Export Management, the way we can think sharp and make export choices.
1. EXPORT MANAGEMENT
HBO Bachelor of BA, specialisatie International business
HBO Export en International Business
HBO International Business - 1 jaar
HBO International Business - 2 jaar
Welkom
Drs.Ing. D. (Dado) Cukor
November 2013, Utrecht
2. Export in Europees en mondiaal perspectief
Buitenlandse markten
Entreestrategie
Financieel en Logistiek beleid bij export
Culturele en juridische aspecten bij het internationaal zakendoen
Het exportbeleidsplan
SCOPE
2
4. 4 - 4
STRATEGIETEST 2:
DE EXPORTMARKETINGSTRATEGIE
De volgende vragen kunnen helpen om de kwaliteit
van de exportmarketingstrategie te bepalen:
• strategie gericht op verschillende segmenten?
• specifieke waardeproposities voor elk segment?
• strategie gebaseerd op concurrentievoordelen?
• duidelijke keuze van concurrentievoordelen?
• implementatie mogelijk zonder aanpassingen?
• strategie in lijn met bedrijfsdoelstellingen?
• rekening gehouden met toekomstige ontwikkelingen?
• voldoende middelen beschikbaar?
• netto contante waarde van strategie?
6. DOELGROEPWAARDE EN
EXPORTBELEIDSPLAN
De doelgroepwaarde is de subjectieve inschatting
van de voordelen versus kosten waarmee een klant
zijn waardering bepaalt van een product
vergeleken met concurrerende producten.
De doelgroepwaarde wordt bepaald door:
• de waardeperceptie van de aangeboden
marketingmix- elementen product, promotie,
distributie, problem solving, proces and personeel
vergeleken met:
• de prijs betaald voor het product of dienst
• verwervingskosten (al of niet in geld uit te
drukken)
10. 4 - 10
IMPLEMENTATIE EN INTERNE
MARKETING
Interne Marketing – een proces dat
plaats vindt in een bedrijf of
organisatie waarbij het functionele
proces medewerkers op een lijn
krijgt, motiveert en machtigt op alle
managementniveaus om voor een
bevredigende klantbeleving te zorgen
11. 4 - 11
CONCURRENTIEANALYSE
1. Beschrijving eigen idee/portfolio /producten
2. Overzicht mogelijke afnemers
3. Maak per PG belangrijke concurrenten
4. Maak overzicht welke info je nodig hebt
5. Maak PMC
6. Combineer bovengenoemde schema's
7. SWOT
8. Sterkte-Kansen
20. 5 - 20
De keuze van de entreestrategie
• manieren van exporteren en entreestrategieën
• indirecte export
• produceren in het buitenland
• fusies en overnames
• strategische allianties
21. De keuze van de
entreestrategie
Export Management - Veldman
(2009)
5 - 21
MANIEREN VAN EXPORTEREN EN
ENTREESTRATEGIEËN
drie entreestrategieën
• directe export – het bedrijf exporteert zonder
intermediairs
• indirecte export – met de hulp van een
intermediair
• coöperatieve export – in samenwerking met een
ander bedrijf
22. De keuze vande
entreestrategie
5 - 22
Manieren van exporteren en
entreestrategieën
Entreestrategieën en -vormen
directe export indirecte export
(individueel)
coöperatieve
export (samen–
werkend)
coöperatieve export
(productie
in buitenland)
geen inter-
mediairs
agent, importeur,
handelshuis,
distributeur
groothandel,
detaillist,
piggyback
marketing
joint selling
joint venture,
export
management
company
licentieverlening,
franchising, contract
manufacturing,
fusies en overnames
25. 5 - 25
Manieren van exporteren en
entreestrategieën
Het kiezen van een entreestrategie
(distributiebeleid) betekent het kiezen van een
distributiekanaal.
Een distributiekanaal wordt gedefinieerd als het
marketingsysteem dat de producent met de
eindgebruiker in het buitenland verbindt.
26. De keuze van de
entreestrategie
Export Management - Veldman
(2009)
5 - 26
Manieren van exporteren en
entreestrategieën
de keuze van een entreestrategie wordt beïnvloed
door interne en externe factoren
• interne factoren – omvang van het bedrijf, soort
bedrijf, bedrijfservaring, soort product
• externe factoren – socio–culturele aspecten,
markt- omvang en –groei, situatie in buitenlandse
markt, marketingdoelstelling
27. De keuze van de
entreestrategie
Export Management - Veldman
(2009)
5 - 27
Indirecte export (individueel)
handelsagent
• onafhankelijke intermediair
• vertrouwd met de branche, de producten
• werkt soms voor meer dan een opdrachtgever
• organiseert de dagelijkse gang van de business
• wordt geen eigenaar van de goederen, bemiddelt
tussen verkoper en koper en ontvangt provisie
(beperkt risico)
28. De keuze van de
entreestrategie
Export Management - Veldman
(2009)
5 - 28
Indirecte export (individueel)
importeur
• volledig onafhankelijke intermediair
• bekend met producten en branche
• werkt doorgaans voor veel opdrachtgevers, soms
op basis van exclusiviteit
• verkoopt door aan plaatselijke distributeurs
• koopt voor eigen rekening (volledig risico)
29. De keuze van de
entreestrategie
Export Management - Veldman
(2009)
6 - 29
Indirecte export (individueel)
handelshuis - groothandel
• volledig onafhankelijke intermediair
• bekend met producten en branche
• werkt doorgaans voor veel opdrachtgevers,
concurrenten inbegrepen
• verkoopt door aan plaatselijke distribuanten
• koopt voor eigen rekening (volledig risico)
30. De keuze van de
entreestrategie
Export Management - Veldman
(2009)
5 - 30
Indirecte export (individueel)
distributeur
• is een volledig onafhankelijke intermediair
• is bekend met de producten en de branche
• werkt doorgaans voor een aantal opdrachtgevers,
alle producten zijn niet-conflicterend en
aanvullend
• verkoopt door aan plaatselijke distribuanten
• koopt voor eigen rekening (volledig risico)
31. Indirecte export (individueel)
piggybacking - regeling waarbij een buitenlands
bedrijf (carrier) een product vermarkt en
verkoopt voor een bedrijf (rider) in de
buitenlandse markt
gebruikelijk in de farmaceutische industrie
de voordelen voor de rider zijn:
• relatief lage kosten
• gebruik van de marktexpertise van de carrier
• (beperkte) invloed op de manier waarop de
producten vermarkt worden
32. COÖPERATIEVE EXPORT
(SAMENWERKEND)
joint selling – regeling bedrijf producten vermarkt en
verkoopt voor een ander bedrijf in een buitenlandse
markt en omgekeerd
voordelen zijn:
• onafhankelijkheid van beide partners
• lagere productkosten (schaalvoordelen)
• beperkte financiële middelen nodig
• gemakkelijke toegang tot buitenlandse markt
33. INDIRECTE EXPORT
(BUITENLANDSE PRODUCTIE)
strategic alliances – samenwerking tussen twee
onafhankelijke bedrijven waarbij kerncompetenties worden
gecombineerd in de handel met het doel gemakkelijker
toegang tot de markt te krijgen
voordelen zijn:
• delen van grote investeringen en kosten
• toegang tot nieuwe technologieën
• versnelde ROI
• spreiding van risico´s
• schaalvoordelen
• versterking van concurrentiepositie
34. De keuze van de
entreestrategie
Export Management - Veldman
(2009)
5 - 34
COÖPERATIEVE EXPORT
(PRODUCTIE IN BUITENLAND)
de belangrijkste doelstellingen van strategische
allianties zijn: strategische voordelen,
wederzijdse afhankelijkheid, toewijding en
coördinatie
voorbeelden van strategische allianties zijn:
• licentieverstrekking
• contract manufacturing
• joint venture
• andere vormen van strategische alliantie
35. 5 - 35
COÖPERATIEVE EXPORT
(PRODUCTIE IN BUITENLAND)
licentie - overeenkomst waarbij een organisatie
(licentie-gever) aan een bepaalde koper
(licentienemer) het recht geeft om zijn product of
dienst in een bepaald geografisch gebied
gedurende een bepaalde tijd te verkopen;
gebruikelijk in de farmaceutische branche en in
die van consumptiegoederen (Coca Cola)
voordelen zijn:
• marketingsynergie
• snelle markttoegang
• geen kapitaal vastgelegd in productie
nadelen zijn margeverlies en mogelijke concurrentie
36. Export Management - Veldman
(2009)
5 - 36
COÖPERATIEVE EXPORT
(PRODUCTIE IN BUITENLAND)
franchising – populaire vorm van samenwerking waarbij
een buitenlandse producent of verkoper (franchisenemer)
toegestaan wordt gebruik te maken van de marketing
strategie van een bedrijf dat dit recht verstrekt
(franchisegever).
het houdt meer in dan licentieverstrekking: niet alleen het
recht het product te produceren en te verkopen, maar ook
het gebruik van marketing- en verkoopmethoden
afhankelijk van de contractbepalingen zijn er twee vormen
van franchising, hard en soft franchising
voordelen zijn:
• snelle marktexpansie (franchisenemer´s netwerk)
• gebruik van franchisenemer´s kapitaal en enthousiasme
37. Export Management - Veldman
(2009)
5 - 37
Coöperatieve export
(productie in buitenland)
contract manufacturing – vorm van samenwerking waarbij
het buitenlandse bedrijf zorgt voor de fabricage, terwijl
het andere bedrijf plaatselijke staf traint en coacht; veel
gebruikte methode in de elektronica-, automobiel-,
voedings- en farmaceutische industrie, vooral in
ontwikkelingslanden
voordelen zijn:
• geen investeringen in productiefaciliteiten (directe
investering te risicovol)
• gemakkelijk om contact te houden met buitenlandse
markt
38. COÖPERATIEVE EXPORT
(PRODUCTIE IN BUITENLAND)
joint venture - strategische alliantie tussen twee of
meer
bedrijven die onafhankelijk blijven, toegepast in vele
branches in fabricage, mijnbouw en dienstverlening
partners kunnen kennis van zaken of van invoerrechten bij
de joint venture inbrengen of productiecapaciteit,
marketing/verkoopvaardigheden en capaciteit of
geldelijke middelen
voordelen zijn:
• marketingsynergie
• snelle markttoegang
• gemakkelijk om aan overheidseisen te voldoen
• kostenbesparingen
39. Export Management - Veldman
(2009)
COÖPERATIEVE EXPORT
(PRODUCTIE IN BUITENLAND)
merger – samenvoeging van twee of meer bedrijven, in het
algemeen door aandeelhouders van het ene bedrijf
effecten in het overnemende bedrijf aan te bieden in ruil
vaak gedaan als onderdeel van de groeistrategie van een
bedrijf, waarbij het voordeliger is de operaties van het
bestaande bedrijf over te nemen dan de eigen operaties
uit te breiden
voor overnames wordt vaak betaal in contanten, door
aandelen in het bedrijf dat de overname doet of een
combinatie van beide
40. 09Export Management - Veldman
(2009)
5 - 40
Coöperatieve export
(productie in buitenland)
internationale fusies en acquisities hebben voordelen:
• intensieve uitwisseling van ervaring (economies of skills)
• mogelijkheid om snel op een lokale markt te reageren
• gemakkelijk om kritische massa te bereiken
(schaalvoordelen)
• mogelijkheid van risicospreiding
• vermijd problemen met eerder genoemde
entreestrategieën
41. De keuze van de
entreestrategie
Export Management - Veldman
(2009)
5 - 41
• fusie (gelijkwaardigheid van partners) en overname
(acquisitie, een partij gaat op in de andere)
• meerdere redenen voor fusies en overnames:
- delen van ervaring (economies of skills)
- profiteren van marktgroei
- kritische massa bereiken (economies of scale)
- risico´s spreiden
- problemen van overige entreestrategieen vermijden
FUSIES EN OVERNAMES
45. 6 - 45
ORGANISATIE VAN HET
FINANCIËLE BELEID
een behoorlijke financiële analyse omvat:
• financiële gegevens over de laatste drie jaren
(balans, winst- en verliesrekening)
• toename in omzet, totale kosten, resultaat van het
bedrijf, netto winst over de laatste drie jaren
• belangrijkste punten op de balans over de laatste
drie jaar
• verklaring over hoe de exportverkoop- en
kostprijzen zijn tot stand gekomen
• break-even analyse
• financiële ratio analyse
48. Export Management - Veldman
(2009)
6 - 48
HET INTERNATIONALE
BETALINGSVERKEER
vier manieren om betaling te voldoen:
1. betaling vooraf (vooruitbetaling) - betaling van een
gedeelte of de gehele schuld vóór de vervaldatum
– vooral gebruikt bij onbekende klanten, klanten in landen met
betalingsrestricties en landen die in oorlog zijn
– soms gedeeltelijke vooruitbetaling bij omvangrijk contract
2. betaling op rekening (blanco betaling) – betalings-
opdracht aan de bank zonder dat relevante leverings-
documenten aan de bank overgedragen zijn
– documenten worden direct naar de koper gestuurd, die de
bank opdracht tot betalen geeft
– zorg voor koperskrediet, exporteur loopt kredietrisico
– berust op wederzijds vertrouwen, soms betalingsoverdracht
via elektronische bankbetaling
49. 6 - 49
Europa is onderweg naar één grote betaalmarkt: de Single Euro Payments Area. Nationale
verwerkers en aanbieders van betalingsverkeer zijn niet langer afgeschermd van
buitenlandse concurrentie. Dat verhoogt de efficiency.
Wat is de Single Euro Payments Area (SEPA)?
In het eurogebied betalen we elkaar met euro's, zowel contant als giraal via de betaalrekening.
Contant kunnen we overal met dezelfde op Europese leest geschoeide munten en bankbiljetten
terecht. Giraal hebben we echter nog vooral op nationale leest geschoeide betaalmiddelen die
alleen in eigen land te gebruiken zijn. Dat verandert! Straks gebruiken we het rekeningnummer
IBAN zowel voor binnenlandse als grensoverschrijdende eurobetalingen. En er zijn nu ook girale
betaalmiddelen die in het hele eurogebied te gebruiken zijn, omdat ze op dezelfde, Europese,
standaarden geschoeid zijn: overschrijvingen en incasso's. Ook de bankpassen krijgen een groot
Europees bereik. Voor de inwoners en bedrijven van de eurolanden zijn er over een paar jaar
geen verschillen meer tussen betalen in eigen land en in en naar de andere eurolanden. We zijn
onderweg naar één grote Europese betaalmarkt: de Single Euro Payments Area, kortweg SEPA.
Daartoe moeten die nationale betaalproducten plaats maken voor die Europese.
SEPA
50. Financieel beleid bij
export
Export Management - Veldman
(2009)
6 - 50
HET INTERNATIONALE
BETALINGSVERKEER
vier manieren om betaling te voldoen: (vervolg)
3. betaling tegen documenten (documentair
krediet) – betaling nadat de documenten aan de
koper zijn aangeboden die betrekking hebben op
de betreffende levering met behulp van een bank.
Twee typen:
– documents against payments (d/p) - importeur ontvangt
de documents wanneer hij verplichting te betalen heeft
voldaan
– documents against acceptance (d/a) - importeur
ontvangt de documenten van de aanbiedende bank na
acceptatie van de wissel
51. Financieel beleid bij
export
Export Management - Veldman
(2009)
6 - 51
HET INTERNATIONALE
BETALINGSVERKEER
4. bankgarantie (accreditief, letter of credit, L/C) –
document afgegeven door de bank van de importeur dat
in wezen fungeert als een onherroepelijke
betalingsgarantie aan de begunstigde. Als de importeur
niet aan zijn verplichtingen voldoet, betaalt zijn bank.
– vier stappen:
1 importeur vraagt om krediet door aan de kredietopenende bank om een
bankgarantie te vragen
2 de openende bank neemt de verplichting op zich de verschuldigde som te
betalen als aan alle voorwaarden is voldaan, betaalt de exporteur
3 kredietaccepterende bank ontvangt de bankgarantie van de openende bank,
controleert de garantievoorwaarden
4 exporteur levert de juiste documenten aan om betaling te verkrijgen
52. Export Management - Veldman
(2009)
6 - 52
HET INTERNATIONALE
BETALINGSVERKEER
Twee typen accreditieven:
- ongeconfirmeerd accreditief– bankgarantie die door de
kredietaccepterende (confirmerende) bank direct naar exporteur
wordt doorgestuurd zonder stappen te nemen tot betaling of de
verantwoordelijkheid voor betaling te accepteren, maar waarbij
wel de authenticiteit wordt bevestigd
- geconfirmeerd accreditief – bankgarantie waarbij de
kredietaccepterende bank (confirmerende bank) bevestigd heeft
dat betaling zal geschieden zodra de benodigde documenten
gepresenteerd worden
53. Export Management - Veldman
(2009)
7 - 53
Logistiek en douanebeleid bij export
54. 7 - 54
Logistiek op strategisch niveau
trends in internationale logistiek
• veranderende wereldpolitiek – opkomst van internationale
handelsblokken
• globalisering – nieuwe markten, herverdeling van productie
over de wereld, global sourcing
• milieuzaken – toenemend milieubewustzijn
• technologische ontwikkelingen – ICT, transport
• e-business – meer inkoop via het internet
55. 7 - 55
LOGISTIEK OP STRATEGISCH NIVEAU
• factors die logistiek beïnvloeden
- hoe hoger de kostprijs des te hoger de bijkomende
kosten
- exporterende bedrijven produceren het liefst dicht bij
hun markten
• rol van internationale logistiek verandert met het
type bedrijf, type producten (waarde, gewicht,
volume, enz.) en vereiste niveau van
klanttevredenheid
• drie beslissingsgebieden
- bijdrage van bedrijf aan logistieke proces (van
uitbesteding tot intensieve betrokkenheid)
- niveau van klantenservice (afweging van serviceniveau en
kosten)
- logistiek beleid (standaard- vs. gedifferentieerd beleid)
56. 7 - 56
LOGISTIEK OP TACTISCH NIVEAU
• volg ook op tactisch niveau een geïntegreerde
benadering en gebruik een systematische manier
van denken
• besluit met welke externe partij samengewerkt
gaat worden, intermediairs
- expediteur – opdracht door de verlader (exporteur) om
het vervoer te regelen van goederen en soms groepage
(standaard hoeveelheden van scheepsruimte)
- cargadoor – vertegenwoordiger van de reder, maakt
afspraken met (de vertegenwoordiger van) de expediteur,
int soms de vrachtpenningen
- integrator - biedt een totaalpakket van diensten aan ten
behoeve van het integrale logistieke proces
- surveyor – zorgt voor inspectie voor verscheping, vooral
voor verschepingen naar ontwikkelingslanden
57. Logistiek en
douanebeleid bij
Export Management - Veldman
(2009)
7 - 57
LOGISTIEK OP TACTISCH NIVEAU
• incoterms - algemene voorwaarden toergepast
door veel bedrijven, soms gehele sectoren, die te
maken hebben met de leveringsvoorwaarden
• meer in het bijzonder regelen incoterms
- kostenverdeling (wie betaalt voor wat?)
- risicoverdeling (wie draagt het risico tot welk punt?)
- taakverdeling (wie doet wat?)
• belangrijk is het critical point (CP), d.w.z. waar
stopt/begint de verantwoordelijkheid
58. Export Management - Veldman
(2009)
7 - 58
Logistiek op tactisch niveau
vaakst gebruikte Incoterms
• Ex Works (EXW) - CP: op de overeengekomen plaats/tijd
• Free Carrier ... [plaats] (FCA) – CP: de overeengekomen
plaats/moment dat goederen aan de koper ter
beschikking zijn gesteld
• Free on Board ... [haven van vertrek] (FOB) – CP: het
moment dat goederen reling van schip passeren in haven
van vertrek
• Cost and Freight ... [haven van aankomst] (CFR) – CP:
moment dat goederen reling van schip passeren in haven
van aankomst
59. 7 - 59
Logistiek op tactisch niveau
vaakst gebruikte Incoterms (vervolg)
• Cost Insurance and Freight ... [haven van
aankomst] (CIF) – CP: moment dat goederen reling
van schip passeren in haven van aankomst, maar
verzekering inbegrepen
• Carriage Paid to ... [bestemming] (CPT) – CP:
wanneer de goederen aan de eerste leverancier
worden geleverd (risico) en wanneer deze de
overeengekomen bestemming bereiken (kosten)
• Delivered Duty Unpaid ... [plaats] (DDU) – CP:
wanneer de goederen op de overeengekomen
bestemming beschikbaar worden gesteld
62. 7 - 62
LOGISTIEK OP OPERATIONEEL NIVEAU
Op dit niveau dienen beslissingen genomen te worden
over
• de keuze tussen de verschillende
vervoersmodaliteiten die er zijn
• soorten verpakkingen die gebruikt moeten worden
• het voorraadniveau dat aanhouden moet worden
• welke risico´s verzekerd moeten worden
63. Export Management - Veldman
(2009)
7 - 63
Logistiek op operationeel niveau
voor export zal de verpakkingen aan stringentere
eisen moeten voldoen
drie functies voor de verpakking
• clusteren – het bijeenhouden van de goederen, gemak bij het
laden en lossen, gemak van opslag
• bescherming – tegen transportschade, klimaatinvloeden,
diefstal, enz.
• communication - handling instructions, usage instruction
verpakkingsmaterialen zijn vaak waardevol voor
mensen in
ontwikkelingslanden en worden vaak hergebruikt
(bijv.
kratten voor onderkomens)
65. EXPORT MANAGEMENT
HBO Bachelor of BA, specialisatie International business
HBO Export en International Business
HBO International Business - 1 jaar
HBO International Business - 2 jaar
Welkom
Drs.Ing. D. (Dado) Cukor
November 2012, Utrecht
67. Export Management - Veldman
(2009)
8 - 67
Culturele valkuilen bij het internationaal
zakendoen
68. Export Management - Veldman
(2009)
8 - 68
CULTURELE VALKUILEN BIJ HET
INTERNATIONAAL ZAKENDOEN
• omgaan met andere culturen
• het belang van de culturele en ethische dimensie
• culturele hardwaresystemen
• culturele orgwaresystemen in de marketingpraktijk
• de cultuur op softwareniveau
• praktische aanbevelingen
69. Export Management - Veldman
(2009)
8 - 69
OMGAAN MET ANDERE CULTUREN
Cultuur
• (Van Maanen, J. van & Schein, E., 1979, in: Hoecklin, 1996)
“Patterns of beliefs and expectations shared by members of a group that produce norm
shaping behaviour”.
• (Veenman, R. & Van Doorn, A. (1997: XI)
“Het geheel aan opvattingen over het werk, over elkaar, en over de organisatie van
gedragspatronen zoals die door ervaring zijn ontstaan.”
• (Hofstede,G. 2002)
“Het is de mentale programmering die de leden van een groep of categorie mensen
onderscheidt van die van andere. Cultuur is aangeleerd en niet aangeboren, deze wordt
overgedragen via onze sociale omgeving en niet via onze genen.”
70. Export Management - Veldman
(2009)
8 - 70
OMGAAN MET ANDERE CULTUREN
het belang van een interculturele aanpak
• in staat zijn om te gaan met culturele verschillen
kan tot een concurrentievoordeel leiden
• naties zijn meer verschillend dan op het eerste
gezicht lijkt nationale cultuur is de collectieve
identiteit, een soort van collectieve vingerafdruk
• bij het selecteren van landen dient het
exporterende bedrijf zich af te vragen of de
lokale cultuur past bij de eigen cultuur van het
bedrijf
71. Export Management - Veldman
(2009)
8 - 71
OMGAAN MET ANDERE CULTUREN
vrienden maken: een continu leerproces
• in de handel hebben we te maken met vrienden
• vaak vergeten we ons te realiseren dat cultuur
diep in ons besef doordringt
• de landenselectie dient zodanig te zijn dat deze
het ons zo gemakkelijk mogelijk maakt om
vrienden te maken
• de culturele factor is complex en is moeilijk de
vinger op te leggen
72. Export Management - Veldman
(2009)
8 - 72
HET BELANG VAN DE CULTURELE
EN ETHISCHE DIMENSIE
de verruiming van de horizon
• cultuur is een overlevingsmechanisme, een ethisch
waardensysteem
• een gezond bedrijf is een levende entiteit,
bestaande uit mensen
• van een focus op producten, naar een op
klanten, naar een op belanghebbenden
• culturele verschillen blijven
• beleid steeds meer beïnvloed door externe
culturele invloeden/ethische overwegingen
73. HET BELANG VAN DE CULTURELE
EN ETHISCHE DIMENSIE
op zoek naar inzicht in cultuur
• cultuur – een collectieve mentale programmering in
het belang van het zinvol overleven van een groep
• drie niveaus van cultuur
- hardware – visuele aspecten van cultuur (gebouwen,
handschrift, productiemethoden)
- software – niet-visuele aspecten van cultuur (idealen,
inspiraties)
- orgware - verbinding tussen binnen/ en buitenkant
(gedrags- regels)
hardware belangrijk in westerse landen, software in Japan
in het westen ja, ja, in Japan vele vormen tussen ja en nee
74. Export Management - Veldman
(2009)
8 - 74
HET BELANG VAN DE CULTURELE
EN ETHISCHE DIMENSIE
het ethisch perspectief
• doel van culture – sensibel en waardig gedrag
• drie niveaus van ethisch gedrag
- denken – ethisch denkkader (principes van handelen)
- doen – hoe te handelen bij tegenstrijdige ethische
principes (onderbetaalde werknemers vs. aanbieden van
een steekpenning)
- voelen – van een intuïtief gevoel naar publieke opinie
75. Export Management - Veldman
(2009)
8 - 75
CULTURELE HARDWARESYSTEMEN
Hofstede’s model voor het bepalen van culturele
verschillen heeft vijf dimensies:
• machtsafstand – meet hoe ondergeschikten
reageren op macht en autoriteit
- in high-power distance countries (Latijns Amerika,
Frankrijk, Spanje, de meeste Aziatische en Afrikaanse
landen), hebben onderschikten de neiging bang te zijn
voor hun bazen en bazen , en bazen hebben de neiging
paternalistisch en autocratisch te zijn
- in low-power distance countries (de VS, Groot-Brittannië,
grootste deel van de rest van Europa), zijn
ondergeschikten meer geneigd bazen ter discussie te
stellen en is eerder sprake van management door overleg
76. Export Management - Veldman
(2009)
8 - 76
CULTURELE HARDWARESYSTEMEN
• collectivisme versus individualisme – is de culturele
houding ten opzichte van het belang van het
individu vs. dat van de groep
- in individualistische landen (Frankrijk, Duitsland, Zuid-
Afrika, Canada) worden mensen verondersteld voor
zichzelf te zorgen; solidariteit is organisch (met zijn
allen wordt bijgedragen aan een gezamenlijk doel, maar
met weinig wederzijdse druk) dan mechanisch; typische
waarden zijn tijd voor de eigen persoon, vrijheid en
uitdaging
- in collectivistische culturen (Japan, Mexico, Korea,
Griekenland) worden individuen door sterke persoonlijke
en beschermende banden gebaseerd op trouw aan de
groep gedurende een leven lang en verder (weerspiegeld
in familie- banden); waarden Zijn onder andere training,
fysieke conditie, het gebruik van vaardigheden
77. Export Management - Veldman
(2009)
8 - 77
CULTURELE HARDWARESYSTEMEN
• vrouwelijkheid versus mannelijkheid – waarbij
assertief gedrag verbonden is met de rollen van
seksen in de maatschappij
- in feminiene culturen (Zweden, Frankrijk, Israel,
Denemarken, Indonesië) zijn feminiene waarden
belangrijker, mensen hebben de neiging een goede
werkrelatie met hun leidinggevenden op prijs te stellen;
werken met mensen die goed met elkaar samenwerken,
leven in een gebied waar zij en hun gezin graag wonen en
de zekerheid dat ze zullen werken voor hun bedrijf zo
lang als ze willen
- in meer masculiene culturen (VS, Japan, Mexico, Hong
Kong, Italië, Groot-Brittannië), hechten mensen eerder
waarde aan de mogelijkheid om geld te verdienen,
erkenning te krijgen die ze verdienen wanneer ze iets
goed doen, de mogelijkheid van promotie naar een hoger
niveau te krijgen en uitdagend werk te hebben om een
gevoel van voldoening te bereiken
78. Export Management - Veldman
(2009)
8 - 78
CULTURELE HARDWARESYSTEMEN
• vermijden van onzekerheid – de mate waarin leden
van een cultuur dreiging, onzekere en onbekende
situaties proberen te vermijden en deze trachten
te voorspellen door (in)formele regels
- wanneer het vermijden van onzekerheid sterk is (Zuid-
Korea, Japan, Latijns Amerika), is de neiging dat een
cultuur onbekende situaties als bedreigend ziet, zodat
mensen geneigd zijn deze te vermijden
- in landen waar het vermijden van onzekerheid zwak is
(VS, Nederland, Singapore, Hong Kong, Groot-Brittannië)
voelen mensen zich minder bedreigd door onzekere
situaties. Daarom staan ze eerder open voor innovaties,
risico´s, enz.
79. Export Management - Veldman
(2009)
8 - 79
CULTURELE HARDWARESYSTEMEN
• korte- versus langetermijngerichtheid – is gebaseerd
op Confuciaans dynamisme
• in landen met een blik op lange termijn (China, Hong Kong,
Taiwan, Japan, Zuid-Korea) wordt waarde gehecht aan
geestelijke volharding, een gevoel van status, zuinigheid en een
gevoel van schaamte
• in landen met een blik op korte termijn (Noorwegen, het Ver.
Koninkrijk, de Filippijnen, Ghana, Nigeria) wordt waarde
gehecht aan kalmte en evenwichtigheid, waken voor
gezichtsverlies, respect voor traditie en verplichtingen bij
groeten, gunsten en giften
80. Export Management - Veldman
(2009)
8 - 80
CULTURELE ORGWARESYSTEMEN
IN DE MARKETINGPRAKTIJK
Hall’s begrip van context onderscheidt culturen op
basis
van de contextuele gevoeligheid van relaties
• hoge mate van context met verschillende
contextlagen – in Japan is er geen noodzaak voor strikte
contracten, de relatie biedt voldoende garanties
• lage mate van context – gedetailleerde contracten in de
VS US
• vrij van context
81. Export Management - Veldman
(2009)
8 - 81
CULTURELE ORGWARESYSTEMEN
IN DE MARKETINGPRAKTIJK
Trompenaar’s en Hampden’s model onderscheidt zeven
met elkaar verbonden processen geformuleerd als dilemma's:
• universalisme vs. pluralisme - wat is belangrijker –
regels of relaties?
• individualisme vs. communitarisme – functioneren we
als groep of als individu?
• specifiek vs. diffuus – in hoeverre raken we betrokken?
• affectiviteit vs. neutraliteit – tonen we onze emoties?
• naar binnen vs. naar buiten gericht – beheersen we
omgeving of spelen we erop in?
82. Export Management - Veldman
(2009)
8 - 82
CULTURELE
ORGWAREWARESYSTEMEN IN DE
MARKETINGPRAKTIJK
• volgtijdelijk vs. synchroon – doen we een ding tegelijk
of verschillende dingen tegelijk?
• interne vs. externe controle – geloven dat we onze
omgeving kunnen controleren of geloven we dat onze
omgeving ons controleert?
83. Export Management - Veldman
(2009)
8 - 83
CULTUUR OP SOFTWARENIVEAU
ieder mens ondergaat een leerproces, in dit gevecht om te
overleven wordt hij zich bewust van vijf basiservaringen
(componenten van cultuur):
• leven vanuit het hart – het leven van de pasgeborene
wordt bepaald door gevoelens
• leven vanuit het ik – het kind wordt ik-gericht
• leven vanuit het jij – het kind is gedwongen de andere
persoon te erkennen en accepteren
• leven vanuit het wij – een tastbare vorm van wij-
ervaring
• living vanuit het verstand – het kind leert te denken
84. 8 - 84
CULTUUR OP SOFTWARENIVEAU
de vijf ontwikkelingsstadia van het individu herhalen
zich op macroniveau in de groep elke mens ondergaat
een leerproces, in de strijd om het
bestaan wordt hij zich bewust van vijf
asisperspectieven:
• het ik-perspectief – egocentrisch perspectief,
individualistische en masculiene culturen
• het jij-perspectief – relatiegericht, harmoniemodel
• het wij-perspectief – collectivistische en familie-
culturen, lage graad van vermijden van onzekerheid en
mate van machtsafstand
Export Management - Veldman (2009)
85. Export Management - Veldman
(2009)
8 - 85
CULTUUR OP SOFTWARENIVEAU
• het verstand-perspectief – intellectuele
gedachten kunnen in alle volkeren worden
waargenomen, hoewel niet altijd in dezelfde vorm
(wetenschappelijke vormen in het Westen,
verweven met intuïtie in het Oosten)
• het hart-perspectief – ook in elke cultuur
aangetroffen, hoewel gevoeligheid verloren is
gegaan in het Westen als gevolg van de dominantie
van het verstand
86. Export Management - Veldman
(2009)
86
CULTUUR OP SOFTWARENIVEAU
de invloed van culturele software op alle bedrijfsniveaus
culturele software doordringt organisaties maar ook hele
landen zoals bloed door het lichaam stroomt en alle delen
beïnvloedt
• technologiesystemen – technologie niet cultuurvrij (bijv.
Franse vs. Duitse auto´s)
• wettelijke systemen – deze verschillen zeer in
verschillende landen (bijv. perceptie van bezit)
• economische systemen – geen gezond economisch systeem
in veel Aziatische en Afrikaanse landen, ruilhandel
• distributiesysteem – gecompliceerd distributie in Japan
87. Export Management - Veldman
(2010)
8 - 87
CULTUUR OP SOFTWARENIVEAU
de vrouw in het internationaal ondernemerschap
handel en industrie in vele landen nog steeds door
mannen beheerst, niet een zaak van godsdienst
• ieder die niet cultuurvriendelijk is, is ongeschikt
voor internationale handel; de typische kenmerken
gevoel voor relaties en hartgerichtheid stellen
vrouwen in staat effectief te opereren vooral
niet-westerse handel
• niet alle industriesectoren zijn even
vrouwvriendelijk
94. Export Management - Veldman
(2009)
9 - 94
BELANGRIJKE JURIDISCHE
ASPECTEN BIJ EXPORT
In dit hoofdstuk worden behandeld
• de exporttransactie
• algemene voorwaarden
• intellectuele eigendomsrechten
• geschillenbeslechting
• tussenpersonen
• consumentenbescherming
95. Export Management - Veldman
(2009)
9 - 95
DE EXPORTTRANSACTIE
de overeenkomst: algemene begrippen
overeenkomst – een meerzijdige rechtshandeling,
waarbij een of meer partijen, jegens een of meer
andere partijen een verbintenis aangaat/aangaan,
bij export meestal een koopovereenkomst
• kan een natuurlijke persoon zijn of een
rechtspersoon (vennootschap, stichting, enz.),
• contractvrijheid, partijen vrij in de vorm van de
overeenkomst
• soms toch dwingende bepalingen, bepalingen die
vaststaan t.b.v. consumenten, huurders, enz.
96. Export Management - Veldman
(2009)
9 - 96
DE EXPORTTRANSACTIE
de overeenkomst: totstandkoming
aanbod – de verklaring van de verkoper iets te willen
kopen
aanvaarding – de verklaring van de koper dat hij het
aangeboden product wil kopen
• koper moet aanbod zorgvuldig formuleren
• mondeling aanbod onmiddellijk en schriftelijk
aanbod binnen redelijke termijn te aanvaarden
• geen koopovereenkomst als koper bij aanvaarding
afwijkt van aanbod
97. Export Management - Veldman
(2009)
9 - 97
De exporttransactie
de overeenkomst: inhoud
• partijen – natuurlijke en rechtspersonen
• product – hetgeen verkocht wordt
• kwaliteit – beschreven kwaliteit of wat koper mag
verwachten
• prijs – aangegeven prijs of wat koper mag verwachten
• levering – leverplaats, levertijd, aard van transport, enz.
• betaling – valuta, regeling bij niet-betaling
• varia – schriftelijke wijzingen, toepasselijk recht en
bevoegde rechter-/arbitrage
98. Export Management - Veldman
(2009)
9 - 98
Algemene voorwaarden
algemene voorwaarden – standaardvoorwaarden die
een ondernemer van tevoren opstelt om bij zijn
transacties met anderen te gebruiken
• wettelijke regeling van algemene voorwaarden
(BW) ter bescherming van de consument
• algemene voorwaarden moeten worden
overeengekomen (deponeren bij KvK, verwijzing op
briefpapier) meestal gemaakt o.b.v. ervaring of
geldend voor een gehele branche
99. Export Management - Veldman
(2009)
9 - 99
Algemene voorwaarden
onderwerpen in algemene voorwaarden
• toepasselijkheid – voor welke leveringen
• aanbod en aanvaarding – vrijblijvendheid van
aanbod
• kwaliteit – duidelijke omschrijving van kwaliteit
• kwantiteit – idem van kwantiteit
• leveringstermijn – niet verlengbaar
• force majeure – verlenging leveringstermijn in
geval dat
• leveringscondities – wijze van levering (af fabriek,
enz.)
100. Export Management - Veldman
(2009)
9 - 100
Intellectuele eigendomsrechten
onderwerpen in algemene voorwaarden (vervolg)
• eigendomsvoorbehoud – goederen blijven eigendom tot
betaling
• garanties – waarvoor geldend, termijn van claims aanbod
• aansprakelijkheid – ter bescherming eigen onderneming
• betalingsregelingen – termijn van betaling
• rechtskeuze – toepasselijk recht
• forumkeuze – bevoegde rechter c.q. arbitragecommissie
battle of forms: bij strijdigheid van verkoop- en inkoop-
voorwaarden gelden voorwaarden verkoper, tenzij...
101. Export Management - Veldman
(2009)
9 - 101
Intellectuele eigendomsrechten
bescherming van ideeën die men beschermd wil
zien
• octrooigemachtigde – deskundige die advies geeft
aan octrooiaanvrager
• aanvraagprocedures verschillen per land, bij
wereldwijde aanvraag geldt Berner Conventie
• op grond van eerste aanvraag geldt dat eerste
aanvrager het octrooi verkrijgt (recht van
voorrang)
102. Export Management - Veldman
(2009)
9 - 102
Intellectuele eigendomsrechten
octrooirecht ter bescherming van uitvinding
• moet om uitvinding gaan
• moet nieuw zijn
• moet toegepast kunnen worden in industrie
aan te vragen voor Nederland (Octrooibureau, Den
Haag) of Europa (Europese Octrooibureau,
München)
tekeningen- en modellenrecht ter bescherming van
nieuw uiterlijk van voorwerp met gebruiksfunctie
te deponeren in Benelux (Benelux Bureau voor
Tekeningen en Modellen, Den Haag) of Europa
(Internationaal Bureau, Geneve)
103. Export Management - Veldman
(2009)
9 - 103
Intellectuele eigendomsrechten
merkenrecht ter bescherming van merk
• het gaat om benamingen, tekeningen, afdrukken,
stempels, letters, cijfers en vormen, kleuren enz.
• het eerste depot geldt
te deponeren voor Benelux (Benelux Merkenbureau,
Den Haag), Europa (Europese Merkenbureau,
Alicante) of gehele wereld (Internationaal Bureau,
Geneve)
handelsnaamrecht
te bespreken met KvK
104. Export Management - Veldman
(2009)
9 - 104
Geschillenbeslechting
• het toepasselijk recht – Internationaal Privaat
Recht (IPR) geldt wanneer rechts- noch
forumkeuze is bepaald, meestal recht van land
verkoper
• de bevoegde rechter – meestal de rechter
bevoegd voor de woonplaats van gedaagde
• de tenuitvoerlegging – bij buitenlandse partij is
een exequatur vereist, gerechtelijke vergunning
om vonnis ten uitvoer te leggen in ander land
in buitenland onderzoekt rechter of vonnis
behoorlijk tot stand is gekomen
105. Export Management - Veldman
(2009)
9 - 105
Tussenpersonen
• werken met een tussenpersoon beperkt het risico,
afspraken met tussenpersoon over niet/late
betaling
• meestal exclusiviteit geëist door tussenpersoon,
maar dit kan strijdig zijn met EU-regelgeving (als
partijen markt domineren)
• marktverdeling, bijv. via overeenkomsten met
distributeurs in twee of meer landen, is niet
toegestaan
106. Export Management - Veldman
(2009)
9 - 106
Tussenpersonen
handelsagent
• voor bedrijven die starten met export
• schriftelijke volmacht nodig van exporterend bedrijf
• juridisch gelijke positie in EU
• provisie over verkopen, ook bij niet-betaling koper
• maandelijks provisieafrekening door exportbedrijf
• provisie overeengekomen door partijen, meestal
staffel
• exclusiviteit wordt al dan niet overeengekomen
• overeenkomsten voor bepaalde/onbepaalde tijd met
wettelijke opzegtermijnen, schadeloosstelling
• soms goodwillvergoeding (max. één jaar provisie)
• soms concurrentiebeding
107. Export Management - Veldman
(2009)
9 - 107
Tussenpersonen
distributeur/importeur
• koopt voor eigen rekening en risico
• geen juridische basis voor
samenwerkingsovereenkomst
• toch enige jurisprudentie
• afwikkeling lopende opdrachten – opdrachten meestal af
te handelen, service te verlenen
• terugnemen van voorraden – minnelijke regeling over
(gedateerde) voorraden
• opzegtermijn – vaak schriftelijk overeengekomen
• goodwillvergoeding – meestal geen schadeloosstelling,
soms wel vergelijkbaar met die van agent
108. Export Management - Veldman
(2009)
9 - 108
Consumentenbescherming
productaansprakelijkheid – producent is verantwoordelijk
voor schade veroorzaakt door gebrek aan/in zijn product
de benadeelde kan iedere partij in de keten aanspreken,
die de schade weer mag trachten te verhalen op
producent
schuld speelt geen rol, schade en aansprakelijkheid zijn
voldoende
geregeld via productaansprakelijkheidsrichtlijn (EU) en
Burgerlijk Wetboek, artikel 6 (NL)
110. Het exportbeleidsplan Export Management - Veldman
(2009)
10 - 110
Het exportbeleidsplan
• het exportbeleidsplan: voor wie?
• de marktafbakening
• exportbeleidsplan: kader voor de praktijk
• de exportbeleidsaudit
• nadere uitwerking auditaandachtspunten in relatie
tot het exportbeleidsplan
111. Export Management - Veldman
(2009)
10 - 111
Het exportbeleidsplan: voor wie?
exportbeleidsplan – een strategisch plan waarin de lange-
termijnplanning van alle exportactiviteiten wordt
vastgelegd
• wie is de opdrachtgever
• wat is activiteitengebied van onderneming
• wat is de internationaliseringsstrategie
112. Export Management - Veldman
(2009)
10 - 112
EXPORTBELEIDSPLAN: KADER VOOR DE
PRAKTIJK
113. Export Management - Veldman
(2009)
10 - 113
EXPORTBELEIDSPLAN: KADER VOOR DE
PRAKTIJK
114. Export Management - Veldman
(2009)
10- 114
De marktafbakening
• doel van exportbeleidsplan is onderneming inzicht
verschaffen over marktmogelijkheden van het
gastland en de beste wijze van marktbewerking
• daartoe wordt allereerst een situatieanalyse
gemaakt
- analyse van externe marketingomgeving
- analyse van interne marketingomgeving
- SWOT-analyse
gevolgd door
- exportmarketingdoelstellingen
- strategiekeuze
115. Export Management - Veldman
(2009)
10 - 115
Exportbeleidsplan: kader voor de praktijk
• doel van exportbeleidsplan is onderneming inzicht
verschaffen over marktmogelijkheden van het
gastland en de beste wijze van marktbewerking
• daartoe wordt allereerst een situatieanalyse
gemaakt
- analyse van externe marketingomgeving
- analyse van interne marketingomgeving
- SWOT-analyse
gevolgd door
- exportmarketingdoelstellingen
- strategiekeuze
116. Export Management - Veldman
(2009)
10 - 116
Exportbeleidsplan: kader voor de praktijk
analyse van de externe marketingomgeving
• analyse van de meso-omgeving
• analyse van de markt
• analyse van de bedrijfstak
• analyse van de eindgebruikers
• analyse van de handel
• analyse van de concurrenten
• analyse van de publieksgroepen (bijv. Consumentenbond)
• analyse van de intermediairs (bijv. banken, verzekeraars,
enz.)
• analyse van de macro-omgeving (DESTEP-factoren)
117. Export Management - Veldman
(2009)
10 - 117
De exportbeleidsaudit
exportbeleidsaudit - de periodieke en systematische
doorlichting van de internationale
marketingactiviteiten
er zijn twee soorten audits:
• strategische en operationele audit (evaluatie van het
gevoerde beleid)
• managementaudit (markt- en toekomstgerichtheid van
het management)
118. Export Management - Veldman
(2009)
10 - 118
Te lezen:
Zwarte Zwaan – Nassim Nicholas Taleb
De Intellectuele Verleiding – Frits Bolkestein
Wij Zijn Ons Brein – Dick Swaab
Modern Kapitalisme - Donald Kalff
De Utopie van de vrije Markt – Hans Achterhuis
Ons Feilbare Denken – Daniel Kahneman
Invloed – Robert B. Cialdini
119. Maak de volgende som kloppend door slechte een lucifer
te verplaatsen.
U mag slechts een lucifer te verplaatsen. Hoe past de grote lucifer in de
kleine?
121. Maak de volgende som kloppend door slechte een lucifer
te verplaatsen.
U mag slechts een lucifer te verplaatsen. Hoe past de grote lucifer in de
kleine?
123. EINDOPDRACHT (MODULEOPDRACHT)
U schrijft een exportplan voor JobsFashion BV of
voor uw eigen organisatie. U maakt hierbij in ieder
geval gebruik van de theorie uit het boek:
- Exportmanagement en
- Zo maak je een exportplan.
123
124. EINDOPDRACHT (MODULEOPDRACHT)
In uw moduleopdracht werkt u de volgende onderwerpen uit, in de volgorde waarin ze
genoemd worden:
1. Strategische analyse, te denken valt aan:
– Ondernemingsanalyse
– Geschiedenis van het bedrijf met betrekking tot exporteren/internationaliseren
– Analyse van het internationaliseringsproces
– Omschrijving van de missie van het bedrijf
– Doelstellingen
– Productbeschrijving
– Unieke verkoopproposities (USP’s)
– Concurrentiestrategie
– Bedrijfseconomische analyse
124
125. EINDOPDRACHT (MODULEOPDRACHT)
2. Landenanalyse, te denken valt aan:
– Politieke omgeving
– Economische en demografische omgeving
– Sociale en culturele omgeving
– Technologische en concurrentieomgeving
– Juridische en wettelijke omgeving
– SWOT-analyse (Strengths, Weaknesses, Opportunities en Threats)
– Entreestrategie
– De praktijk van het zakendoen met het land
125
126. EINDOPDRACHT (MODULEOPDRACHT)
3. Operationele analyse, te denken valt aan:
• De marketingmix:
– Product (zoals doelstellingen, assortiment, merk en verpakking)
– Prijs (doelstellingen, prijsopbouw, betalingsvoorwaarden en betalingsrisico’s)
– Plaats (distributiedoelstellingen, regio en distributiekanaal, fysieke distributie,
douane, juridische aspecten, HS-codering, leveringsvoorwaarden en Incoterms
2000)
• Kosten-batenanalyse
• Marktpotentie en afzet
• Kosten-batenoverzicht (haalbaarheid, realiseerbaarheid en uitvoerbaarheid)
• Conclusie en aanbevelingen
• Ook als u de opdracht uitvoert op basis van een fictief bedrijf, behandelt u al deze
onderwerpen in uw moduleopdracht.
126
127. Eisen aan de moduleopdracht:
De moduleopdracht bevat minimaal de volgende onderdelen:
• voorblad;
• voorwoord;
• samenvatting (maximaal 1 pagina);
• inhoudsopgave;
• inleiding;
• hoofdtekst (genoemde onderdelen bij de opdrachtbeschrijving);
• literatuuroverzicht;
• eventuele bijlagen.
127
EINDOPDRACHT (MODULEOPDRACHT)
128. 128
EINDOPDRACHT (MODULEOPDRACHT)
De moduleopdracht bestaat uit maximaal 7 pagina’s hoofdtekst (inclusief inleiding) en
maximaal 7 pagina’s (A4-formaat) bijlagen, bij regelafstand 1 en lettertype en -grootte Arial
10/11.
Voorblad, voorwoord, samenvatting, inhoudsopgave en literatuurlijst tellen niet mee in het
maximumaantal pagina’s.
Indien u het aantal pagina’s overschrijdt, dan kan dit consequenties hebben voor uw
beoordeling, namelijk in de vorm van puntenaftrek.
Het is aan de onafhankelijke beoordelaar of de overschrijding van het aantal pagina’s
relevant is voor de opdracht.
129. HARTELIJK BEDANKT VOOR UW AANDACHT
EN…WIJ GAAN VOOR EEN 9!
Dado Cukor
d.cukor@gmail.com
nl.linkedin.com/in/cukor
+31 (0) 6 5160 3688