Openbaring studie 12
- 2. Openbaring 4 1 Na deze dingen nam ik waar en zie: een geopende deur in de hemel en de eerste stem die ik hoorde als van een bazuin, sprak met mij zeggende: kom hierheen omhoog en ik zal je tonen de dingen die moeten geschieden na deze dingen. 2 Onmiddelijk kwam ik in de geest en zie: een troon wordt gesteld in de hemel terwijl op de troon iemand zat.
- 3. Openbaring 4 3 En degene die er op zat was in aanzien gelijk steen: diamant en sardius en een regenboog rondom de troon in aanzien gelijk smaragd. 4 En rondom de troon waren vierentwintig tronen en op die tronen vierentwintig oudsten zittende, omhuld in witte kleren en op hun hoofden gouden lauwerkransen.
- 4. Openbaring 4 5 En vanuit de troon gingen bliksemflitsen en stemmen en donderslagen en zeven vurige fakkels branden in het zicht van de troon. Dat zijn de zeven geesten van God. 6 En in het zicht van de troon was als een glazen zee, lijkend op kristal. En in het midden van de troon en rondom de troon zijn vier levende wezens, boordevol van ogen, van voren en van achteren.
- 5. Openbaring 4 7 En het eerste levende wezen lijkt op een leeuw en het tweede levende wezen lijkt op een kalf en het derde levende wezen heeft het gezicht als van een mens en het vierde levende wezen lijkt op een vliegende adelaar. 8 En de vier levende wezens hebben, ieder voor zich zes vleugels en zij zijn rondom en van binnen boordevol van ogen en zij hebben geen rust, dag en nacht, zeggende: heilig, heilig, heilig, Heer God de Almachtige, die was en die is en die komende is.
- 6. Openbaring 4 9 En wanneer de levende wezens ook maar heerlijkheid en eer en dankzegging geven aan Hem die zit op de troon, die leeft tot in de aeonen van de aeonen, 10 zullen de vierentwintig oudsten neervallen voor het oog van Hem die zit op de troon en zij zullen Hem adoreren die leeft tot in de aeonen van de aeonen en zij zullen hun lauwerkransen werpen in het zicht van de troon zeggende:
- 7. Openbaring 4 11 Waardig bent U, Heer onze God, om in ontvangst te nemen de heerlijkheid en de eer en de macht, want U schiep alle dingen en vanwege uw wil waren zij en worden ze geschapen.
- 8. Openbaring 4 4 En rondom de troon waren vierentwintig tronen en op die tronen vierentwintig oudsten zittende, omhuld in witte kleren en op hun hoofden gouden lauwerkransen. Openbaring is het boek van de TROON > de vestiging van GODS Koninkrijk!
- 9. Openbaring 4 4 En rondom de troon waren vierentwintig tronen en op die tronen vierentwintig oudsten zittende, omhuld in witte kleren en op hun hoofden gouden lauwerkransen. zoals David 24 (=16+8) afdelingen instelde voor de priesterdienst; • "oversten van het heiligdom" 1Kron.24:3-5 • verwijzend naar Israël als koninklijk priesterdom (5:9,10!) • Israël in haar dubbele functie: 2x12
- 10. Openbaring 4 4 En rondom de troon waren vierentwintig tronen en op die tronen vierentwintig oudsten zittende, omhuld in witte kleren en op hun hoofden gouden lauwerkransen. > Gr. presbuteros = oudere verwijst niet perse naar hoge leeftijd het is een positie, vergl. 'eerstgeborenen' zie ook Jesaja 24 >
- 11. Jesaja 24 23 Dan zal de blanke maan schaamrood worden, en de gloeiende zon zal zich schamen, want JAHWEH van de legerscharen zal Koning zijn op de berg Sion en in JERUZALEM, en er zal heerlijkheid zijn ten aanschouwen VAN ZIJN OUDSTEN.
- 12. Openbaring 4 4 En rondom de troon waren vierentwintig tronen en op die tronen vierentwintig oudsten zittende, omhuld in witte kleren en op hun hoofden gouden lauwerkransen. 7:14 ... zij hebben hun gewaden gewassen en die wit gemaakt in het bloed van het Lammmetje.
- 13. Openbaring 4 4 En rondom de troon waren vierentwintig tronen en op die tronen vierentwintig oudsten zittende, omhuld in witte kleren en op hun hoofden gouden lauwerkransen. = bekroning na overwinning
- 14. Openbaring 4 5 En vanuit de troon gingen bliksemflitsen en stemmen en donderslagen... steeds heviger in de loop van het boek... • 8:5 En er kwamen donderslagen, stemmen, bliksemstralen en een aardbeving... • 11:19 En er kwamen bliksemstralen, stemmen, donderslagen, aardbeving en grote hagel...
- 15. Openbaring 4 5 En vanuit de troon gingen bliksemflitsen en stemmen en donderslagen en zeven vurige fakkels branden in het zicht van de troon. Dat zijn de zeven geesten van God. spelen een belangrijke rol in de vestiging van het Koninkrijk vandaar: "in het zicht van de troon" >
- 16. Openbaring 1:4 ... van Hem die is en die was en die komt en van de zeven geesten in het zicht van zijn troon; Openbaring 5:6 En ik nam waar: in het midden van de troon, en van de vier levende wezens, en in het midden van de oudsten, staat een Lammetje, als geslacht, met zeven horens en zeven ogen - dat zijn de zeven geesten van God, die over de gehele aarde afgevaardigd zijn. Openbaring 8:2 En ik zag de zeven engelen, die voor God staan, en hun werden zeven bazuinen gegeven.
- 17. Openbaring 4 6 En in het zicht van de troon was als een glazen zee, lijkend op kristal... de vloer voor de troon was doorzichtig vergl. het tafereel met het heiligdom: • de troon > de ark (> het heilige der heiligen) God die op de cherubs troont; Ps.99:1 • zeven fakkels > de menorah (> het heilige) • "de glazen zee" > het wasvat (1Kon.7:23 > de voorhof)
- 18. Openbaring 4 6 ... En in het midden van de troon en rondom de troon zijn vier levende wezens, boordevol van ogen, van voren en van achteren. de levende wezens dragen de troon... "God troont op de cherubs" 9x in de Bijbel - Ps.80:1; 99:1 bij elk van de levende wezens in Ezech.1 is een rad (=wiel; 1:15 e.v.)
- 19. Openbaring 4 6 ... En in het midden van de troon en rondom de troon zijn vier levende wezens, boordevol van ogen, van voren en van achteren. • 'levende wezens' - Gr. 'zoa' = levend vergl. zoölogie = dierkunde • "vier", evenals in Ezechiël 1:5 • Ezech.1:21 Boven de hoofden van de wezens was wat geleek op een uitspansel als ontzagwekkend ijskristal, uitgespreid boven over hun hoofden.
- 20. Openbaring 4 6 ... En in het midden van de troon en rondom de troon zijn vier levende wezens, boordevol van ogen, van voren en van achteren. • associatie met vier tekens van Zodiac (?) • representeren "alle levende wezens van alle vlees" (Gen.9:15) waarmee GOD een verbond sloot (de regenboog!; 4:3) >
- 21. Genesis 9 9 Zie, Ik richt mijn verbond op met u en met uw nageslacht, 10 en met alle levende wezens die bij u zijn: (mens; 3) het gevogelte, (adelaar; 4) het vee (kalf; 2) en het wild gedierte der aarde bij u, (leeuw; 1) allen, die uit de ark gegaan zijn, alle gedierte der aarde.
- 22. Openbaring 4 6 ...En in het midden van de troon en rondom de troon zijn vier levende wezens, boordevol van ogen, van voren en van achteren. zoals ook in Ezechiël (1:10; 10:12) niets is aan het zicht onttrokken van de voortgaande (mobiele) Godstroon
- 23. Openbaring 4 7 En het eerste levende wezen lijkt op een leeuw en het tweede levende wezen lijkt op een kalf en het derde levende wezen heeft het gezicht als van een mens en het vierde levende wezen lijkt op een vliegende adelaar.
- 24. Openbaring 4 7 En het eerste levende wezen lijkt op een leeuw en het tweede levende wezen lijkt op een kalf en het derde levende wezen heeft het gezicht als van een mens en het vierde levende wezen lijkt op een vliegende adelaar.
- 25. Openbaring 4 7 En het eerste levende wezen lijkt op een leeuw en het tweede levende wezen lijkt op een kalf en het derde levende wezen heeft het gezicht als van een mens en het vierde levende wezen lijkt op een vliegende adelaar.
- 26. Openbaring 4 7 En het eerste levende wezen lijkt op een leeuw en het tweede levende wezen lijkt op een kalf en het derde levende wezen heeft het gezicht als van een mens en het vierde levende wezen lijkt op een vliegende adelaar.
- 27. Openbaring 4 8 En de vier levende wezens hebben, ieder voor zich zes vleugels en zij zijn rondom en van binnen boordevol van ogen... zoals de serafs in Jesaja 6:2
- 28. Openbaring 4 8 En de vier levende wezens hebben, ieder voor zich zes vleugels en zij zijn rondom en van binnen boordevol van ogen...
- 29. Openbaring 4 8 ... en zij hebben geen rust, dag en nacht, zeggende: heilig, heilig, heilig, Heer God, de Almachtige, die was en die is en die komende is. 3x: aan het einde van het vers uitgelegd
- 30. Openbaring 4 8 ... en zij hebben geen rust, dag en nacht, zeggende: heilig, heilig, heilig, Heer God, de Almachtige, die was en die is en die komende is. lett. de God, de Almachtige Gr. pantokratoor = alles beheerser
- 31. Openbaring 4 8 ... en zij hebben geen rust, dag en nacht, zeggende: heilig, heilig, heilig, Heer God almachtig, die was en die is en die komende is. vandaar: 3x heilig
- 32. Openbaring 4 9 En telkens wanneer de levende wezens heerlijkheid en eer en dankzegging zullen geven aan Hem die zit op de troon, die leeft tot in de aeonen van de aeonen, als in beurtzang
- 33. Openbaring 4 9 En wanneer de levende wezens ook maar heerlijkheid en eer en dankzegging geven aan Hem die zit op de troon, die leeft tot in de aeonen van de aeonen,
- 34. Openbaring 4 10 zullen de vierentwintig oudsten neervallen voor het oog van Hem die zit op de troon en zullen Hem adoreren die leeft tot in de aeonen van de aeonen en zij zullen hun lauwerkransen werpen in het zicht van de troon zeggende:
- 35. Openbaring 4 10 zullen de vierentwintig oudsten neervallen voor het oog van Hem die zit op de troon en zullen Hem adoreren die leeft tot in de aeonen van de aeonen en zij zullen hun lauwerkransen werpen in het zicht van de troon zeggende:
- 36. Openbaring 4 10 zullen de vierentwintig oudsten neervallen voor het oog van Hem die zit op de troon en zullen Hem adoreren die leeft tot in de aeonen van de aeonen en zij zullen hun lauwerkransen werpen in het zicht van de troon zeggende:
- 37. Openbaring 4 11 Waardig bent U, Heer onze God, om in ontvangst te nemen de heerlijkheid en de eer en de macht, want U hebt alle dingen geschapen en vanwege uw wil waren zij en worden ze geschapen.
- 38. Openbaring 4 11 Waardig bent U, Heer onze God, om in ontvangst te nemen de heerlijkheid en de eer en de macht, want U hebt alle dingen geschapen en vanwege uw wil waren zij en worden ze geschapen.
- 39. Openbaring 4 11 Waardig bent U, Heer onze God, om in ontvangst te nemen de heerlijkheid en de eer en de macht, want U schiep alle dingen en vanwege uw wil waren zij en worden ze geschapen.