthin, Vehlow, Wutike

Freie Hansestadt Bremen

Het gehele grondgebied van de deelstaat

Freie und Hansestadt Hamburg

Het gehele grondgebied van de deelstaat

Hessen

Het gehele grondgebied van de deelstaat

Mecklenburg-Vorpommern

In de Landkreis Bad Doberan: de gemeenten Admannshagen-Bargeshagen, Alt Bukow, Stadt Bad Doberan, Bartenshagen-Parkentin, Bastorf, Benitz, Biendorf, Börgerende-Rethwisch, Bröbberow, Carinerland, Elmenhorst/Lichtenhagen, Hohenfelde, Kassow, Kirch Mulsow, Kritzmow, Stadt Kröpelin, Stadt Kühlungsborn, Lambrechtshagen, Stadt Neubukow, Nienhagen, Papendorf, Reddelich, Stadt Rerik, Retschow, Rukieten, Satow, Am Salzhaff, Stadt Schwaan, Stäbelow, Steffenshagen, Vorbeck, Wiendorf, Wittenbeck, Ziesendorf

In de Landkreis Güstrow: de gemeenten Baumgarten, Bernitt, Bützow, Dobbin-Linstow, Dolgen am See, Dreetz, Gülzow-Prüzen, Güstrow, Jürgenshagen, Klein Belitz, Krakow am See, Kuchelmiß, Lohmen, Lüssow, Penzin, Tarnow, Warnow, Weitendorf, Zehna, Zepelin

Landkreis Ludwigslust

In de Landkreis Müritz: de gemeenten Alt Schwerin, Altenhof, Fünfseen, Jaebetz, Stadt Malchow, Nossentiner Hütte, Stuer, Zislow

Landkreis Nordwestmecklenburg

Landkreis Parchim

Landeshauptstadt Schwerin

Hansestadt Wismar

Niedersachsen

Het gehele grondgebied van de deelstaat

Nordrhein-Westfalen

Het gehele grondgebied van de deelstaat

Rheinland-Pfalz

Het gehele grondgebied van de deelstaat

Saarland

Het gehele grondgebied van de deelstaat

Sachsen

Landkreis Annaberg

Landkreis Aue-Schwarzenberg

Stad Chemnitz

Landkreis Chemnitzer Land

Landkreis Delitzsch

Landkreis Döbeln

Landkreis Freiberg

Stad Leipzig

Landkreis Leipziger Land

In de Landkreis Meißen: Heynitz, Käbschütztal, Ketzerbachtal, Leuben-Schleinitz, Lommatzsch, Nossen, Taubenheim, Triebischtal

Landkreis Mittlerer Erzgebirgskreis

Landkreis Mittweida

Landkreis Muldentalkreis

Stad Plauen

In de Landkreis Riesa-Großenhain: Riesa, Röderau-Bobersen, Stauchitz, Strehla, Zeithain

Landkreis Stollberg

Landkreis Torgau-Oschatz

Landkreis Vogtlandkreis

Landkreis Weißeritzkreis

Stad Zwickau

Landkreis Zwickauer Land

Sachsen-Anhalt

Het gehele grondgebied van de deelstaat

Schleswig-Holstein

Het gehele grondgebied van de deelstaat

Thüringen

Het gehele grondgebied van de deelstaat”.

4.

De lijst van beperkingsgebieden in Gebied F (serotype 8) wordt gewijzigd door toevoeging van de volgende gebieden van Tsjechië:

„Tsjechië:

Regio Karlovy Vary: district Sokolov, district Cheb en district Karlovy Vary

Regio Plzeň: district Tachov, district Domažlice, district Klatovy, district Plzeň-město, district Plzeň-jih, district Plzeň-sever en district Rokycany

Regio Centraal Bohemen: district Rakovník

Regio Ústí nad Labem: district Chomutov, district Louny, district Most en district Teplice”.

5.

De lijst van beperkingsgebieden in Gebied F (serotype 8) wordt gewijzigd door toevoeging van de volgende gebieden van Denemarken:

„Denemarken:

In de provincie Zuid-Jutland: de gemeenten Haderslev, Tønder, Aabenraa en Sønderborg

In de provincie Funen: de gemeenten Assens, Fåborg-Midtfyn, Langeland, Svendborg en Ærø

In de provincie Storstroem: de gemeente Lolland”.

6.

Het volgende nieuwe gebied wordt toegevoegd:

„Gebied I

(serotypes 1 en 4)

Spanje:

de autonome regio Extremadura: de provincie Badajoz

de autonome regio Andalucía: de provincies Cádiz, Huelva, Córdoba, Sevilla, Málaga en de province Jaén (de comarcas Alcalá la Real, Huelma, Úbeda, Linares, Andújar, Jaén en Santiesteban del Puerto)

de autonome regio Castilla-La Mancha: de provincie Ciudad Real (de comarcas Almadén, Almodóvar del Campo, Calzada de Calatrava, Ciudad Real en Piedrabuena).”.


26.10.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 282/60


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 25 oktober 2007

tot wijziging van het aanhangsel bij bijlage VI bij de Akte van toetreding van Bulgarije en Roemenië wat bepaalde melkverwerkingsinrichtingen in Bulgarije betreft

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2007) 5170)

(Voor de EER relevante tekst)

(2007/689/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op de Akte van toetreding van Bulgarije en Roemenië, en met name op bijlage VI, hoofdstuk 4, afdeling B, punt f), eerste alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (1) en Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (2) worden bepaalde structurele voorschriften voor onder die verordeningen vallende inrichtingen vastgesteld.

(2)

In bijlage VI, hoofdstuk 4, afdeling B, punten a) en c), bij de Akte van toetreding van Bulgarije en Roemenië wordt bepaald dat bepaalde structurele voorschriften in die verordeningen tot en met 31 december 2009 niet van toepassing zijn op de inrichtingen in Bulgarije die zijn opgenomen in de hoofdstukken I en II van het aanhangsel bij bijlage VI bij de Akte van toetreding, met inachtneming van bepaalde voorwaarden.

(3)

Hoofdstuk I van het aanhangsel bij bijlage VI bevat een lijst van inrichtingen die aan de voorschriften voldoen en melk die wel respectievelijk niet aan de voorschriften voldoet, mogen ontvangen en verwerken zonder aparte productielijnen. Hoofdstuk II van dat aanhangsel bevat een lijst van inrichtingen die aan de voorschriften voldoen en melk die wel respectievelijk niet aan de voorschriften voldoet, mogen ontvangen en verwerken met aparte productielijnen.

(4)

Deze lijsten van inrichtingen zijn gewijzigd bij Beschikking 2007/26/EG van de Commissie van 22 december 2006 tot wijziging van het aanhangsel bij bijlage VI bij de Akte van toetreding van Bulgarije en Roemenië wat betreft bepaalde melkverwerkingsinrichtingen in Bulgarije (3).

(5)

Bulgarije heeft de situatie in de melksector thans herzien en de in de hoofdstukken I en II van het aanhangsel bij bijlage VI opgenomen inrichtingen opnieuw beoordeeld.

(6)

Volgens die beoordeling voldoen de in hoofdstuk I opgenomen inrichtingen niet aan de structurele voorschriften van Verordening (EG) nr. 852/2004. Daarom moeten deze inrichtingen worden verwijderd van de lijst in hoofdstuk I. Slechts 11 inrichtingen die geen praktische problemen hebben om naar behoren met twee productielijnen te werken, moeten worden gehandhaafd op de lijst in hoofdstuk II.

(7)

Voor de duidelijkheid van de communautaire wetgeving moeten de in de hoofdstukken I en II van het aanhangsel bij bijlage VI bij de Akte van toetreding van Bulgarije en Roemenië vastgestelde lijsten van inrichtingen door de in de bijlage bij deze beschikking vastgestelde lijsten worden vervangen.

(8)

De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Het aanhangsel bij bijlage VI bij de Akte van toetreding van Bulgarije en Roemenië wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij deze beschikking.

Artikel 2

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 25 oktober 2007.

Voor de Commissie

Markos KYPRIANOU

Lid van de Commissie


(1)  PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1. Gerectificeerd in PB L 226 van 25.6.2004, blz. 3.

(2)  PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55; rectificatie in PB L 226 van 25.6.2004, blz. 22. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1791/2006 van de Raad (PB L 363 van 20.12.2006, blz. 1).

(3)  PB L 8 van 13.1.2007, blz. 35.


BIJLAGE

„Aanhangsel bij bijlage VI

HOOFDSTUK I

Lijst van melkverwerkingsinrichtingen die niet aan de voorschriften beantwoordende melk verwerken, als bedoeld in hoofdstuk 4, afdeling B, punt a), van bijlage VI

HOOFDSTUK II

Lijst van melkinrichtingen voor de verwerking van melk die wel en melk die niet aan de voorschriften voldoet bedoeld in hoofdstuk 4, afdeling B, punten a) en c), van bijlage VI

Nr.

Vet. nr.

Naam en adres van de inrichting

Plaats

Regio Veliko Turnovo — Nr. 4

1.

BG 0412010

„Bi Si Si Handel” OOD

gr. Elena

ul. „Treti mart” 19

Regio Vidin — Nr. 5

2.

BG 0512025

„El Bi Bulgarikum” EAD YUPZ

gr. Vidin

YUPZ

Regio Vratsa — Nr. 6

3.

BG 0612027

„Mlechen ray — 99” EOOD

gr. Vratsa

4.

BG 0612043

ET „Zorov-91-Dimitar Zorov”

gr. Vratsa

Regio Plovdiv — Nr. 16

5.

BG 1612001

„OMK” AD

gr. Plovdiv

bul. „Dunav” 3

6.

BG 1612011

„Em Dzhey Deriz” EOOD

gr. Karlovo

bul. „Osvobozhdenie” 69

Regio Silistra — Nr. 19

7.

BG 1912013

„ZHOSI” OOD

s. Chernolik

Regio Sliven — Nr. 20

8.

BG 2012020

„Yotovi” OOD

gr. Sliven

kv. „Rechitsa”

Regio Targovishte — Nr. 25

9.

BG 2512020

„Mizia-Milk” OOD

gr. Targovishte

Industrialna zona

Regio Haskovo — Nr. 26

10.

BG 2612047

„Balgarsko sirene” OOD

gr. Haskovo

bul. „Saedinenie” 94

Regio Shumen — Nr. 27

11.

BG 2712014

„Stars kampani” OOD

gr. Shumen

ul. „Trakiyska” 3”


III Besluiten op grond van het EU-Verdrag

BESLUITEN OP GROND VAN TITEL V VAN HET EU-VERDRAG

26.10.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 282/62


BESLUIT 2007/690/GBVB VAN DE RAAD

van 22 oktober 2007

tot uitvoering van Gemeenschappelijk Optreden 2005/557/GBVB inzake het civiel-militaire optreden van de Europese Unie ter ondersteuning van de missies van de Afrikaanse Unie in de regio Darfur in Sudan en in Somalië

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien Gemeenschappelijk Optreden 2005/557/GBVB van de Raad van 18 juli 2005 inzake het civiel-militaire optreden van de Europese Unie ter ondersteuning van de missies van de Afrikaanse Unie in de regio Darfur in Sudan en in Somalië (1), en met name op artikel 8, lid 1, tweede alinea, in samenhang met artikel 23, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft op 23 april 2007 Besluit 2007/244/GBVB tot uitvoering van Gemeenschappelijk Optreden 2005/557/GBVB inzake het civiel-militaire optreden van de Europese Unie ter ondersteuning van de missies van de Afrikaanse Unie in de regio Darfur in Sudan en in Somalië (2) aangenomen. Bij dat besluit is de financiering van de civiele component ervan verlengd tot en met 31 oktober 2007.

(2)

In afwachting van de overgang van de missie van de Afrikaanse Unie naar een hybride operatie van de VN en de AU (UNAMID) is besloten het civiel-militaire optreden van de Europese Unie ter ondersteuning van de missies van de Afrikaanse Unie in de regio Darfur in Sudan en in Somalië voort te zetten tot en met 31 december 2007.

(3)

In Resolutie 1769 van de VN-Veiligheidsraad van 31 juli 2007 is bepaald dat het gezag uiterlijk op 31 december 2007 van AMIS aan UNAMID moet worden overgedragen.

(4)

Het Politiek en Veiligheidscomité is op 21 september 2007 overeengekomen dat de civiele component van het civiel-militaire optreden van de Europese Unie ter ondersteuning van de missies van de Afrikaanse Unie in de regio Darfur in Sudan en in Somalië moet worden beëindigd op de datum waarop de overdracht van het gezag van AMIS aan UNAMID plaatsvindt.

(5)

Wat de civiele component betreft, dient de Raad derhalve een besluit te nemen over de voortzetting van de financiering van het ondersteunend optreden op basis van het hierboven vermelde tijdschema.

(6)

Het ondersteunend optreden heeft mogelijk plaats in een verslechterende situatie die de doelstellingen van het GBVB, uiteengezet in artikel 11 van het Verdrag, kan schaden,

BESLUIT:

Artikel 1

1.   Het financieel referentiebedrag ter dekking van de uitgaven in verband met de uitvoering van afdeling II van Gemeenschappelijk Optreden 2005/557/GBVB van 1 mei 2007 tot en met 30 april 2008 bedraagt EUR 2 125 000. Dit bedrag dekt de periode van het huidige mandaat van de missie van de AU in de regio Darfur in Sudan (AMIS II) en de daaropvolgende periode van liquidatie van de civiele component van het civiel-militaire optreden van de Europese Unie ter ondersteuning van de missies van de Afrikaanse Unie in de regio Darfur in Sudan en in Somalië.

2.   De uit het in lid 1 genoemde bedrag gefinancierde uitgaven worden beheerd volgens de procedures en voorschriften van de Europese Gemeenschap die van toepassing zijn op de algemene begroting van de Europese Unie met dien verstande dat eventuele prefinancieringen evenwel niet het eigendom van de Gemeenschap blijven.

Onderdanen van derde staten mogen inschrijven bij aanbestedingen.

3.   Uitgaven komen met ingang van 1 mei 2007 in aanmerking voor financiering.

Artikel 2

Besluit 2007/244/GBVB van de Raad wordt hierbij ingetrokken.

Artikel 3

Dit besluit wordt van kracht op de dag waarop het wordt aangenomen.

Artikel 4

Dit besluit wordt in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt.

Gedaan te Luxemburg, 22 oktober 2007.

Voor de Raad

De voorzitter

J. SILVA


(1)  PB L 188 van 20.7.2005, blz. 46. Gemeenschappelijk Optreden gewijzigd bij Gemeenschappelijk Optreden 2007/245/GBVB van de Raad (PB L 106 van 24.4.2007, blz. 65).

(2)  PB L 106 van 24.4.2007, blz. 63.