1. CLASSIFIERS IN DE VLAAMSE
GEBARENTAAL
Case study van handvormen voor auto, mens en vogel
Onderzoeksrapport 2014
Isabelle Heyerick
Eveline Huys
Mieke Van Herreweghe
Myriam Vermeerbergen
3. Doel?
Onderzoek naar mogelijke handvormen bij drie referenten:
• AUTO
• MENS
• VOGEL
Ook:
• KIND, VROUW, MAN, SOLDAAT, … (groep van “mensen”)
• DUIF, MUS, KIP, EKSTER, … (groep van “vogels”)
5. Categorieën (1)
• Veel verschillende opinies over indeling in
categorieën van classifiers.
• Dit onderzoek: volgt indeling van Johnston &
Schembri (2007).
6. Categorieën (2)
Drie types van classifiers:
1) entiteit classifiers
2) SASSes
3) manipuleer classifiers: niet
16. Methodologie
• verzamelen van data
Cfr. rapport Onderzoeksmethodologie
Meervoudsvorming in VGT (2008)
• informanten
• criteria?
17. HamNoSys
• universiteit van Hamburg
• universeel toepasbaar / voor wetenschappelijke
doeleinden
• nadelen?
o complex
o verwarrend, vb: E3 ≠ 3-handvorm
Handvormentabel: bijlage 1
18. 1. Referent en classifier: één-op-één relatie?
2. a. Wat motiveert de keuze van gebaarder voor een bepaalde classifier?
b. Indien éénzelfde referent door meerdere classifiers kan worden
voorgesteld, waarom wordt in een bepaalde context dan net die
classifier gekozen?
c. Is de keuze individueel of kiest iedereen voor dezelfde handvorm?
d. Zijn er (al dan niet) bepaalde regels of tendensen?
3. Onderverdeling entiteit classifiers en SASSes van Johnston & Schembri
(2007) toepasbaar voor VGT?
Onderzoeksvragen
19. 1. Referent en classifier: één-op-één
relatie?
Neen. Elke referent kan voorgesteld worden door meerdere
classifiers:
• variatie tussen regio’s; interregionaal
• persoonlijke variatie
20. Overzicht aantal mogelijke
handvormen per referent (bijlage 3)
Referent Handvormen
Handvormen met
variatie in oriëntatie
AUTO 19 38
MENS 13 21
VOGEL 48 77
21. 2.a. Wat motiveert de keuze van de
gebaarder voor een bepaalde classifier?
Afhankelijk van:
• context waarin classifier (binnen een constructie)
voorkomt
• intentie van gebaarder
Volledige beschrijving: bijlage 2
22. Welke classifiers gebruikt voor referent
AUTO?
Zes categorieën:
a) verwijst naar volledige vorm van auto: B1
, B2 , B3
b) verwijst naar specifiek deel van auto: B4
, B5 , , B7 , B9 , J4/J5
/
c) verwijst naar breedte van auto: C8
, H2 , L2
23. d) verwijst naar meerdere auto’s:
F2 , E2
e) verwijst naar competitieve relatie tussen
twee auto’s:
f) verwijst naar het traject dat auto aflegt:
C1 , C3
24. Welke classifiers gebruikt voor referent
MENS?
Drie categorieën:
1. verwijst naar volledige vorm van persoon:
, C1 , H1
2. verwijst naar specifiek lichaamsdeel: C3
, D3 , E2 , E3 , E7 ,
3. verwijst naar meerdere personen: B2
, , F3 , E3
25. Welke classifiers gebruikt voor referent
VOGEL?
Vier categorieën:
a) verwijst naar volledige vorm van vogel: C1
, C1’ , C20 , G5
b) verwijst naar specifiek lichaamsdeel:
28. c) verwijst naar grootte van vogel: , H4
d) verwijst naar meerdere vogels: B2 , F1
, F2 , F3 , F13 , F16 , J2
29. 2.b. Indien éénzelfde referent door meerdere classifiers
kan worden voorgesteld, waarom wordt in een bepaalde
context dan net die classifier gekozen?
• Gebaarder kan voor éénzelfde referent kiezen uit
verschillende mogelijke classifiers
• Bij actie, beweging of positie van referent: vooral
handvormen die specifiek (lichaams)deel voorstellen
• Hoe meer verschillende acties, bewegingen een referent
kan doen (gebaarder kan dus ook deze acties uitdrukken)
hoe meer variatie in handvormen
30. 2.c. Is de keuze individueel of kiest
iedereen voor dezelfde handvorm?
• Ondanks dezelfde context, kiezen verschillende
gebaarders voor verschillende handvormen
• Ook één en dezelfde gebaarder kan voor zelfde uiting
andere classifier gebruiken
• Handvormen eerder persoonlijk bepaald = ook minder
frequent voorkomende handvormen
• Niet regionaal bepaald
31. 2.d. Zijn er (al dan niet) bepaalde
regels of tendensen? (1)
• Verhalend video als uitlokkingsmateriaal => veel variaties
in mogelijke handvormen
• Combinatie levend wezen en verhalend
uitlokkingsmateriaal heel wat mogelijke variatie in
classifiers
32. 2.d. Zijn er (al dan niet) bepaalde
regels of tendensen? (2)
Vier redenen bepalen keuze voor een bepaalde handvorm:
• verwijzing naar volledige vorm van referent
• verwijzing naar specifiek (lichaams)deel van referent
• verwijzing naar grootte of breedte van referent
• aanwezigheid van meerdere referenten aantonen
33. 2.d. Zijn er (al dan niet) bepaalde
regels of tendensen? (3)
Andere redenen (= wat wil gebaarder precies tonen?):
• lokalisatie van referent
• actie van referent
• beweging van referent
• traject dat referent aflegt
• verhouding van meerdere referenten t.o.v. elkaar in de
ruimte
• constructed action
⇒ combinatie mogelijk
34. 2.d. Zijn er (al dan niet) bepaalde
regels of tendensen? (4)
• Niet-gemarkeerde vs. gemarkeerde handvormen:
AUTO: B2, B3 vs. B7
MENS: C1, C3 vs. I14
VOGEL: moeilijker te bepalen
• Meervoud: F2 en F3
35. 3. Onderverdeling entiteit classifiers en SASSes van
Johnston & Schembri (2007) toepasbaar voor VGT?
(1)
Entiteit classifiers met vier subcategorieën:
(a) volledige entiteit
(b) collectief
(c) lichaamsdeel
(d) omvang
36. Voorgestelde classificatie entiteit classifiers:
(a) volledige entiteit
(b) deel van entiteit (incl. lichaamsdeel)
(c) collectief
(d) omvang
37. 3. Onderverdeling entiteit classifiers en SASSes van
Johnston & Schembri (2007) toepasbaar voor VGT?
(2)
SASSes met drie subcategorieën:
(a) oppervlak
(b) diepte en breedte
(c) omtrek
39. Bijzondere aspecten
1. Werkwoordgebaren vs. classifiers
2. Niet-gemarkeerde handvorm F8
3. Handvormen niet geregistreerd in HamNoSys
tabel
4. ‘Niet-geattesteerde’ handvormen
40. 1) Werkwoordgebaren vs.
classifiers
• Enkele werkwoordgebaren vertonen sterke gelijkenis
met handvorm van classifiers:
STAAN, , VALLEN, HANGEN, BOTSEN en
Twijfel: lexicaal gebaar of productief lexicon?
• Principe “delexicalisatie” of/en “hericonisering”
41. 2) Niet-gemarkeerde handvorm
F8
• Niet-gemarkeerde handvorm : AUTO, MENS en VOGEL
bijna functie van wijsgebaar (“het is daar”)
• Gemarkeerde handvorm : 1x gebruikt met verwijzing
naar lichaamsdeel van een vogel wel classifier
42. 3) Handvormen niet geregistreerd
in HamNoSys tabel
= “nieuwe” handvormen
specifieke handvormen voor VGT of varianten van
bestaande handvormen
45. 4) ‘Niet-geattesteerde’
handvormen
• Bepaalde handvormen uit HamNoSys tabel komen niet voor in
VGT (doctoraatsonderzoek Demey (2005))
• Maar in deze studie naar classifiers wel productief lexicon!
VOGEL: C1’ , C4 , C20 , D9 , E8 , E13 ,
F11 , F13 , F16 , I14
MENS: I14
46. Besluit
1. Voor één referent: meerdere classifiers mogelijk
2. Motivatie en keuze van gebaarder beïnvloed door:
a) uitlokkingsmateriaal
b) intentie van gebaarder
Verschil in variatie
• Regels en/of tendensen: 4 belangrijke motivaties + 6
andere redenen
• Niet-gemarkeerde en gemarkeerde handvormen
3. Classificatie entiteit classifier en SASSes van toepassing, mits
kleine verduidelijkingen
4. Bijzondere aspecten
47. Verder onderzoek?
• Eenzelfde onderzoek naar handvormen voor andere
referenten
• Onderzoek naar classifier constructies en hun functie
Editor's Notes
#4:Voor MENS en VOGEL zeker verschillende varianten tonen!
#5:bijvoorbeeld naar het meer lang en smal dan kort en breed zijn van een lantaarnpaal of naar de manier waarop hun referent gemanipuleerd wordt - bijvoorbeeld naar het vasthouden van een cilindervormig voorwerp zoals een conservenblikje. Voorbeeld voor classifier constructie: veel mensen op straat
#6:door internationale gebarentaalonderzoekers, dan Zwitserlood heeft het dan in de drie algemene categorieën herleid:
#7:UITLEGGEN: Manipuleer classifier: wat het is EN een voorbeeld geven(dit onderzoek alleen over mens, vogel en auto: manipuleer cl kwam niet in de data voor)
#12:In de geanalyseerde data zijn er geen voorbeelden te vinden van dergelijke classifiers die gebruikt worden aangezien er niet gesproken werd over ‘volumes’ of ‘hoeveelheden’ (wat omvang betreft) voor mensen, auto’s en vogels. Wel voorbeelden voor andere referenten bv trui..
#14:In de data kwamen geen oppervlak SASSes voor om te verwijzen naar auto, mens en vogel. Een ander mogelijk voorbeeld is dit (STEEN)
#20:Persoonlijke variatie: één en dezelfde gebaarder gebruikt voor één referent verschillende classifiers in functie van de context en van het kenmerk van de referent dat hij/zij wil benadrukken)
#21:Voor die referenten werd telkens per regio (West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Limburg) nagegaan welke handvorm(en) er gebruikt werd(en) door de acht gebaarders.
#23:Afhankelijk van context: positie, traject, verhouding tss twee objecten,
Gaat het om een auto die snel komt aanrijden en waaraan een draaiende beweging gekoppeld wordt: keuze beperkt tot B4, B5, … Voorbeeld hiervan: zie filmpje CL_1.mov (B6)
#24:4) Filmpje CL_2.mov (F3): hier zal je zien dat het altijd meerdere auto’s zijn die een traject afleggen en in beweging zijn. Ook de manier waarop deze autos zich tgo elkaar verhouden in de ruimte. Deze classifiers worden dus niet gebruikt om aan te geven dat meerdere auto’s zich ergens bevinden.
5) Filmpje CL_3.mov (A2): om te verwijzen naar positie en het traject van twee auto’s die met elkaar in competitie zijn.
#25:Filmpje CL_14.mov (C3): voorbeeld hoe deze handvorm ook gebruikt kan worden om aan te geven hoe meerdere personen zich tov elkaar verhouden in de ruimte (twee pers staan naast elkaar)
2) Filmpje CL_13 (I14): verwijst naar de voeten om actie of beweging van de persoon weer te geven
3) Filmpje CL_4 (F2): om nadruk te leggen op het traject dat een groep van personen aflegt
#27:Verdelen over meerdere dia’s? Bv poten/benen 1 dia, dan snavel, ogen en vleugels volgende dia? Want anders trekt layout op niets…?
#28:Bij stuk over rolnemen: welke handvormen enkel gebruikt bij rolnemen: filmpjes CL_5 (poten :E9), CL_6 (snavel: H6), CL_7 (vleugels: B3)
#29:Filmpje CL_8.mov (H2): om de actie van een vogel te beschrijven (kleine vogels die vallen).
#30:Wat gebaarder wil aantonen, is bepalend voor de keuze van een bepaalde handvorm. Nadruk op ..
p.29: hoe meer verschillende acties, bewegingen een referent kan doen, en de gebaarder dus ook deze verschillende acties kan uitdrukken,hoe meer variatie er is in handvormen
#32:Toch blijkt uit onze data dat er meer variatie is in het aantal handvormen voor auto(‘s) dan voor mens(en). Het is dan ook zo dat er geen videomateriaal was met een filmpje van mensen die bepaalde dingen doen. De mensen die voorkwamen in het filmpje over de auto’s deden maar één ding: met een auto rijden.
#34:Zo kan men bvb met één classifier constructie zowel het traject als de verhouding van meerdere referenten ten opzichte van elkaar weergeven.
#35:Niet-gemarkeerde handvormen zijn ‘gemakkelijke’ handvormen, ze zijn algemener, gemakkelijk te gebruiken en wordt door veel gebaarders gebruikt: auto B2, B3 gestrekte handpalm. B7 gemarkeerd want je moet de handpalm buigen + weinig gebruikt en was hier enkel om manoeuvre aan te tonen (dus iets specifieks) Idem MENS: C1 en C3 zijn algemenere handvormen terwijl I14 specifiek naar iets verwijst, de voeten. Vogel: veel moeilijker om te bepalen welke handvormen algemener zijn en andere minder algemeen.
#36:Alle entiteit classifiers komen voor in de data, behalve omvang
p.30: we stellen ook vast dat er in de data meerdere classifiers voorkwamen die niet naar het volledige object verwezen maar wel naar een specifiek deel van een object
#39:Extra info na deze slide:
Hoogstwaarschijnlijk omdat we enkel de drie referenten auto, mens en vogel en het classifier gebruik voor deze referenten hebben bestudeerd, komen sommige classifier types niet voor in het onderzoek. Dit betekent niet dat deze classifier types niet zouden bestaan in de VGT en ook niet dat er geen omvang, oppervlak en/of perimeter classifiers kunnen zijn voor de referenten auto, mens en vogel. Om dit met zekerheid te kunnen vaststellen, zal meer onderzoek met meer gevarieerd uitlokkingsmateriaal nodig zijn.
#40:1) Voorbeelden filmpjes resp ZITTEN en KIJKEN: CL_10.mov (C18) en CL_11.mov (E9):
#41:Voorbeelden 2 filmpjes resp ZITTEN en KIJKEN: CL_10.mov (C18) en CL_11.mov (E9):
#42:Filmpje CL_12.mov (F8): informant geeft aan dat er twee soldaten op de foto staan
#45:De handvorm vertoont gelijkenissen met H2 en G5
#46:Onderzoek van Demey: Dat corpus bevatte immers enkel gebaren van het digitale woordenboek en bevatte dus geen productief lexicon.
#48:Deze analyse heeft enkel mogelijke handvormen voor drie referenten besproken, zonder na te gaan wat hun functie is.