2. Programma 11 aspecten Gastcollege afgewisseld met jullie (en mijn) ervaringen Enkele opdracht
3. Curriculum 1. Integraal en gefaseerde aanpak Binnen onderwijs belangrijker dan binnen bedrijfsleven? Mensen Management Infrastructuur
4. Van den Akker: meerderheid curriculuminnovaties mislukken inconsistenties tussen het bedoelde, geïmplementeerde en bereikte curriculum overambitieuze plannen, onrealistische deadlines en te weinig investeringen in docenten. En bij e-learning komt technologische vernieuwing nog eens daarbovenop Onderwijs is daar niet uniek in (vermoed ik)
5. Eerder een programma, dan een project (Assen & Van de Pol, 2008) http://farm4.static.flickr.com/3196/2764160340_cefa0cf805.jpg?v=0 http://farm2.static.flickr.com/1345/829609334_80901b5340.jpg?v=0
6. 2. Communiceer over nut en noodzaak Strategische doelen vs operationele doelen Medewerkers ‘eigenaar’ doelen Vinden lerenden inzet ICT zinvol? Sense of urgency (organisatie – individu)
7. Maak de ‘business drivers’ expliciet Business drivers: je interne verkoopargument voor e-learning
8. Business drivers Geven aan wat er in je omgeving gebeurt Geven aan waarom je e-learning wilt inzetten Geven aan wat je met e-learning wilt bereiken: organisatie breed; niet alleen HR-doelstellingen; Geven aan waar je e-learning wilt inzetten Geven aan wie je met e-learning wilt bereiken Geven aan wanneer je e-learning wilt inzetten Geven aan hoe je e-learning wilt inzetten
9. Voorbeelden business drivers Verkorten inwerktijd nieuwe medewerkers Verbeteren efficiency van leren (minder werktijd, reductie reis- en verblijfskosten) Verkorten “time to market” Just in time leren Diversiteit lerenden Sneller voorbereiden medewerkers op veranderingen Toegevoegde waarde bieden aan klanten Beter voorbereiden toeleveranciers
10. Zorg voor intrinsieke motivatie Beroep je niet op externe prikkels. Wek geen valse verwachtingen Maak duidelijk wat de toegevoegde waarde is. En wees reëel. Spaart het tijd? Voor wie?
11. Wat zijn business drivers van jouw organisatie? Waarom moet jouw organisatie e-learning inzetten? Wat kan jouw organisatie met e-learning bereiken? Hoe maak je dat aannemelijk?
17. 5. Toon als management daadwerkelijk leiderschap. Niet alleen woorden, maar ook daden Voorbeeldgedrag Visieontwikkeling Koersvastheid Ruimte en ondersteuning geven Fadel & Lemke, 2006 : besteed vooral aandacht aan leiderschap, professionalisering van docenten, curriculumontwikkeling en didactiek om ICT op een effectieve manier in te bedden in het onderwijs.
20. 6. Stabiele, betrouwbare, gebruikersvriendelijke technologie Cuban, 2001: betrouwbaarheid van technologie en de complexiteit van de technologie in belangrijke mate van invloed op de acceptatie van ICT door docenten. You never get a second change to make a first impression Geldt ook voor technologie
22. 7. Houd rekening met de houding van medewerkers, en speel daar op in. Uit: William Horton (2001), “Leading e-learning”, Alexandria: ASTD 6: “Do everything by e-learning now!” 5: “We’re fallling behind. Go, go, go!” 4: “Proceed logically and smoothly.” 3: “Let’s go slow and avoid any trouble.” 2: “Let’s wait until all the bugs are worked out.” 1: “It’ll never work. Forget it“
24. Wat ben jij? Iejoor Knorretje Winny de Poeh Uil Konijn Teigetje
25. En het management en collega’s? Iejoor Knorretje Winny de Poeh Uil Konijn Teigetje Kun je percentages geven? Graag illustreren met concreet gedrag
26. Focus je bij de implementatie niet op de Iejoors en laat de Teigetjes niet een te dominante rol spelen!
27. 8. Houd rekening met zone naaste ontwikkeling van medewerkers Het ideaal Interventies Techno logisch Didactisch Techno logisch Didactisch
28. Interaction-overload Wennen aan technologieën Benadruk wat goed is gegaan Vier je successen Heb een lange adem Bron: http://www.slideshare.net/igorterhalle
29. 9. Ontwikkel strategie hanteerbaar maken weerstanden Bron: http://www.fontys.nl/lerarenopleiding/sittard/nattech/bel/default.htm
30. Soorten weerstanden De verandering is niet in het belang van de medewerkers (status, positie, plezier in het werk, autonomie, kwaliteit werk, werkdruk, teacher bandwith problem (D. Wiley), enzovoorts) Onduidelijkheid (gevolgen voor de functie, verkeerde of andere verwachtingen, doelen) Naar: H. Nathans, 1994
31. Soorten weerstanden (2) Medewerkers weten het beter (ICT roept meer problemen op, lost niks op, enzovoorts) Angst niet aan de nieuwe eisen te kunnen voldoen (vertrouwen in eigen kunnen, ICT-vaardigheden, ruimte om zich voor te bereiden)
32. Soorten weerstanden (3) Docenten voelen zich niet serieus genomen (zij zijn immers specialist op het gebied van leren) ICT-ers voelen zich niet serieus genomen (zij hebben verstand van security etc) Medewerkers zien de zin er niet van in (het gaat toch goed….)
35. Tips Heb respect voor elkaars professie Communiceer over je professie Wederzijds verwachtingen helder maken Wees reëel (prioriteiten, keuzes) Erken tegengestelde belangen Vermijd deskundigheidsmacht Creëer experimenteeromgeving Uitbesteden?
36. 11. Rekening houden met ‘politiek’ Dubbele agenda’s. Rekening houden met politieke spelletjes binnen organisatie. Sleutelfiguren met ev. dubbele agenda’s bij project betrekken.