2. Voordat we beginnen met de kerstupdate, komt er eerst nog een samenvatting van de vorige
update.
Toen begon de eerste scène bij Iris en Auke. Zij waren in het ziekenhuis op bezoek bij Noah. Het
was gezellig tot Sander ineens binnenkwam. Het was in het begin nogal ongemakkelijk, maar het
viel nog best mee. Iris had er moeite mee. Sander niet. Iris verbaasde zich ermee hoe sterk de
band tussen Sander en Noah bleek te zijn geworden. Sander is nooit echt zo close met hem of Evi
geweest.
Na het ziekenhuis gingen Auke en Iris naar Rosemary om de scooter terug te brengen. Iris vluchtte
naar de badkamer omdat ze moest huilen vanwege het weerzien van Sander. Rosemary kwam de
badkamer binnen en Iris legde uit wat er was gebeurd. Rose troostte haar. Maar… zoende Iris. Iris
duwde haar weg en was kwaad op Rosemary. Ze vroeg Iris of zij net als Auke nog even wilde blijven
om een film te kijken. Dat wilde Iris niet. Met de belofte dat ze aan haar grootouders door zou
geven dat Auke bij Rose bleef slapen ging ze in haar eentje terug naar huis.
Joey merkte direct dat er wat was. Noah had hem opgebeld na het bezoekuur om te vertellen wat
er was gebeurd. Joey wilde met Iris praten over Sander, maar zij wilde dat niet en vluchtte haar
slaapkamer in. Ze wilde nog steeds niet praten toen Cathelijn later op de avondmidden Iris´
slaapkamer binnenkwam. Iris viel uit tegen haar oma, die nogal verdrietig en geschokt reageerde.
Toen Iris probeerde te gaan slapen, voelde ze zich schuldig om haar uitbarsting. Zodra ze eindelijk
in slaap was, schrok ze wakker van een blauwe lichtflits. Ineens stond Jacky voor haar neus om
haar te vertellen dat Iris eerder naar Joe en Lynn toe kon als ze dat wilde. Dus vertelde Iris haar
grootouders, broertje en ooms een leugen. Namelijk dat ze de avond ervoor op haar kamer had
gebeld met haar ouders om te vragen of ze niet eerder kon komen, vanwege de ruzie. Iris legde
haar opa tijdens het inpakken van haar koffers uit dat ze gewoon een poosje weg wilde van de
onprettige sfeer die bij hen in het huis hing en hoopte dat het dan beter zou gaan. Joey zei dat hij
het best snapte en omhelsde zijn kleindochter. Krijn, die erbij stond, kreeg ook een knuffel. Toen
was het weer goed. Ook wat betreft Krijn.
De vierling ging naar school om de rapporten op te halen. Toen ze, met de aanhang, wilden
wegfietsen naar Iris’ huis, ziet Iris dat Idde kwam aanlopen. Ze babbelde even met hem bij en
merkte dat het nog steeds niet is zoals het was tussen hen. Maar de sfeer is al iets minder
gespannen. Thuis werd Iris vrolijk ontvangen door al haar ooms en tantes (op Dennis na). Ook hun
kinderen en echtgenoten zijn er. Iedereen kwam bij elkaar voor ze op vakantie gingen en zodat ze
elkaar nog even konden zien. Nadat Iris bij iedereen een tijdje is geweest om te praten en te
spelen, werd ze gebeld door Daniël. Hij zegt dat Joe en Lynn nog even laatste dingen wat moeten
doen voor ze vrij konden nemen voor kerstmis. Daarom haalt Daniël hem op. Dus vertrekt Iris, na
een beetje moeite om haar grootouders te overtuigen dat ze wel alleen kan gaan, naar het station.
7. Jane manoeuvreerde het dienblad tussen de drie kinderen door en zette het op een klein tafeltje voor de
kerstboom. Ze zag net als Iris en Jacky hoe Bram meteen twee bekers wilde pakken. „Ik zou het nog even laten
staan als ik jou was. Het is nu nog gloeiend heet.‟ Iris grinnikte en aaide Bram even over zijn hoofd. Onwillekeurig
dwaalden haar gedachten af naar Kay. Hij zou ook een beker voor iemand anders hebben gepakt. Net als Bram
net had willen doen. Wat dat betreft leken ze best op elkaar. Waarschijnlijk zouden ze best goed bevriend kunnen
zijn. Die gedachte maakte dat Iris zich plotseling afvroeg hoe het zou zijn als haar familie en Janes familie elkaar
zouden ontmoeten. Zouden ze veel verschillen van elkaar? Iris dacht dat het de niet-magiërs niet zou opvallen. Iris
dacht dat het tegenovergestelde zou gelden voor de magiërs. Dat het hen echter niet zou ontgaan. Er waren
zoveel verschillende dingen. Al ging het al om ergens heengaan, naar een bepaalde plek. Hier gebruikten
roomshiftte vrijwel iedereen. De magiërs wisten dat het in de externe wereld niet kon omdat het niet mocht. Zij
waren niet gewend om veel met vervoer te reizen, waardoor alles nogal onwennig leek. Voor niet-magiërs zou
zoiets niet gelden: hoeveel waren er nou zoals haar? Hoeveel andere Sims kwamen er nou in hun leven in de
interne wereld, de wereld waar zij koningin van was? Jacky zwaaide heen en weer voor Iris‟ ogen. Daardoor
schudde ze haar hoofd en zag ze hoe Jane en Jacky haar lachend aankeken.
„Je was niet helemaal aanwezig, geloof ik,‟ merkte Jacky op.
8. Iris glimlachte alleen. Ze nam de mok aan die Bram haar aanreikte. Voorzichtig nam ze een slokje. De
chocolademelk was nog steeds heet.
Bram daarentegen dronk zijn chocolademelk met grote slokken. „Jane, mogen we zo naar buiten?‟
„Als jullie allemaal jullie drinken op hebben wel. – Drink eens rustig. Straks verslik je je nog. Je kunt altijd nog naar
buiten. Het maakt niet uit of je vijf minuten later naar buiten gaat.‟
„Natuurlijk wel.‟ Bram zette zijn lege mok met een klap op het dienblad. „Straks is de sneeuw weg.‟
Jane lachte. „Die sneeuw blijft heus nog wel even liggen. Het is nog de hele dag eerste kerstdag. Niet zo
ongeduldig, want dat weet je best.‟
Bram bleef zitten om zijn zus tevreden te houden, maar ondertussen keek hij van Kita naar Daisy en weer terug.
Hij was blij te zien dat ook zij snel dronken en hij niet de enige was die gauw naar buiten wilde.
9. Lachend keken Iris en Jacky de twee na. Met grote ogen keek Iris hoe het drietal zonder jas, das of wat dan ook
naar buiten stormde. Verschrikt keek ze hoe ze zich in de sneeuw lieten vallen en ze tikte op het raam. De
kinderen hoorden niks of deden alsof ze Oost-Indisch doof waren, dus klopte Iris wat harder. Kita keek op en
glimlachte even naar Iris. Toen werd haar aandacht afgeleid door Bram die een sneeuwbal richting haar hoofd
gooide.
„Wat is er?‟ Met een opgetrokken wenkbrauw keek Jacky Iris aan.
„Ze spelen zonder jas buiten.‟ Jane en Jacky wisselden even een blik en het bleef een paar seconden stil in de
kamer. „Het vriest,‟ vervolgde Iris cynisch ter verduidelijking.
„Nou en?‟ Zei Jacky. „Maak je maar geen zorgen, hoor.‟
Jane lachte. „O,‟ deed ze. „Je hoeft je inderdaad geen zorgen te maken. Ze hebben geen problemen met warmte-
en kouverschillen.‟
Iris trok haar wenkbrauwen op en keek haar vriendinnen om de beurt aan. „Dat wist ik niet.‟
Jane schoot in de lach. Iris deed hetzelfde en automatisch viel Jacky haar vriendinnen bij. Janes lach was zo
aanstekelijk dat Iris niet meer kon stoppen met lachen.
12. „Oh, kom op. Het is positief bedoeld!‟ Iris gaf Jane een schouderklopje en liet zich schuin tegenover Jacky op het
bed vallen. „Nu kan Maiden er niet meer over zeuren. Dat is toch positief?‟
„Dacht je dat Jane het daarom heeft gedaan?‟ Jacky lachte hard en keek Iris geheimzinnig aan.
„Ik heb het gevoel dat ik alweer iets heb gemist.‟ Dit keer keek Iris Jane vragend aan, maar zij wendde haar blik af
met een kop als een tomaat. „Jacky…?‟
Iris‟ blik ging automatisch naar Jacky die grijnzend van Jane naar haar keek. „Ze heeft het gedaan zodat…
bepaalde Sims dan een betere indruk van haar krijgen.‟ Jacky wiebelde veelbetekenend met haar wenkbrauwen.
„Want geef eerlijk toe, Jane,‟ ging ze verder terwijl ze haar andere vriendin opnieuw aankeek. „We weten allebei dat
je niet al te lang meer wilt wachten met hem uit te nodigen hier thuis.‟
Iris liet haar mond openvallen. Haar ogen begonnen te twinkelen zodra ze doorhad wat Jacky bedoelde. „Je bent
verliefd!‟ Riep Iris uit.
13. Jane keek met een ruk op. „Shht!‟ Siste ze met een vluchtige blik op haar slaapkamerdeur. „Straks hoort Bram het.‟
Jacky grinnikte. „Wat is daar erg aan? Jij weet het toch ook van Kita en hem? Bovendien, alsof hij het nog niet
doorheeft.‟
Iris trok haar wenkbrauwen op. Dan had ze het dus toch goed begrepen. „Hebben Bram en Kita… wat samen?‟
Jane knikte en opende haar mond erover te vertellen, maar Jacky was haar voor. „Nee Jane, verander nou niet
vlug van onderwerp.‟
Jane plantte haar handen in haar zij en slaakte een zucht. „Je wordt bedankt.‟
Iris lachte. „Nou zeg. Wat is er erg aan dat je verliefd bent? Vertel op, wie is het?‟
Jane keek lachend naar de grond en gleed met haar handen ongemakkelijk langs haar heupen. Te laat bedacht ze
zich dat er geen zakken in de jurk zaten. „Ik ehm…‟
„Je zult het niet geloven,‟ antwoordde Jacky voor Jane. De grijns op haar gezicht was van oor tot oor.
19. Ruim tweeënhalf uur later klonk er een luide schreeuw in het huis.
„Vollùùùk!‟
Jane, Jacky en Iris kwamen lachend overeind.
„Ma en Tim zijn terug,‟ waren Janes overbodige woorden.
„Tijd om eten te koken!‟
Jane en Iris lachten. Tijdens hun gesprek had Jacky al een paar keer laten vallen dat ze zin had om eten te koken.
Dus zou ze Maiden gaan helpen met het eten voor die avond. Vergezeld door Iris en Jane liep Jacky de trap af.
In de keuken waren Maiden en Tim bezig wat boodschappentassen uit te pakken.
„Zo, Maiden, dat is een behoorlijke voorraad!‟ Jane gluurde langs haar moeder heen en snuffelde in de tassen.
Maiden liet die tassen even met rust en omarmde Iris.
„Gezellig dat je er bent! Ik hoop dat je je een beetje hebt vermaakt vanmiddag. Tim en ik zijn nog even de stad in
geweest, maar dat is je vast al verteld.‟
Iris knikte en glimlachte naar Maiden. „Dat klopt. Maar de tijd is voorbij gevlogen.‟
21. „Wat nou? Til zelf anders als je me niet geloofd. O nee, dat kun je niet. Want jij bent een meisje.‟ Bram keek Jacky
uitdagend aan.
„Zeg,‟ zei Jacky met een zogenaamd boze ondertoon. „Loop je me uit te dagen, zocht je soms ruzie?‟ Ze liep op
Bram af, balde haar handen tot vuisten en gaf hem een paar zachte stompen op zijn bovenarmen.
Iris keek lachend naar Jacky en Bram. Haar aandacht werd afgeleid door Tim die de laatste tas op het aanrecht
zette.
„Zo, laat ik nu eerst eens even beleefd zijn.‟ Tim grijnsde zijn witte tanden bloot en sloeg zijn armen om Iris
heen.„Hoe is het?!‟
Iris knikte. „Ja, goed. En hoe is het met jou?‟
Tim knikte. Hij bewoog zijn hoofd even naar achteren zodat zijn pony voor zijn ogen wegging. „Gaat ook prima.
Druk. Dat wel. Maar ik heb er zin in. Zin in Kerst. En ik vind het hartstikke gaaf dat het nu eindelijk zover is. Dat je
hier bent, dat we straks met iedereen samen kerstmis vieren.‟ Tim knikte om zijn woorden te onderstrepen. „Ik zou
graag bijpraten nu. Maar ik… moet nog wat dingetjes regelen voor ik zover ben.‟
„Geeft niet. Ik snap het.‟ Even voelde Iris zich schuldig. Maiden en haar kinderen zaten zich uit te sloven voor haar
en de rest terwijl de gasten zelf niks deden. „We praten later wel weer bij.‟
Tim knikte. „Daar kun je me aan houden.‟
22. Een half uurtje en twee koppen thee later gingen Iris en Jane terug naar boven. Jacky, die
dolenthousiast had meegedeeld aan Maiden dat ze zich beschikbaar stelde als keukenhulp, lieten ze beneden
achter. Zodra Jane de slaapkamerdeur achter Iris en zichzelf had gesloten, liep ze naar haar make-uptafeltje.
„O ja, ik zou nog voor je kijken of ik die ene eyeliner nog heb waar we het daarstraks over hadden.‟ Ze trok een
laatje open en rommelde erin. Doosjes met oogschaduw, foundation en diverse andere make-upspullen kwamen
tevoorschijn. „Oogpotlood… Mascara, borsteltjes… O – hier! O nee…‟
Iris liet Jane lekker rommelen en liet zich opnieuw op Janes bed vallen. Vanaf daar keek ze toe terwijl ze met haar
voeten in de lucht schommelde. „Laat anders maar zitten,‟ zei ze na een paar minuten. „Het geeft niet. We kopen
het wel in de stad volgende week.‟
Jane schoof met een zucht het laatje dicht. „Ik vind dit zó irritant. Dit gaat nou altijd zo. Ik zoek iets, maar kan het
nooit vinden. Als ik het een tijdje kwijt ben en ik vergeten ben dat ik er zoveel naar heb gezocht, kom ik het opeens
tegen. Dat kan ik niet uitstaan!‟ Gefrustreerd gooide Jane wat spullen in een andere la. „Misschien moet ik dit ook
maar eens gaan opruimen.‟
23. Iris grinnikte. „Tsja, daar komt Daniël natuurlijk niet in. Dus dat heb je overgeslagen.‟
Jane grinnikte eveneens. „Ach ja. Ik had eigenlijk mijn kledingkast ook nog opnieuw willen indelen. Maar achteraf
heb ik het toch maar niet gedaan. Dat ga ik nog wel eens doen. Ooit. Want inderdaad: zolang Daniël daar niet
inkomt – laten we er vanuit gaan dat het nooit gebeurd.‟
„Of hij moet een voorkeur hebben voor make-up,‟ grapte Iris. Direct schoot ze in de lach. „Lijkt me raar om te zien.
Een jongen met make-up. Maar vertel nou, weet hij dat je hem leuk vindt?‟
Jane keek Iris met een grijns aan. „O ja, dat weet je natuurlijk nog niet. We hebben zo ongeveer bijna iets.‟
Iris‟ mond viel voor de tweede keer die dag open om een nieuwtje over Janes liefdesleven. „Hallo, waarom heb je
dat niet meteen gezegd?!‟
Jane haalde haar schouders op. „Geen idee. Ik heb er niet aan gedacht. Maar Daniël heeft jou ook niets verteld
toen hij je ophaalde?‟
Iris schudde haar hoofd. „Nee, helemaal niks. We hebben het wel over een boel dingen gehad. Maar eigenlijk niet
over jou. Misschien wilde hij nog niets vertellen. Straks was het helemaal niet de bedoeling dat iemand het al wist.‟
25. „Nou, gewoon. Eerst werd je dus verliefd op die Idde. Daarna op Rosemary. Of… wat het ook was, en wie van de
twee ook eigenlijk eerst. Dat doet er niet toe. Want afgezien van hun tweeën… Sander voor en Sander na, toch? Ik
bedoel, wees eerlijk…‟
Iris trok met haar mond. „Hmm, misschien. Ik weet het niet zo goed. Sander ken ik al zo lang. Het is niet zozeer dat
ik hem mis als mijn vriendje. Het is meer dat ik hem als persoon mis. Ik kon zo goed met hem praten. Dat kon ik
met Rosemary ook wel. Alleen… Dat was weer anders.‟
Jane knikte. „Ik geloof dat ik het begin te begrijpen…‟ Ze haalde adem om nog iets te zeggen, maar hield haar
mond uiteindelijk toch.
„Wat wilde je zeggen?‟ Vroeg Iris.
„Oh, nee, laat maar.‟
„Zeg het maar gewoon. Maakt niet uit wat het is.‟
Jane keek Iris even met een ongemakkelijke glimlach aan. „Ik hoop niet dat ik je beledig ofzo. Maar… Heb je ooit
echt wat gevoeld voor Sander? Of was het gewoon een heel hechte vriendschap?‟
32. „Ik heb me met een ruk naar het raam gedraaid. In mijn hoofd zei ik tegen mezelf: het is maar de tak van een boom
ofzo. Maar dat was niet zo. Ik zag iemand voor het raam staan. Toen schrok ik nog erger. Tot ik zag dat het Tim
was.‟
Janes ogen werden een moment nog groter. „TIM?!‟ Riep ze uit. „Mijn broer Tim?!‟
Iris lachte om Janes reactie en knikte. „Ja, jouw broer. Hij stond voor mijn raam. Dus toen heb ik hem
binnengelaten. Hij legde uit dat zijn mobiel geen bereik had ofzo.‟
Jane begon nu te hikken van het lachen. „Tim zijn mobiel? Heb je de krant wel gebeld? Dat ding gebruikt hij zelden.
Hij heeft echt zo‟n oude koelkast van jaren terug.‟
Iris grinnikte. „Hij zei ook al zoiets over dat hij het ondingen vond of iets in die trant.‟
Jane knikte. „Dat is typisch iets voor Tim. Hij is er niet goed in. Ik hoop al zó lang dat hij eindelijk eens wat beter
wordt. Maar hij is zo verschrikkelijk atechnisch.‟ Iris lachte met Jane mee – voor de zoveelste keer die dag. Plots
stopte ze abrupt met lachen. Ze keek Jane met een frons aan.
„Ik weet het!‟ Riep Iris uit.
„Ja, ik weet het ook!‟ Riep Jane tussen haar lachen door.
35. „Dat was net op het nippertje!‟ Hikte Jane.
Iris knikte. „We kunnen het er beter niet meer over hebben in ruimten zoals deze. Het beste is dat we… zo snel
mogelijk ons plan uitvoeren. Maar het mag niet opvallen. Ze mogen geen enkel idee hebben.‟
„Daar heb ik al wat op bedacht,‟ deelde Jane mee. „Ik ga naar de winkel terwijl jij Tim bezighoudt. Het is goed te
weten dat hij niks te doen heeft vanavond. Als jij hem nou bezig houdt, doe ik net alsof ik... ergens heen ben met
Jacky ofzo. Als ik er niet ben, zeg maar dat ik met Jacky mee ben.‟
Iris knikte met een frons, maar kon een grijns niet onderdrukken. „Ik ben zo benieuwd wat hij ervan zal vinden!‟
„In eerste instantie niks, geloof me. Maar hij zal wel blij zijn met zo‟n mobiel als hij weet hoe het werkt.‟ Jane
giechelde even. „Bovendien kan hij dan wat vaker contact met je hebben. Hij zat er gisteren nog zo over te zeuren
dat hij je te lang niet gezien had.‟
Iris trok een scheef gezicht en keek Jane aan. „Echt?‟
Jane grinnikte. „Ja, echt. Wij zijn niet de enigen die je missen, hoor!‟
Iris lachte om het flauwe grapje. Het gevoel dat net een moment bij haar was opgekomen, verdween direct weer.
Iris had namelijk een moment gedacht dat Jane er meer mee bedoelde dan ze zei. Tot ze het gemis betrok tot hen
allemaal. Iris zei tegen haarzelf dat het ook onzin was: waarom zou ze er meer achter zoeken? Tim was Tim. Hij
miste zijn vrienden. Hij miste haar als vriendin. Niets meer, niets minder. Het was belachelijk om te denken dat
Janes wiebelende wenkbrauwen een stille hint waren dat er meer achter zat.
38. Tim zat ook niet achter zijn bureau en lag ook niet op zijn bed. Kennelijk was hij niet hier. Iris trok een moment haar
wenkbrauwen op en keek zijn kamer rond. Overal lagen her en der door de kamer eigendommen van hem
verspreid. Zoals altijd lag het kussen op zijn bed dat hij vaak op de grond legde wanneer hij letterlijk voor de tv ging
liggen. Iris‟ blik bleef hangen op een witte iPod in een houder die op Tims nachtkastje stond. Grinnikend liep ze er
naartoe. „Zo, dus met een iPod kan hij wel overweg?‟ Mompelde Iris tegen niemand anders dan zichzelf. „Hmm,
wat zou een atechnisch iemand voor muziek luisteren?‟ Iris drukte de menuknop in en keek met grote ogen naar
de inhoud aan muziek die op de iPod stond. Het waren allemaal nummers die haar niks zeiden. Met nog steeds
dezelfde frons op haar gezicht stopte Iris de oortjes van de iPod in haar oren.
39. „Winterlight van Tim Finn? Lekker toepasselijk,‟ mompelde Iris terwijl ze het nummer aanklikte. De frons verdween
van Iris‟ gezicht toen ze een rustig pianospel als opening van het nummer hoorde. Ze kreeg kippenvel – zo mooi
vond ze het. Ze sloot haar ogen en probeerde het liedje mee te neuriën. De melodie was vrij gemakkelijk te vinden,
totdat de zanger begon te zingen. Iris zette de muziek harder en liet zich op het bed vallen. Hier wilde ze eens
goed voor gaan zitten. Ze schrok zich wild toen ze de badkamerdeur open zag zwaaien. Verstijfd van schrik zat Iris
daar met de oortjes nog steeds in haar oren. Nog geen seconde later kwam Tim de badkamer uit gelopen.
Nietsvermoedend wandelde hij richting zijn bed. Tot hij Iris zag zitten. Vlug rukte Iris de oortjes uit haar oren.
„Tim! Sorry, ik… Ik zocht je en ik… Ik zag je iPod staan en ik was benieuwd wat voor muziek je luisterde. Ik…
Sorry, het spijt me echt.‟
41. Ze hoorde hoe Tim gehaast naar de deur toeliep, maar tegen die tijd had ze de deur naast die van Tim al bereikt:
haar slaapkamerdeur. Ze duwde hem hard open en drukte haar rug tegen de deur aan zodra ze binnen was. Met
een zucht bleef ze even zo staan. Pff, dat was lullig. Ze zou nooit meer Tims kamer ingaan als hij er niet was. Het
beeld van Tim met enkel een handdoek om kon Iris niet uit haar hoofd zetten. Ze wist dat het Tim waarschijnlijk
niks kon schelen. Hij was dan wel een jongen, maar homo. Bovendien schaamde Tim zich niet gauw voor dingen,
had Iris zich laten vertellen. Waarom voelde ze zich dan alsnog schuldig? Iris slaakte een zucht en greep naar haar
broekzak toen ze haar mobiel voelde trillen.
„Oh, shit,‟ verzuchtte ze toen ze zag dat het sms‟je van Jane kwam.
43. Vlug stak ze haar hand in haar broekzak terwijl haar ogen de deur geen moment uit het oog verloren. Op de tast
opende Iris het sms‟je. Ze zag dat het weer van Jane was. Nog voordat Iris het sms‟je had gelezen, ging de
voordeur open. Jane was thuis en Iris gooide de deur open. In no-time stond ze onderaan de trap. „En?‟ Siste ze
terwijl ze even vlug een blik over haar schouder wierp. Tims slaapkamerdeur was nog steeds dicht.
„Het is in orde. Alles is geregeld. Het komt helemaal goed! Is het gelukt met Tim?‟ Janes ogen straalden.
Iris sloeg haar ogen neer. „Ik… Heb zitten denken. Waar verstoppen we het ding?‟
Jane lachte. „Dat heb ik al gedaan. Ik heb het al weggebracht.‟
„Weggebracht?‟
„Ja, naar Het Fort. Waar we morgen heengaan. – Kom op, je gaat me toch niet zeggen dat je dat niet wist. Of wel
soms?‟
Opgelucht liet Iris haar adem ontsnappen. Onbewust had ze die ingehouden. „Nee, ja, dat is ook zo,‟ zei ze vlug. „Ik
eh… Zullen we naar boven gaan?‟
45. Jacky schraapte haar keel en kwam overeind. „Dus ik ga maar,‟ zei ze vlug terwijl ze Iris aankeek. Als antwoord
kreeg Jacky een knik van haar.
Op het moment dat Jacky Tim wilde passeren, gleed zijn hand langs Jacky‟s arm. „Ik heb je wel door. Jij denkt: ik
smeer hem gauw, Tim is er.‟ Quasibeledigd keek Tim op Jacky neer. De grijns op zijn gezicht maakte hem tot een
slechte quasispeler.
Jacky‟s vrolijke ogen keken een moment in die van Tim. „Ik weet dat je redenen zoekt om te horen hoe lief je bent
enzo. Maar ik moet nog wat dingen doen voor de dag van morgen. Dus ik ga u nu toch echt verlaten.‟ Jacky pruilde
en sloeg lachend haar armen om Tim heen toen hij haar een knuffel gaf. Daarna wendde ze zich tot zowel hem als
Iris. „Welterusten. Ik later wel weer, veel plezier morgen!‟
47. Tegelijk waren ze begonnen te praten en van de zenuwen schoten ze even in de lach. Tim blies langzaam een
mond vol adem uit en haalde een hand door zijn haar. „Mijn kamer is voor iedereen toegankelijk als de deur open
is. Ook wanneer ik onder de douche sta.‟
Iris beet op haar lip. „Ik… En toch. Ik voel me alsnog schuldig. Want dat was het hem nou juist. Je kwam net onder
de douche uit.‟
Tim lachte opnieuw. „Alsof mij dat wat kan schelen! Jij bent het maar.‟ Speels gaf hij Iris een zachte stomp tegen
haar schouder. „Je hoeft je heus niet druk te maken. Het maakt me niks uit.‟ Iris had nog steeds geen reactie
gegeven. Tim stond op, begon haar te kietelen en toen kon ze het niet langer laten te lachen.
„Stop, stop!‟ Hikte Iris.
„Geloof je me nu als ik zeg dat het me niks kan schelen?‟ Vroeg Tim naar Iris toe op een manier waarop Iris hem
wel aan moest kijken. Lachend knikte Iris met haar hoofd op en neer. „Goed zo.‟ Iris slaakte een opgeluchte zucht
en liet zich hijgend op haar bed vallen. Met haar ene hand ondersteunde ze haar hoofd. Haar andere arm legde ze
langs haar zij. Tim draaide zich om en ging in kleermakerszit schuin tegenover Iris zitten. Op dat moment
schrokken ze beiden van een raar, trillend geluid.
48. Met opgetrokken wenkbrauwen keek Tim om zich heen. „Wat is dat?‟
„Ik weet niet. Het klinkt als…‟ Iris wist zeker dat ze het geluid weleens eerder had gehoord. Toch kon ze het niet
thuisbrengen. Het rare geluid bleef maar doorgaan. Toen het zich mengde met gefluit, wist Iris wat het was. „Ik
weet wat het is! Het is mijn mobiel!‟ Vlug rolde ze op haar andere zij, rukte haar tasje uit haar nachtkastje en dat
terwijl ze probeerde niet van het bed af te vallen. Tim kon haar nog net op tijd aan haar enkels naar achteren
trekken om te voorkomen dat ze tegen het kastje aanviel. Iris keek hem vluchtig aan en ritste toen haar tasje open.
Haar mobiel was net gestopt met de ringtone: er was al opgehangen. Met een plof liet Iris het tasje naast het bed
vallen. Als gebiologeerd keek ze naar het schermpje.
1 gemiste oproep stond er. Daarachter stond het nummer van Rosemary.
„Wat is er?‟ Vroeg Tim, die Iris‟ blik zag. „Wie was het?‟
Met een zucht draaide Iris haar mobieltje om zodat Tim het zelf kon zien. „Rosemary,‟ was haar overbodige
antwoord. Op het moment dat Iris haar mobieltje terug in haar tas wilde stoppen, trilde het opnieuw. Vlug liet ze
haar tas weer vallen. U heeft 1 voicemailbericht stond er dit keer in beeld.
50. „Iris?‟ Iris voelde hoe haar wangen rood werden op het moment dat ze Rose‟ stem haar naam hoorden zeggen.
Haar stem klonk zacht, rustig. „Hai, Ier. Ik ben het, Rosemary. Je neemt niet op dus je hebt het vast druk...‟
Rosemary‟s stem pauzeerde even. „Ik vroeg me af hoe je het had bij je ouders. Is het een beetje gezellig? Ga je
nog wat leuks doen met je vrienden van daar? Er is hier sneeuw gevallen. Bij jou ook? Hmm, je kunt en gaat nu
geen antwoord geven natuurlijk. Ik hoop dat je een leuke kerst hebt.‟ Rosemary‟s stem kwam zo lang niet meer uit
de hoorn dat Iris dacht dat het bericht was afgelopen. Net toen ze de mobiel liet zakken, hoorde ze Rosemary haar
keel schrapen. „Iris? Ik ehrm… Het spijt me van die zoen bij mij thuis. Ik had het nooit mogen doen.‟ Er klonk een
piep en de vrouwenstem van de voicemail herhaalde het aantal opties. Iris koos voor wissen en liet haar hand
langzaam zakken.
52. Tims glimlach werd beter. „Weet ik toch.‟ Hij haalde zijn armen om zijn knieën vandaag en strekte zijn benen. Met
zijn ene hand wenkte hij haar. „Kom hier, lieverd.‟ Iris twijfelde geen moment en kroop naar Tim toe. Tim sloeg zijn
armen om Iris heen en drukte haar hoofd zachtjes tegen zijn borst.
„Ik wil niet zo gemeen zijn tegen je. Dat verdien je helemaal niet. Je hebt er niks mee te maken dat ik er niet tegen
kan als zij me belt.‟
„Het is logisch dat je prikkelbaar bent. Want het is allemaal nog zo vers – ik weet het. Ik weet het toch…‟ Fluisterde
Tim zachtjes. Iris sloot haar ogen. Twee tranen werden door haar oogleden van haar oog geveegd. Tim zag het
maar zei er niks van. „Het heeft gewoon even tijd nodig. Maar dat maakt niets uit. Er is alle tijd van de wereld.‟ Met
zijn hand kriebelde Tim even door Iris‟ haar. „Als je iemand nodig hebt waar je je ei bij kwijt moet… Ik ben er altijd
voor je. Dat weet je, hè?‟
53. Iris‟ hoofd bewoog op en neer. Haar ogen waren nog steeds gesloten. „Hoe lang is het eigenlijk geleden dat jij en
Largo uit elkaar zijn gegaan?‟ Een moment opende Iris haar ogen om Tim aan te kijken. Ze wilde zijn reactie wel
eens zien. Tims ogen keken in die van Iris. Ze ging weer verliggen en Tim legde zijn hand terug op haar hoofd.
„Ik weet het nog wel. Een flinke tijd geleden alweer. Het was een keer ergens in de zomer.‟
„O? Wanneer dan? Ik bedoel… Wanneer in de zomer. Langer dan een jaar geleden dus?‟
Tim knikte. „Langer dan een jaar geleden. We zouden voor de derde keer samen op vakantie gaan. Een paar
maand daarvoor kwamen we tegelijkertijd uit de kast.‟ Toen Tim zweeg, gaf Iris hem de kans om het nodige te
herdenken. „We waren toen twee keer in de zomer op vakantie geweest. Vlak voor die eerste keer hebben we voor
het eerst gezoend. Dat heb ik je toch wel eens verteld?‟ Iris keek naar het patroon op de muur maar kon de
glimlach in zijn stem horen. Ze knikte. „Een hele poos hebben we het geheimgehouden. Iedereen vermoedde het
hier al. Bij mij thuis kwam het echt niet als een verassing. Bij Largo wel. Maar zijn ouders waren altijd al drukke
personen. Nooit thuis. Dat maakte Largo niet uit. Hij was heel vaak hier. Maar zijn ouders waren niet zo blij – op
zijn zachtst uitgedrukt. Hij had niet verwacht dat hij zo warm zou worden ontvangen als hier. Maar toch… Iets meer
toegeeflijkheid had hij wel verwacht.‟
55. „Hoe het ook zij… Op een dag kwam Theodorus, zo heet „ie, hierheen om te zeggen dat hij het echt niet vond
kunnen. Er zijn grote discussies geweest tussen hem en Maiden. Maiden vond dat Theo best zijn mening mocht
hebben, maar hij mij in mijn waarde moest laten. Net als zijn eigen kind. Theo was trouwens ziedend toen hij
hoorde dat Maiden het al die tijd al door had gehad. Dat was aan het begin van het gesprek geweest. Maiden had
het verkeerd ingeschat en achteraf bedacht dat ze het beter niet had kunnen zeggen. Theo was ook boos op haar.
Hij wilde dat Largo voorlopig niet meer langskwam. En natuurlijk mocht ik ook niet meer naar hem toegaan.‟
„Wat een onzin. Dit alles is dus allemaal twee jaar geleden ongeveer? Waren jullie niet oud genoeg om voor jezelf
te beslissen wat je wilt of niet?‟
„Dat we beiden bijna achttien waren, deed en doet hem echt niks. Hij blijft de oudste. Dat is naar zijn mening het
enige wat telt.‟
Iris begon een steeds grotere hekel aan Largo‟s vader te krijgen nu ze al die verhalen had gehoord. „Wat een eikel.
Maar Largo dan? Luisterde hij daar ook naar?‟
56. „In het begin niet. Zoals ik al verteld had: zijn ouders waren amper thuis. Dus hij kwam gewoon hierheen. Dat ging
goed. Tot op een bepaalde dag. Ik weet nog wel wanneer het verkeerd ging.‟ Tim staarde weer een moment voor
zich uit alsof hij door zijn ogen van toen terugkeek in het verleden. „Die dag kwam Largo‟s vader hierheen om te
vertellen dat er wat mis was in het leger. Zulke dingen overlegde hij altijd met Roy. Daarom kwam hij hierheen.‟ Iris
voelde Tims handen bewegen en opende haar ogen. Ze zag dat hij aan de ring om zijn ringvinger draaide.
„Wie is Roy?‟ Vroeg Iris terwijl ze keek hoe Tim de gouden ring bleef ronddraaien. Daardoor snapte ze het. „Is dat
je vader?‟ Was haar tweede vraag – nog voor Tim antwoord had kunnen geven op de eerste.
„Ja, dat was mijn vader. Buiten de strenge regels die Theo gebruikte om Largo op te voeden, waren die twee het
altijd met elkaar eens. Bovendien was Roy gewoon degene die de meeste zaken besloot. Theo gaf de besloten
dingen altijd door zodat anderen ze uit konden voeren,‟ vervolgde Tim zijn uitleg.
57. „Maar er was dus iets mis. Er zou een indringer zijn geweest in de interne wereld. Dat moest opgelost worden.
Theo kwam hierheen om te overleggen. Die dag was Largo ook hier. Hij had er geen idee van dat zijn vader die
dag wel eens hierheen zou kunnen komen. Eigenlijk hadden we daar geen van beiden ooit echt aan gedacht. Hoe
dan ook… Largo en ik waren die hele middag zwemmen in het meer. We hadden afgesproken op tijd terug te gaan
voor het eten. Dus we begonnen op tijd onze toch terug. We duwden elkaar alleen telkens in het water en… nou ja.
Er waren nog genoeg andere dingen waardoor we onderweg telkens stopten. Maar we waren eigenlijk nogal aan
de late kant en uiteindelijk zijn we terug thuis te komen. Largo ging eerst mee naar hier. Rond die tijd van de dag
waren meestal alleen Roy en Maiden thuis. Omdat we zo kletsnat waren en Maiden er een hekel aan had – en
heeft trouwens – wanneer iemand het huis nat loopt, gingen we meteen naar mijn kamer om ons te douchen.
Eigenlijk hadden we nog ruim de tijd tot Largo‟s ouders thuis zouden komen – ook al waren we een beetje te laat
weggegaan. Dus besloot Largo nog wat langer te blijven...‟ Tim zweeg weer.
58. Iris opende haar ogen zodat ze hem kon aankijken. „En toen?‟ Grijnzend keek ze naar hem op.
„We zijn buiten gaan zitten, ehrm, liggen, op het bankje.‟
„Dat kleine wit met groene ruitjesding waar je nauwelijks met zijn tweeën op past?‟ Iris grinnikte.
„Hmm-hmm, dat bankje ja. Maar, ja, daar zijn we dus op gaan zitten. We wilden alleen nog even napraten over hoe
gezellig het was, dat we ons niet lieten kisten, omdat we zelf toch wel wisten hoe het werkelijk zat. Dat even
napraten hebben we ook wel gedaan.‟
„Maar? Er was zeker ook een heel groot deel zonder napraten?‟ Iris grijnsde opnieuw.
„Er was ook een heel groot deel zonder praten. Precies tijdens dat deel besloot Roy mijn kamer binnen te gaan om
iets te pakken. Hij werd op de voet gevolgd door Theo.‟
„Hij zag jullie zeker door het raam.‟
„Largo zag hen als eerste. Hij waarschuwde mij, helemaal in paniek. Ik zei hem dat hij moest blijven wachten en
dat ik wel naar binnen ging. Largo maakte dat hij uit de buurt kwam van het raam. Dus ging ik naar binnen,
zogenaamd nietsvermoedend. Ik zal de bespottelijke uitdrukking op Theo‟s gezicht nooit vergeten.
59. Sinds dat hij Largo had verboden nog langer met mij om te gaan, hadden we elkaar niet zo vaak gezien. Telkens
als hij me zag, keek hij me minachtend aan. Alsof ik… iets smerigs was, iets minderwaardigs. Hij keek zo
neerbuigend dat hij het liefst weer die kamer had verlaten. Tot een moment langs mijn schouder naar buiten keek,
richting het balkon. Daarover hingen twee handdoeken die Largo en ik die middag hadden gebruikt. Natuurlijk
herkende Theo die van Largo direct. Dus je kunt wel raden wat er gebeurde: Theo ging helemaal door het lint.‟ Tim
ging steeds sneller praten. Zijn stem klonk steeds harder en bozer naarmate hij verder kwam in zijn verhaal. „Eerst
tegen mij, toen tegen mijn vader – die natuurlijk wist dat Largo die middag samen met mij was gaan zwemmen, net
zoals alle keren daarvoor. Het ergste vond ik nog dat hij ook boos werd op Largo. Ik weet nog goed hoe Theo
zonder te aarzelen Largo in zijn gezicht sloeg. Daar ben ik heel lang kwaad om geweest.‟
Voor het eerst sinds een half uur – misschien langer – tilde Iris haar hoofd op. Met open mond van verbazing keek
ze Tim aan. „Hij heeft zijn zoon geslagen? Ook nog wat jullie bij waren?!‟
Iris zag de woede in Tims ogen vlammen toen hij beamend knikte. „Mijn vader werd woedend dat hij op die manier
zijn zelfbeheersing verloor. Het heeft toen nog een tijdje overhoop gelegen tussen die twee.‟
„Hoe is het weer goed gekomen?‟
60. Tim wendde zijn blik af en zuchtte diep. „Het is niet goed gekomen. Mijn vader heeft het bij willen leggen, maar
daar kreeg hij de kans niet meer voor. Hij stierf een paar maand later.‟ Iris wilde vragen hoe, waarom of waardoor.
Maar ze durfde de vraag niet te stellen. „Totdat dat gebeurde, liet Largo niks van zich horen. Hij was zo bang voor
zijn vader dat hij me ontliep. Pas toen hij hoorde dat mijn vader was neergeschoten tijdens een van de
gevechten…‟ Tims stem begon te trillen, klonk plotseling niet meer zo zelfverzekerd als aan het begin van het
verhaal. „Hoe dan ook. Het is verleden tijd. In het begin bleef ik hopen. Maar ik heb de hoop opgegeven. We
hebben het nooit meer opnieuw geprobeerd. Dat wilden we geen van beiden meer.‟
Iris slaakte nu ook een zucht. „Wat een kutverhaal. Sorry dat ik het zo zeggen moet, maar ik weet er geen ander
woord voor.‟
„Maakt niet uit. Ik denk er precies hetzelfde over.‟ Tim keek Iris aan. „Het is echt lang geleden dat ik hierover heb
gepraat.‟
De fronsend vol medelijden verdween van Iris‟ gezicht. Er verscheen en voorzichtige glimlach op haar gezicht.
„Ja?‟
„Ja. En het voelt goed.‟ Tim glimlachte nu ook.
61. Iris liet zich weer op Tims borst vallen en duwde haar arm onder die van hem. Met haar duim wreef ze langs zijn
schouderblad. „Dat vind ik ook. Ik weet dat ik niet echt kan helpen. Toch vind ik het erg fijn dat je dit met me deelt.
Het moet niet gemakkelijk zijn om allemaal weer op te rakelen.‟
„Je hebt het mis. Je helpt me wel. Alleen al door te luisteren.‟
Iris‟ glimlach werd nog wat breder. „Nou, dat is dan mooi.‟ Ze wreef met haar wang even heen en weer. „Ik heb het
hier gemist. Ik heb jullie gemist, ik heb jou gemist. Dit alles hier… Het voelt zo geweldig. Gewoon even vrij van
alles, weg van alles. Lekker rustig. Ook al is het hier soms ook hectisch. Het blijft toch gewoon gezellig. Plus ik heb
niet het gevoel dat ik er alleen voor sta. Het is gewoon… geweldig.‟
Tim tekende weer patroontjes op Iris‟ bovenarm. „Ik ben blij dat je daar zo over denkt. Voor mij geldt hetzelfde. Ik
ben het leven ook weleens zat. Al die problemen, dingen die misgaan of misgegaan zijn. Hoe je dan rekening moet
houden met de gevolgen daarvan… Maar dan zijn er momenten als deze.‟
„Alle problemen lijken dan weg te vagen. Ik word helemaal rustig, helemaal kalm.‟ Iris gaapte. „Ik kan me hier
tenminste ontspannen zonder dat ik me druk hoef te maken over wat er allemaal verkeerd gaat of kan gaan.‟
Tim knikte en lachte zachtjes. „Je wordt moe, hè?‟
62. Iris grinnikte en sloot haar ogen weer. „Hmm-hmm. Ik zei toch dat ik me hier goed kan ontspannen?‟
Tim kriebelde door Iris‟ haar met zijn hand. Daarna ging hij weer verder met de patroontjes tekenen. „Maiden zong
vroeger altijd liedjes met ons wanneer we gingen slapen.‟
Iris giechelde zachtjes. „Oja?‟
Tim drukte zijn kin tegen zijn hals om Iris aan te kunnen kijken. Ze zag het alleen niet: Iris had haar ogen dicht.
„Deden jouw ouders – ik bedoel grootouders – dat nooit?‟ Iris schudde haar hoofd. „Lazen ze je dan ook nooit voor
ofzo?‟ Iris schudde opnieuw haar hoofd. „Je weet niet wat je mist.‟ Iris giechelde weer. „Mijn ouders brachten me
om de dag naar bed. Ook al had Roy het nog zo druk. Hij vond het belangrijk dat hij net zoveel tijd met zijn
kinderen doorbracht als Maiden. Hij was er absoluut op tegen dat kinderen verzorgen een vrouwending was.
Daarom zong hij altijd liedjes met ons ‟s avonds.
Dan gingen we in zo‟n grote kring zitten bij de openhaard. Die hadden we vroeger. Je weet toch wel de plek waar
nu in de eetkamer een grote kast staat? Die ene die je recht tegenover je ziet wanneer je de eetkamer
binnenkomt? Daar stond vroeger een openhaard. Heel vroeger zelfs nog een kachel. Dan kregen we altijd een kop
thee en dan gingen we zingen. Daarna tanden poetsen en naar bed. Later, toen Jane en ik oud genoeg waren,
lazen ze ons ook weleens voor. Bij Daisy en Bram was dat weer anders. Vaak lazen wij ze voor of zongen wij een
liedje met hen. Ik denk dat ik daarom nog weet hoe het gaat.‟ Tim grinnikte zachtjes. „Zal ik het eens zingen?‟
„Hmmmm.‟
63. „Ik ga slapen, ik ben moe. Zorg voor de arme kinderen Heer.
Sluit mijn beide oogjes toe. En herstel de zieken weer.
Zweef dan tot de overkant. Ja voor alle kinderen saam.
Heerlijk zacht door dromenland. Bid ik u in Jezus naam.
Ik ga slapen ik ben moe. Sta mijn ouders trouw te zij.
Sluit mijn beide oogjes toe. Wees mijn vrienden ook nabij.
Here, houdt ook deze nacht. Geef ons allen nieuwe kracht.
Over mij getrouw de wacht. Door de rust van deze nacht.
't Boze dat ik heb gedaan. Doe mij dankbaar en gezond.
Zie dat Here toch niet aan. Opstaan in de morgenstond.
Schoon mijn zonde velen zijn. Als ik mijn oogjes open doe.
Maak om Jezus’ wil mij rein. Lacht uw zon mij vriendelijk toe.
Amen.‟
64. Tim boog opnieuw zijn hoofd om Iris – met een grijns ditmaal – aan te kijken. Iris had haar ogen nog steeds
gesloten. Ze slaakte een diepe zucht, nestelde zich tegen Tim aan en wiebelde even met haar tenen. „Iris?‟
Fluisterde Tim. Iris bewoog niet. Ze ademde alleen zachtjes in en uit. Breed glimlachend haalde Tim zijn arm
achter zijn hoofd vandaan en legde hij die over haar heen. Met diezelfde hand aaide zacht hij een pluk haar voor
haar mond weg. „Ik heb je wel door,‟ mompelde Tim op fluistertoon. „Snel in slaap vallen als ik een liedje voor je
zing, hmm? Geeft niks hoor, lieverd. Ga maar lekker slapen.‟ Tim kroop voorzichtig over Iris heen. Hij deed het licht
uit voor hij haar kamer verliet. Daarna boog hij zijn hoofd en drukte hij zachtjes een kus op Iris‟ hoofd.
65. De volgende ochtend werd Iris ontwaakt door het witte, haast felle licht dat in haar ogen scheen. Het
was geen lamp en het was geen stralende zon. Het was het licht van buiten dat weerkaatste tegen de sneeuw op
haar balkon. Iris rekte zich uit en sloeg haar armen om zich heen toen zodra haar bed uit was. Ze had het ijskoud.
Het liefst wilde ze terug haar bed in, maar dat zou niet gaan. De kou leek al een stuk minder erg toen ze zich
bedacht welke dag het vandaag was.
66. Wild werd de deurklink van Iris‟ slaapkamerdeur naar beneden geduwd. „Iris, wakker worden!‟ Voor Iris doorhad
wat er aan de hand was, knalde de deur hard tegen de muur aan. Iris stond, stokstijf van schrik, met haar rug naar
de deur toe. „Het is kerstmis, het is kerstmis!‟ Iris draaide zich om. Het ene moment zag ze Bram in de deuropening
staan. Het volgende moment loste hij op in een blauwe waas – zo blauw als de kleur van zijn trui. Het volgende
moment stond hij voor haar. Zijn gezicht glunderde. „Je bent wakker!‟ Riep hij uit alsof het een wereldwonder was.
Iris lachte schaapachtig. Ze voelde zich wat ongemakkelijk tegenover Bram nu ze zo enkel in haar slaapshirt en
onderbroek tegenover hem stond. Bram leek het niet te beseffen. „Gisteren was het ook al kerstmis,‟ hielp Iris hem
herinneren. Met rode wangen van de schrik en – ze moest toegeven – iets van de schaamte liep Iris naar de poef,
waarop ze haar kleren had gelegd. In het voorbijgaan gaf Iris Bram een aai over zijn bol.
68. „Het geeft niet,‟ zei Iris. Dat meende ze. Ze was Maiden allang dankbaar dat ze Bram weg had weten te krijgen. Bij
haar. „Bedankt.‟
„Het is niks. Een kwestie van gewenning.‟ Een vlugge blik over Maidens schouder liet Iris weten dat ze maar beter
op kon schieten. „Kleed je maar rustig verder aan,‟ zei Maiden daarentegen. „Er staat al ontbijt voor je klaar. Je
mag zelfs nog douchen als je dat wilt.‟
Iris knoopte haar spijkerbroek dicht en concentreerde zich op het lipje van de rits. „Bedankt, maar dat hoeft niet.
Dat heb ik gisteravond al gedaan. Ik ben zo klaar.‟ Toen ze opkeek, zag ze dat Maiden alweer verdwenen was. De
deur stond op een kier. Met opgetrokken wenkbrauwen haalde Iris haar schouders op en trok ze haar pyjamashirt
over haar hoofd.
69. Beneden was het een drukte van jewelste. Daisy en Bram liepen te ruziën over wie het eerst de pot
met pindakaas mocht.
„Ik was eerder beneden dan jij, dus ik mag eerder,‟ vond Bram.
Daisy sloeg haar ogen naar het plafond. „Als je het zo wilt spelen: jij was dan wel eerder, maar nog bezig met
rondrennen. Ik was eerder in de keuken èn ik ben ouder dan jij.‟ Met haar armen voor haar borst geslagen keek
Daisy haar broertje afwachtend en triomfantelijk aan.
Bram leek het niet leuk te vinden. „Mama! Ze doet het weer!‟ Riep hij kwaad.
Maiden, die op dat moment in de eetkamer bezig was, negeerde haar jongste zoon voor even. Tim wisselde een
korte blik met Jane. „Ik ben zo terug.‟ Tim liep weg, waarna Maiden Tims plek verving om Jane te helpen een tafel
goed te schuiven. „Jongens, wat is er aan de hand?‟ Leunend tegen de deurpost keek Tim van Daisy naar Bram en
terug. „De pindakaas weer eens?‟
„Ja! Ik was als eerste beneden, maar Daisy was weer haantje de voorste en…‟
„Ja, maar dat is niet eerlijk! Jij was nog niet eens brood aan het smeren voordat ik…‟
71. Iris deed alsof ze de glimlach niet had opgemerkt, maar dat was wel zo. Ook had ze de blos op zijn wangen
gezien. Dus toch. Ze had niet gedroomd dat Tim afgelopen avond bij haar was gebleven tot ze in slaap was
gevallen. Het enige dat ze zich niet kon herinneren, was wanneer ze precies in slaap was gevallen. Bij het
aanrecht gekomen zag Iris dat Maiden gelijk had: iemand had al ontbijt gemaakt voor haar. Wat ze nog wel wist,
bedacht ze zich onder het ontbijten, was dat ze het een tijdlang over Largo hadden gehad. Waarover hadden ze
het daarna gehad? Iris wist het niet meer. Een hand op haar schouder deed Iris afleiden van haar gedachten.
„Goedemorgen.‟ Iris keek opzij en zag Jane glimlachend naast haar staan. Nee, dat was niet het goede woord.
Jane straalde. Met haar brede glimlach van oor tot oor boog ze zich naar Iris toe en gaf ze haar een kus op haar
wang. „Goedemorgen!‟ Herhaalde ze nogmaals.
Iris lachte. „Zo, jij bent vrolijk en goed wakker op dit vroege tijdstip,‟ merkte ze op.
Heftig knikkend viste Jane haar mobieltje uit haar broekzak. „Kijk,‟ zei ze en ze duwde het schermpje onder Iris‟
neus.
Hi Jane! How are you this morning? I hope you’re awake already. Just in case I wake you up at the moment: I’m
sorry. I can’t wait to see you in a couple of hours. I’m ready to go now for an hour of 1,5. Joe and Lynn (still) are
not… Yet. At least, they say so. Urgh. Can’t you make the time go a little bit faster? Xx
73. „Hallo, waar zit jij met je gedachten?‟
„Hmm?‟ Iris rukte haar blik los van Tim. Hij was uit het zicht verdwenen. „Het begint er echt op te lijken dat Daniël je
leuk vindt,‟ zei Iris er achteraan.
„Begint erop te lijken? Het gaat al wel langer zo. Moet je maar kijken!‟ Jane trok opnieuw haar mobieltje
tevoorschijn om een reeks sms‟jes als bewijs te laten zien.
Op dat moment kwam Tim de keuken in. „Laat dat in de auto maar zien. We moeten nu gaan, anders komen we in
de file terecht.‟ Tim hield Jane en Iris‟ blik om de beurt een fractie van een seconden vast. Het was lang genoeg
voor hen om te weten dat het tijd was. Met een grijns liepen Jane en Iris achter Tim aan naar buiten.
74. In de auto was het niet koud – in tegenstelling tot buiten. Iris haatte het om ‟s winters naar buiten te
moeten. Sneeuw was mooi. Alleen niet wanneer je er doorheen moest – met of zonder auto. Iris stelde zich haar
bed voor en hoe lekker warm dat zou zijn. Het liefst ging ze weer terug naar binnen. Auto‟s hadden namelijk enige
tijd nodig voor de verwarming begon te werken. Tot haar verbazing was dat bij de auto van Maiden niet zo. Iris
begon zich zelfs dusdanig doezelig begon te voelen dat ze het gevoel had dat ze elk moment in slaap zou kunnen
vallen. Tim zag het en sloeg zijn arm om Iris‟ schouder heen. „Ben je nog steeds moe?‟ Fluisterde hij in haar oor.
„Ga maar lekker slapen.‟
75. Hij haalde zijn arm weer weg. Met zijn hand wreef hij een pluk haar voor Iris‟ ogen weg. Daar had Iris geen erg in.
Ze sloot haar ogen. Nog net zag ze hoe Jane met haar linkerarm haar kin ondersteunde en het raam uitkeek. Jane
verborg glimlach achter haar hand. Toch merkte Iris het. Als vanzelf glimlachte Iris daardoor ook. Ze was blij voor
Jane. Als geen ander wist Iris hoe het voelde om je liefje weer te zien. Of hij nou dichtbij woonde of niet, of je hem
gisteren nou nog gezien had of niet. Altijd was dat gevoel er weer als je hem zag. Ze was blij dat Jane dat ook
eens meemaakte. Want ze leek altijd enigszins jaloers wanneer Iris haar vertelde over alles wat zij had
meegemaakt wat betreft de liefde. Ook al was Jane geen jaloers type. Maar Iris gunde het haar van harte. Ze was
gewoon iemand die het verdiende om een lieve, zorgzame vriend te hebben als Daniël.
77. Zacht klopte Sander op de kamerdeur van zijn vader. Hij luisterde even aan de deur: iets dat hij de laatste tijd
vaker deed. Zijn vader was een lichte slaper. Als je de kamer binnenkwam zonder enige waarschuwing kreeg je
flink met hem aan de stok. Sander hoorde niks en duwde zacht de deurklink naar beneden. Zijn jas hing hij op aan
de haak van de kapstok.
„Pa?‟ Net toen Sander zijn hoofd om de hoek wilde steken, kwam zijn vader tussen de schermen vandaan.
„Wel verdomme. Ik schrok me de tering!‟ Riep Noah hard. „Wat moet dat nou weer hier, wat moet dat in mijn huis?!‟
Sander schrok een moment van zijn vaders uitbarsting. Gaandeweg had hij hiermee om weten te gaan. Blij zijn
vader momenteel geen kamer deelde slaakte hij een zucht. „Pa, ik ben het. Sander. Zet je bril eens op.‟ Sander
wees naar Noahs voorhoofd.
„Sandy? Ik ken geen Sandy.‟ Ongeduldig tastte Noah zijn hoofd af naar zijn bril. „Denk maar niet dat je me voor de
gek kunt houden. Ik hoor zo dat je geen vrouwenstem hebt. Je kunt nooit Sandy heten. Je bent toch niet weer zo‟n
malloot die hier komt om me te ondervragen? Als dat zo is, kun je meteen weer opdonderen.‟ Noah begon steeds
bozer te worden. Hij had zijn bril gevonden en probeerde het ding beet te pakken. In plaats daarvan duwde hij het
van zijn hoofd. Met een hoop gekletter viel het ding op de grond. „Wel godverre…‟ Vloekte Noah luid. „Ik zweer je
dat er wat mis is met die bril!‟
78. Sander bukte om zijn vaders bril te pakken. Hij stak hem uit naar zijn vader, die net wilde bukken. Even keek Noah
argwanend van de bril naar Sander en terug. „Geef dat ding maar hier.‟ Hard rukte hij de bril uit Sanders handen.
„Rustig, pa,‟ zei Sander. „Anders maak je je bril nog stuk. Zal ik hem bij je opzetten?‟ Sander legde zacht zijn hand
op Noahs arm. Die trok zijn arm direct weg. Hij zette zijn bril op en keek Sander fronsend aan.
„O!‟ Deed Noah luid. „Zeg dat dan meteen.‟ Hij draaide zich om en slofte naar het bed. Daar trok hij een stoel bij en
klopte op de zitting. „Is het alweer zo laat?‟ Noah keek op zijn pols. Sander zei er niks van dat Noah geen horloge
droeg. Dat was al jaren niet meer zo. Noah had het zelf niet in de gaten of deed alsof hij niks in de gaten had. Hij
plofte op zijn bed en keek Sander aan. „Vertel eens, hoe was het op voetbaltraining? Heb je nog veel gescoord?‟
„Ja, wel zes doelpunten.‟ Sander probeerde met zoveel mogelijk zelfverzekerdheid te antwoorden. Gelukkig was
dit niet de eerste keer dat Noah hiernaar vroeg. Zijn vaders praatjes meespelen in plaats van hem vertellen dat iets
niet waar was, werd voor Sander steeds meer een automatisme.
„Dat is mijn jongen.‟ Noah knikte tevreden en ging op bed liggen. „Zo. En vertel me dan nu maar eens wat je op je
brood wilt. Dan zal ik zo eens wat klaarmaken.‟
79. Sander schudde zijn hoofd. „Nee, pa, blijf maar even liggen. Ik ben er net. We gaan straks wel even wat eten.‟
Noah keek zijn zoon even weifelend aan. Sander keek hem rustig aan en legde een hand op het dekbed. „Straks,‟
herhaalde hij op een kalme toon. Noah knikte toegeeflijk en Sander haalde opgelucht adem. Tegen de tijd dat het
straks „straks‟ was, was Noah vast alweer vergeten dat hij brood wilde smeren. Zo ging het meestal. Voordat Noah
erop terug kon komen, sneed Sander een ander onderwerp aan. „Ik heb wat voor je meegenomen, pa. Ik ga het
even halen.‟ Sander kwam overeind uit zijn stoel en liep tussen de schermen door. Hij keek nog even vlug om het
hoekje of zijn vader was blijven liggen. Vlug liep Sander naar zijn jas en haalde het pakketje eruit.
„Wat is dat nou weer?‟ Vroeg Noah met opgetrokken neus toen Sander weer bij hem aan bed zat.
„Ik heb een cadeautje voor je meegenomen.‟
„Een cadeau?!‟ Spuwde Noah uit alsof dat het goorste was waar hij ooit van had gehoord. „Wat moet ik nou weer
met een cadeáú?! Ik ben toch helemaal niet jarig.‟
Sander glimlachte en reikte het pakje uit naar zijn vader. „Nee, je bent niet jarig. Maar het is kermis. Daarom krijg je
van mij een cadeautje.‟
80. Hoofdschuddend pakte Noah het pakketje aan. „Nah, als het dan moet…‟ Nog steeds hoofdschuddend scheurde
Noah het papier eraf. Het papier gooide hij op de grond. Fronsend en met zijn neus op zijn uitgepakte cadeau
draaide hij het voorwerp om in zijn handen. „Wat is dit nou weer voor ongein?‟
„Het is een boekje,‟ legde Sander uit. „Er staat niks in. Nog niet. Het wordt vanzelf vol. Dat gaan we helemaal
volschrijven.‟
„Hè? Ik moet het gaan volschrijven? Daar ga ik niet aan beginnen hoor.‟ Noah legde het boekje op zijn nachtkastje
en sloeg zijn armen over elkaar. Bars keek hij voor zich uit.
Sander negeerde zijn vaders botte afwijzing en pakte het boekje van het kastje. „Nee, pa. Ik ga in het boekje
schrijven. Elke keer als ik hier kom, ga ik hier wat voor jou in schrijven. Als ik er niet ben, kun je dat teruglezen.‟
Noah keek Sander fronsend aan. „Ga je een verhaal schrijven over jezelf ofzo?‟
83. „O ja, dat is ook zo. Dom van me.‟ Sander lachte. „Ik probeer morgen weer te komen. Anders zie je me over een
paar dagen weer.‟ Sander boog zich voorover en gaf zijn vader een vlugge kus op zijn wang. „Nou, dan ga ik maar
hè?‟ De enige reactie die Sander van zijn vader kreeg was dat hij zijn ogen sloot.
Sander draaide zich net om toen hij zijn vaders stem achter zich hoorde. „Wil je me trouwens een glas water
indoen?‟ Met een glimlach knikte Sander. Hij verdween in het badkamertje die zich in dezelfde ruimte als de kamer
met de bedden bevond. Stiekem hoopte Sander dat zijn vader alweer was vergeten dat hij weg zou gaan. Sander
zette het glas water neer op het nachtkastje.
„Kijk eens? Je glas water. Ik zet hem in het midden van het kastje. Anders stoot je het misschien om in je slaap.‟
Noah hield Sanders blik een moment vast. Zijn gezichtsuitdrukking was strak en toonloos. Opnieuw sloot hij zijn
ogen. Ditmaal duurde het maar een paar seconden eer hij ze weer opende. Noah keek zijn zoon aan met een heel
andere blik dan daarvoor. Ze straalden warmte uit.
84. „Sander, bedankt voor het boekje. En een fijne kerst. Het maakt niet uit als je morgen niet komt. Je moet zelf ook
een beetje kerstmis vieren.‟ Noahs hand kwam onder het dekbed vandaan en zocht die van Sander. Zacht kneep
Noah erin.
Sander voelde dat dit een moment was waarop hij zijn echte vader mocht meemaken. Zorgzaam, lief. Een man
waarmee je kon lachen. Zoals zijn vader vroeger kon zijn. Niet bot en afstandelijk zoals hij tegenwoordig was.
Sander schraapte zijn keel. „Dank je, pa,‟ wrong Sander eruit. „Jij ook.‟ Bij het laatste woord schoot zijn stem een
paar octaaf omhoog. Sander kneep ook even zacht in Noahs hand. „Welterusten en tot morgen, pa.‟ Sander liet de
hand van zijn vader los en draaide zich om.
89. Zachtjes schudde Tim aan Iris‟ arm. Ze opende haar ogen langzaam en keek ietwat gedesoriënteerd
om zich heen. „Waar zijn we?‟ De auto reed nog. Ze waren in een bebost gebied dat ze niet herkende. Vragend
keek Iris Tim aan.
„We zijn bijna bij het fort,‟ antwoordde Tim met zachte stem. „Je mag langzamerhand wel wakker worden.‟
Iris tilde met een geeuw haar hoofd op van Tims schouder. Had ze nou echt heel de tijd onderweg geslapen? Om
zich heen kijkend zag ze dat ze niet de enige was die er even „tussenuit‟ was geweest. Daisy keek met een nurks
gezicht in het spiegeltje boven de voorruit. Bram wreef zijn ogen uit. Jane was echter de enige die klaarwakker
was. Haar gezicht lichtte op door het schermpje van haar mobiel. Iris zag dat de grote, van oor tot oor brede
glimlach nog steeds op haar gezicht te zien was. De auto minderde vaart en Iris maakte haar blik los van Janes
blije gezicht. Bram drukte zijn neus zowat tegen het raam terwijl hij riep: „kijk, daar is het!‟ Maiden lachte en klopte
even op Brams knie.
„Blijf je wel even rechtzitten, Bram?‟
90. Maiden haar verzoek was nutteloos. Nog voor de auto helemaal stilstond, had Bram zijn gordel los geklikt, het
portier opengegooid en sprong hij uit de auto. Enthousiast sprong hij op en neer voor de voordeur van een gebouw.
Iris had nauwelijks tijd om wegens Brams overduidelijke blijdschap te lachen. Ze liet haar mond openhangen toen
ze het gebouw observeerde. Het was niet zo groot als het kasteel. Toch was het overduidelijk te zien dat het rond
dezelfde tijd moest zijn gebouwd aan de ouderwetse bakstenen en de muurtjes bij het balkon. Het gebouw had
overduidelijk meerdere verdiepingen. Iris bemerkte dezelfde grote, grijze ramen als het kasteel had. De derde
overeenkomst met het kasteel was dat het fort ook een enorm grote, massief houten voordeur had. Nadat Iris het
portier had geopend en net als de rest uit de auto kwam, kneep ze haar ogen samen om het dak van het fort beter
te kunnen zien. Ze zag een hoge, puntige toren. Op de verdieping daar beneden waren weer stenen muurtjes
gebouwd die het fort nog meer middeleeuwsachtig lieten ogen. Tim stond met een glimlach naast Iris te kijken.
„Mooi gebouwd is het, nietwaar?‟
Iris knikte zonder wat te zeggen. Ze merkte dat haar mond nog open stond en klapte vlug haar kaken op elkaar.
„Het lijkt erg ouderwets. Het doet me denken aan de middeleeuwen. Heel mooi.‟
91. Jane, die inmiddels was uitgestapt en via de andere kant van de auto, kwam naar hen toegelopen. Ze pakte Iris‟
hand en trok haar mee. „Wacht maar tot je het binnen hebt gezien.‟
Maiden opende de voordeur met een enorme, ronde sleutel. Bram stond op en neer te stuiteren. Daisy mopperde
er kort om, maar was zelf ook redelijk opgewekt. Krakend ging het massieve gevaarte open en met zijn allen liepen
ze naar binnen. De ruimte waarin ze zich bevonden, was een vierkante hal. Iris keek naar boven. Haar ogen
vergrootten even toen ze de elegante, glazen kroonluchter boven haar hoofd bemerkte. De rest van de kamer
bestond uit steen. De vloer was van steen, de muren waren van steen en zelfs de trappen waren van steen. Recht
tegenover hen hing een schilderij van een rivier. Iris herkende het water als de rivier die je tegenkwam wanneer je
door het bos naar het kasteel liep. Iris zo in beslag genomen door de charmes van het gebouw dat ze niet doorhad
dat de rest in- en uit aan het lopen was om spullen naar binnen te brengen.
Brams vraag liet haar ontwaken uit haar staren. „Iris, wil je alsjeblieft even aan de kant gaan? Deze doos is best
zwaar…‟
92. Iris sprong opzij en keek met grote ogen hoe de kisten wijn in Brams armen even wankelden. „Laat me je helpen.‟
Met een doodsbenauwd gezicht snelde ze op hem af. „Kom, ik neem de bovenste wel van je over.‟
Koppig en snel bewoog Bram naar links en liep een van de deuren door naar een kamertje dat tegen de hal aan
lag. Iris volgde hem terwijl ze op de binnenkant van haar wang beet. „Weet je het zeker? Straks vallen ze nog. Als
ze vallen, geeft dat heel veel troep. Glas is echt heel gevaarlijk.‟ Piepte ze.
Bram liet zich niet kisten en hurkte een paar meter van de deuren vandaan neer. Daar zette hij de kisten op de
grond. „Niks aan de hand. Help beter met sjouwen in plaats van je druk te maken om mij. Ik red me wel.‟ Zonder
Iris een blik waardig te gunnen liep Bram terug de hal in. Verbluft keek Iris hem na, haalde daarna haar schouders
op en volgde hem. Net toen ze achter hem aan naar buiten wilde lopen, hoorde ze iemand haar naam roepen.
94. Al was Jane nog zo geïrriteerd dat Bram haar moment met Daniël verpestte: ze kon niet eens een geïrriteerde
reactie geven. Ze keek haar broertje enkel met een glimlach na.
„What did he say?‟ Vroeg Daniël.
„Nothing,‟ antwoordde Jane daarop. „How long are you here already? And where are Joe and Lynn? I thought you‟d
come together?‟
„We‟re here for hours and hours already. I couldn‟t stand the waiting anymore.‟ Daniël lachte bescheiden.
Jane, die zich haast schuldig voelde, slaakte een zucht. „I‟m sorry,‟ zei ze dan ook. „But it didn‟t went that fast at all
today.‟
„Oh, come on. You don‟t have to say you‟re sorry. I had some things to do too. I‟ve spend my time well.‟
Net op het moment dat Jane hem wilde vragen wat hij dan had gedaan, ging er boven een deur open. Lynn en Joe
kwamen de overloop op lopen met een brede glimlach op hun gezicht.
„Hèhè, daar zijn we dan!‟ Lynn liep met een snelle pas naar beneden. Haar schoenen met kleine hak maakten een
tikkend geluid op de stenen trap. „Hèhè. Sorry dat het zo lang duurde, jongens. Joe en ik moesten ons nog
verkleden.‟
95. Joe, die zijn vrouw op de voet was gevolgd, knikte beamend. „Er kwam eerst wat tussen en daarna moesten we
ons haasten om op tijd te komen.‟
„Het geeft absoluut niks. We zijn er zelf amper tien minuten,‟ wuifde Maiden de zorgen weg terwijl ze Lynn en Joe
omhelsde.
Met zijn negenen liepen ze naar de kamer die achter de glazen deuren in de hal lag. Het was een klein, vierkant
kamertje. Aan de rechter kant zat een deur. Het was knus ingericht. Je zou veel kou verwachten in het kamertje
wegens de stenen. Het tegendeel was echter waar. Het was er behaaglijk en warm. Iris voelde zich onmiddellijk op
haar gemak.
„Dit,‟ zei Tim terwijl hij met zijn arm de kamer rondwees, „is de woonkamer. Het is niet erg groot. Maar dat is dit
gebouwtje sowieso niet. Er zijn boven maar een paar slaapkamertjes. Via de andere deur in de hal kun je bij de
trap naar de kelder komen. Daar rechts is een minieme keuken. Die wordt niet zo vaak gebruikt.‟
96. Iris keek de woonkamer eens rond. Er stonden twee banken met drie stoelen. Op grond lag een groot kleed. Er
was ook een openhaard – die natuurlijk ook van steen was. Boven en langs de openhaard hingen wat planken.
Hier en daar stonden er wat boeken op. Voor de rest stonden er voornamelijk kaarsjes, bloemen en andere
decoratieve dingen. Ze draaide zich om en zag aan de andere kant van de kamer een muur met foto‟s.
100. Iedereen zat of lag op zijn of haar dooie gemak voor de openhaard. Er werd honderduit gekletst over
van alles en nog wat. De zesde chocolademelkronde – als Iris het goed had geteld – was net geweest. Maiden
kwam overeind en Iris was even bang dat de vraag zou komen wie er nog wat te drinken wilde. Dat was niet zo. In
plaats daarvan vroeg Maiden: „zo, nu is het zo onderhand wel eens tijd voor de cadeautjes. Vinden jullie ook niet?‟
Iedereen stemde in. Met een grijns keken Jane en Iris elkaar aan. Zo meteen zouden ze hun cadeau aan Tim
kunnen geven. Iris was benieuwd wat hij ervan vond. Hopelijk voelde hij zich niet in de zeik genomen. Tim
kennende zou dat vast niet zo zijn. Toch wilde Iris eerst zijn reactie zien voor ze van haar knagende, twijfelende
gevoel af was. Lynn en Joe kwamen overeind van de bank en liepen met Maiden mee de gang op. Bram sprong op
en wilde hen achternarennen, maar Jane versperde hem de weg.
„Blijf maar even hier. Ze zijn zo terug.‟
„Misschien hebben ze hulp nodig van een man zoals ik.‟ Bram trok een grimas.
101. Daisy rolde met haar ogen. „Een man zoals jij? Ha-ha, laat me niet lachen. Doe niet zo ongelooflijk arrogant.‟
„Come on kids, don‟t be so negative.‟ Daniël lachte en stak zijn hand uit naar Bram. „By the way. If you think you
are so strong, why don‟t you prove yourself to me?‟
„Daag je me uit? Wil je soms armpje drukken?‟ Bram nam Daniëls hand aan en liet zich voor de openhaard
trekken. „Dan moeten we wel een tafel hebben.‟
„We can also use the floor,‟ suggesteerde Daniël.
„Hmm, true.‟ Bram ging languit op de vloer liggen – net als Daniël – en drukte zijn bovenarm stevig tegen de grond.
Zijn onderarm hield hij omhoog in de lucht. „Kom dan?‟ Lachend keek Iris toe hoe haar oom Bram liet winnen met
armpje drukken. Daisy rolde met haar ogen. Zij had heus wel door dat Daniël het expres deed. Bram was des te
trotser. Nadat hij drie keer op rij van Daniël had gewonnen, sprong hij overeind. „Joe, wil jij met mij armpje
drukken?‟
Joe liep een moment terug de hal in. Het volgende moment schoof hij een enorme doos de kamer in. „Ik dacht dat
je zo graag je cadeautjes wilde?‟
103. Met een frons nam Daisy het pakje van haar broer over. Tim speelde het spelletje mee. Ook al wist hij wat erin zat.
Haastig scheurde Daisy de verpakking aan flarden. Het duurde even voordat ze zag wat het was. „Een make-
updoosje.‟ Glunderend en met een vragende blik keek ze de groep rond. Jane kwam met een glimlach overeind en
ging naast haar zusje zitten.
„Omdat je al zo‟n grote meid wordt en je telkens mijn make-up op wilt,‟ legde ze uit. Daisy‟s wangen kleurden
lichtrood. „Het geeft niet dat je dat doet. Ik wil je met alle plezier opmaken, maar ik weet dat je het ook zelf wilt
leren. Daarbij wil ik je helpen. Daarom je eerste make-updoosje.‟ Jane sloegen haar arm als automatisch ook om
haar zusje heen op het moment dat Daisy haar in de armen vloog.
„Dankjewel!‟
„Graag gedaan,‟ klonk het gesmoord. Iedereen moest lachen. „Jij mag de volgende pakken,‟ voegde Jane eraan toe
zo gauw het weer stil was en ze weer adem kon halen.
105. Tim peuterde het papier met een frons los. Hij vroeg zich af wat er in dit kleine doosje zat. Stomverbaasd bleef hij
naar het doosje kijken. Ook al zat er geen pakpapier meer omheen. „Ga je nog vertellen wat het is of niet?‟ Bram
leunde ongeduldig naar voren.
Iris en Jane wisselden een blik. Iris keek haar een moment onzeker aan. Jane gaf een vlugge knipoog. Zij was
overduidelijk meer overtuigd dan zij dat dit een goed cadeau was voor Tim.
„Het is een mobiel... Ik weet niet van wie het komt, maar… Is dat niet wat duur?‟ Afwachtend keek Tim de
volwassenen aan.
„Het komt van Iris. Van Iris en van mij,‟ zei Jane. Iedereen keek haar aan.
„We kwamen op het idee om je een mobiel te geven, omdat jij mij hebt gebeld een paar weken geleden. Weet je
nog, toen je me zo liet schrikken?‟ Viel Iris Jane bij.
Tim lachte hard. „Ik herinner het me nog, ja.‟
„Toen hij je zo liet schrikken?‟ Verrukt keek Bram naar zijn broer. Daisy wilde het verhaal ook graag horen.
110. Met zijn negenen liepen ze over het bospad. Bram en Daisy renden voor de rest uit. In tegenstelling
tot de tweeling liepen Jane en Daniël achteraan. Ze liepen zo dicht naast elkaar dat Iris zich afvroeg hoe lang het
duurde eer ze tegen elkaar aan zouden botsen. Het ijs tussen hen leek gebroken. Ook al was Daniël nog even
verlegen als eerst. Dennennaalden en takjes kraakten onder hun voeten. Iris kon de geur van vochtige
dennenappels ruiken. Nergens was nog te zien dat het kortgeleden nog gesneeuwd had. Iris begon zich af te
vragen of er op deze plek ĂĽberhaupt sneeuw was gevallen. Het leek er meer op dat er een paar dagen lang alleen
maar zon was geweest. Ook voelde de temperatuur abnormaal warm vergeleken bij de winterse kou van eerder.
„Is er wat?‟ Tims vraag deed Iris aandacht op iets anders richten. „Je kijkt alsof je voor het eerst in je leven in een
bos loopt.‟
111. „Dat voelt ook een beetje zo,‟ gaf Iris toe. „Ik vind het zo vreemd dat het net lijkt alsof het hier niet heeft gesneeuwd.
Je kunt het nergens zien. Alleen de dennenappels ruiken een beetje vochtig. Maar zo ruikt het altijd in een bos.‟
Tim ging er niet op in. Hij glimlachte alleen maar. „Kijk.‟ Tim wees naar een plant met gekleurde, hoge stengels.
„Dat zijn varens. Vroeger plukte ik ze weleens. Samen met Roy maakte ik er boeketten van.‟ Tim gebaarde naar
een omgevallen boomstam. „We gebruikten dan mos als ondergrond. Tegen de tijd dat het kerst was, verzamelden
we allerlei bloemetjes en takjes om een kerststukje van te maken.‟ Iris voelde Tims vingers over die van haar
strijken. Hij pakte ze vast. Voor Iris tijd had om zich te beseffen dat ze hand in hand liepen, wees Tim naar een stel
witte bloempjes. „Bosanemoon,‟ verklaarde hij. „Gebruikten we om de kerststukjes wat op te fleuren.‟ Iris had nooit
zoveel interesse gehad in planten en ze wist er ook niks van af. Toch vond ze het interessant om te horen wat Tim
allemaal wist van het bos, de planten en alle dingen die er leefden. Gedurende de hele wandeling bleef hij dingen
aanwijzen.
„Ik wist niet dat je zoveel van planten wist.‟ Iris keek Tim van opzij aan en had ze het geflapt voor ze er erg in had.
Stiekem moest ze een beetje lachen om haar conclusie.
112. Tim lachte ook. „Tsja. Ik ben ermee opgegroeid. Roy wist veel van planten. Hij was nu eenmaal erg begaan en
begaafd wat betreft de natuur en zijn planten.‟ Iris wilde erop inhaken, maar zweeg toen ze zag dat Tim zijn vrije
hand alweer ophief om naar iets te wijzen. Deze keer wees hij recht voor zich uit. „Kijk, dat is het meer.‟
De rest van de groep hield nu halt. Jane knalde bijna tegen haar broer op. Ze was zo opgegaan in het gefluister
met Daniël dat ze het amper op tijd in de gaten had. Bram sprong behendig op een kleine boomstronk. „Komen
jullie nog? Of hoe zit dat?‟ Een moment keek hij om. Daarna verdween hij tussen de struiken door.
Met een frons keek Iris Tim aan. „Waar leidt dit heen?‟
114. Jane was er niet zo blij mee dat haar broertje hun moment had verknald. Het was al de tweede keer die dag. Nu
begon hij haar behoorlijk op haar zenuwen te werken. „Bram, laat Daniël nou eens met rust.‟
„Jullie doen net alsof jullie de enigen zijn in dit bos. Maar dat is niet zo. Doe eens een beetje gezellig!‟
Jane keek kort over haar schouder, rolde met haar ogen en richtte zich toen op het stenen pad voor zich. Bram
stond al aan de overkant eer zij op de helft was. Hij klom over een grote steen en ging de anderen voor op een
pad. Iris zag dat het pad begon te veranderen. Het werd smaller en wilder. Het was minder vlak en er lagen meer
steentjes en grote takken dan op het brede pad van eerst. Tim zag Iris kijken.
„Er zijn niet zoveel Sims die weten hoe ze hier komen. Dit pad is uitgelopen door ons,‟ vertelde hij.
117. Daniël lachte. „Oh, come on kids, don‟t nag about this. Let‟s make some fun!‟ Hij trok zijn shirt over zijn hoofd en
schopte zijn schoenen uit.
„Daniël, wat ga je in godsnaam doen?!‟ Verbouwereerd keek Jane toe hoe Daniël in de richting van het water liep.
„Je hebt geen zwemkleding.‟
Daniël schudde zijn hoofd. „Are you sure about that?‟ Hij trok zijn jeans naar beneden. Daaronder had hij zijn
zwembroek aan, net als Bram. Opnieuw wenkte hij Jane. Ze schudde vertwijfeld haar hoofd.
„Ik heb geen bikini aan.‟
„Je mag best in het water gaan,‟ viel Maiden Daniël bij. „Ik gooi de kleren gewoon in de was. Geen enkel probleem.‟
Jane keek haar moeder verbaasd aan. Maiden zag het niet: ze hielp Joe en Lynn met handdoeken op de grond bij
de picknickmand uit te spreiden. Met opgetrokken wenkbrauwen schudde ze haar hoofd. „Geen denken aan!‟ Bram
dacht daar anders over: hij gooide een bal tegen haar aan. „Zeg, van wie kwam die bal?!‟ Jane probeerde streng te
klinken op het moment dat ze zich omdraaide. Tot ze Daniëls natte handen voor haar ogen voelde.
118. Ze kon haar lachen niet meer inhouden en ze draaide zich om. Daniël voor haar neus. In zijn ogen zag ze een
ondeugende twinkeling en zijn mond was vertrokken in een brede. „Wacht,‟ zei Jane tegen hem. Ze bukte zich,
pakte de bal en gooide hem terug richting Bram.
„Mis!‟ Riep Bram vanuit het water. „Vangen, schele!‟ Hard gooide hij hem terug richting zijn zus. Net op tijd sprong
ze opzij. De bal vloog langs hen heen en belandde ergens tussen de struiken.
„Wil je hem even pakken?‟ Schreeuwde Bram haar toe vanuit het water.
Jane besloot het ding te laten liggen. „Nee, ga hem zelf maar halen! Dan had je hem maar niet moeten gooien.‟
Triomfantelijk keek Jane haar broertje aan. „Al ik hem teruggooi, probeer jij mij toch weer te raken,‟ wilde ze daar
nog aan toevoegen. Dat liet ze zitten toen ze zag dat Daniël in versneld tempo richting de struiken liep. „Wat doe
je, idioot? Je gaat die bal toch niet echt pakken?‟ Jane probeerde Daniël in te halen. Ze zette vaart bij toen hij
begon te rennen door hetzelfde te doen. Ze renden zo hard dat ze langs de bal heen renden.
119. Daar hadden ze geen van beiden erg in. Een eind in het struikengewas bleef Jane hijgend staan. Daniël merkte dat
ze was gestopt met rennen. Hij wandelde op zijn dooie gemak naar haar toe. Hij had nog steeds diezelfde, grote
grijns op zijn gezicht en keek Jane aan. Daniël schudde met zijn haar waardoor de spetters in het rondvlogen.
Langzaam liep hij dichter naar Jane toe. Zij wierp nog een vluchtige blik in de richting waar ze vandaan waren
gekomen. Ze hoefde zich nergens zorgen om te maken. Het struikengewas was dicht genoeg en het bood
voldoende beschutting. Het zou Bram aardig wat tijd kosten hen te vinden. Jane liet Daniël zijn armen om haar
heenslaan en deed hetzelfde. Het kon haar niet langer schelen dat haar kleren nu half doorweekt waren door
Daniëls natte lichaam. Dat was wel het minste waar ze zich zorgen om maakte nu ze Daniëls ogen van dichtbij had
gezien. Eindelijk waren ze alleen, eindelijk hadden ze een moment rust. Ze konden eindelijk met zijn tweeën zijn.
121. „Je zou toch echt niet zeggen dat het al zo laat is.‟ Iris gooide haar hoofd in haar nek keek naar boven. Amper zag
ze sterren tussen de bladeren van de bomen door. Ook al was het al later dan negen uur. Het leek er echt op dat
iets ervoor had gezorgd dat het vandaag plotseling zomer was. Zowel met de tijd als de temperatuur. Zowel met
het licht als met de planten.
„Waar denk je aan?‟ Tim was naast Iris komen lopen en haakte zijn arm door die van haar.
„Ik vind het zo vreemd. Het lijkt bijna alsof het hier zomer is. Als je kijkt naar hoe laat het donker wordt en hoe warm
het is. Ook lijkt het alsof het hier niet gesneeuwd heeft.‟ Iris keek Tim aan, wachtend op een bijval. Die kwam niet.
„Niets is wat het lijkt,‟ zei Tim. Hij keek Iris niet aan maar richtte zijn blik op de sterren boven hen. „Is het niet
prachtig?‟
Iris keek ook weer omhoog, aannemende dat hij de sterren bedoelde. „Ik heb altijd al een zwak voor sterren gehad.
Vroeger, toen ik klein was…‟
Naast haar hoorde ze Tim lachen en ze stopte met praten. „Ik bedoelde niet de sterren – die trouwens ook erg
mooi zijn. Ik bedoelde hoe het er hieraan toegaat. Dat de dingen niet altijd zijn of gaan zoals je zou verwachten.‟
122. „Op die manier.‟ Iris grinnikte. „Ja, dat vind ik ook mooi. Onvoorspelbaarheid is misschien wel het mooiste wat er is.
Als alles zou zijn zoals je verwachtte, zou er nergens meer spanning en uitdaging in zitten.‟
Tim knikte instemmend. „Daarom is het ook fijn dat de dingen nu gaan zoals jij wilt dat ze gaan.‟
Iris was even stil. Ze wachtte tot Tim verder zou gaan, maar dat deed hij niet. Met een frons dacht ze aan wat hij
net had gezegd. „Hoe bedoel je? Wat gaat zoals ik dat wil?‟
Tim gebaarde met zijn vrije hand om hen heen. „Dit. Dit gaat zoals jij dat wilt. Je hoeft je er geen zorgen om te
maken dat het verkeerd gaat. Hier heb je controle over.‟
Iris‟ frons veranderde in denkrimpels. Ze wist niet zeker of Tim terug zou kijken, maar draaide toch haar hoofd zijn
kant op. „Bedoel je soms dat het nog half licht is omdat ik wil dat wil?‟ Hierop gaf Tim geen antwoord. Hij keek Iris
aan. Een mysterieuze glimlach verscheen op zijn gezicht. Iris bleef staan, waardoor Tim genoodzaakt was
hetzelfde te doen. Hij haalde zijn arm uit die van Iris en keek haar vragend aan. „Waarom doe je zo…
geheimzinnig?‟ De vraag kwam eruit alsof ze er niet echt antwoord op wilde. Ook al lachte Iris toen ze de vraag
stelde, ze meende het serieus. Tims glimlach keerde terug op zijn gezicht. Ook hij stopte nu met lopen en draaide
zich om naar Iris. Daisy keek even over haar schouder. Ze vroeg zich af of ze de rest moest waarschuwen dat ze
met zijn tweeën daar bleven staan, maar ze dacht dat ze hen zo wel weer in zouden halen. Ze maakte zich niet
langer druk en liep met de rest mee.
123. Tim en Iris dachten niet meer aan de rest van de groep. Tim stak zijn handen in zijn zakken en liep op Iris af. Zijn
blik was even op het door het maanlicht verlichtte pad gericht, tot hij zich oprichtte en Iris aankeek. Zij keek hem
afwachtend aan. „Wat wil jij nou het allerliefst?‟ Vroeg Tim.
Iris, die zo‟n vraag niet had verwacht, lachte. „Moet ik hier serieus op ingaan?‟
Tim knikte. „Natuurlijk.‟
Iris slaakte een zucht en dacht diep na. „Ik zou het echt niet weten.‟
„Het mag ook iets heel simpels zijn. Of iets onmogelijks.‟
„Ik denk dat ik het allerliefst mijn grootouders en andere dierbare familieleden zou vertellen van deze wereld. Dat er
twee werelden zijn en dat de wereld waarin zij wonen anders is dan ze eigenlijk denken.‟
„Maar?‟
„Ik weet dat het niet kan, dat het onmogelijk is. Dan zou ik een boel regels moeten breken. Bovendien zou het
negatieve gevolgen met zich mee kunnen brengen. Daarom geniet ik ook zo van de momenten hier, de momenten
met jullie. Zo onderhand leer ik me te laten verrassen en niet uit te gaan van het meest logische. Het zijn de
hoogtepunten in alles dat fout gaat, de opkikkertjes die ik nodig heb om ergens naartoe te kunnen leven.‟
„Je verheugd je er altijd op om hierheen te komen, hè?‟ Raadde Tim.
126. „Je wilde me alleen waarschuwen. Je bent bang dat ik mezelf te afhankelijk ga voelen voor deze wereld?‟
Nu was het Tim die een zenuwachtige lach niet kon onderdrukken. „Je hebt me door.‟ Ongemakkelijk haalde hij zijn
hand door zijn haar en hield hem toen boven zijn hoofd. „Schuldig.‟
Iris lachte nu ook. Eenmaal uitgelachen slaakten ze een diepe zucht. Opeens besefte Iris zich weer waar ze waren
en dat ze gestopt waren. „Tim,‟ zei ze. „We zijn de rest kwijtgeraakt…‟
Tim sloeg een arm om Iris‟ schouder. „Maak je maar geen zorgen. Ik ken de weg hier. We lopen gewoon met zijn
tweeën terug. Kom.‟ Gedwee liet Iris Tim haar hand weer pakken. Ze staarde er een tijdlang naar. Iris had het nooit
een punt gevonden dat Tim zomaar je hand pakte of je zomaar een knuffel gaf. Dat was gewoon hoe hij in elkaar
zat. Ze was eraan gewend geraakt en ze vond het ook niet erg. Het fijne aan Tim was dat hij gewoon zichzelf was
en niet extreem verwijfd. Aan zijn gedrag zou je moeilijk kunnen aflezen dat hij homo was. Hoewel… misschien
was hij daar net iets te handtastelijk voor. Zachtjes grinnikte Iris. „Wat is er zo grappig?‟ Met een scheve glimlach
keek Tim Iris aan.
„Oh.‟ Iris schudde haar hoofd lacherig. Ze voelde een blos op haar wangen komen. Maar goed dat het donker was
en dat het niet opviel. „Niks.‟
Tim keek Iris onderzoekend in haar ogen. Hij volgde haar blik en zag waar ze naar keek. „O,‟ deed Tim met een
grijns op zijn gezicht. „Wordt je nou verlegen?‟ Iris voelde het bloed nu al helemaal naar haar wangen schieten. Tim
had het dus wel gezien. Lachend liep hij door. Even gaf hij een kort kneepje in Iris‟ hand. „Als we zo thuis zijn, gaan
we lekker je serie kijken.‟
128. Iris wist waarom haar ouders dat niet wilden. Ze waren heus niet bang dat er iets zou „gebeuren‟ tussen de jongens
en de meiden. In elk geval niet voor haar, niet voor Iris. Ze wilden naar huis toe vanwege hun werk. Anders waren
ze niet op tijd. Iris wist ook wel dat Tim dat wist en dat hij dat er niet bij zei om haar te sparen.
„Dus, wat zeg je ervan?‟
„Hmm? Sorry, ik hoorde even niet wat je zei.‟ Iris voelde zich stom en ongeïnteresseerd. Het was nu al de
zoveelste keer dat ze niet meekreeg wat er gezegd werd. Hetgeen Tim zich nu allemaal afvroeg, waren een
terechte vragen. Iris wist zeker dat zij ook zoiets zou vragen wanneer zij zo iemand tegenover zich had.
„Je zit wel erg met je gedachten ergens anders, hè? Heb je vandaag al sms gehad? Of ben je nog gebeld?‟ De
vraag had spottend kunnen klinken. Dat was niet het geval. Tim bedoelde het serieus, al klonk er een greintje
ondeugendheid in door.
„Hoezo dat?‟ Iris deed net alsof haar neus bloedde. Ze wist dondersgoed wat Tim bedoelde, wie Tim bedoelde.
Ondertussen kneep ze hem. Al de hele dag had ze niet aan Rosemary gedacht. Totdat Tim net over haar was
begonnen.
129. Zacht porde Tim met zijn elleboog tegen Iris‟ zij. „Alsof je niet weet waar ik het over heb.‟ Met de grijns op zijn
gezicht die hij altijd grijnsde wanneer hij wist dat hij gelijk had keek Tim Iris aan. „Rosemary natuurlijk. Denk je nog
een beetje aan haar?‟
Iris rolde met haar ogen. „Ik dacht dat we het hier zo ongeveer 24 uur geleden al over hadden gehad?‟
„Dat is niet echt een antwoord op mijn vraag.‟ Tim keek Iris triomfantelijk aan.
„Nee. Ik heb amper aan haar gedacht. Alleen toen ik mijn mobiel van de vloer pakte vanochtend. En nu denk ik aan
haar, omdat jij haar als onderwerp aansneed.‟
„Hmm.‟ Iris vroeg zich af of hij die „hmm‟ bedoelde als een ongelovige „hmm‟ of niet. Hij kon evengoed bedoelen dat
hij dat antwoord voldoende vond. Wat Tim ook dacht of wilde: zij wilde het niet over Rosemary hebben. Gelukkig
voor haar had Tim dat door. „Maar wat doen we? Wil je in het fort blijven of mee met de rest naar het huis van
Maiden?‟
Ongelovig keek Iris Tim aan. „Je bedoeld dat we met zijn tweeën in het fort blijven dan?‟
Tim knikte zonder Iris aan te kijken. „Tenzij Jane of Daniël nog wil blijven. Die kans schat ik zeer klein. Ik denk ze
dan eerder met zijn tweeën ergens heengaan.‟
132. „Dat maakt toch helemaal niet uit?‟ Klonk een vierde stem. Joe kwam naar buiten gelopen. Hij keek met een
glimlach naar Tim. „Neem me niet kwalijk, maar Tim kent het bos als de binnenkant van zijn broekzak. Hij heeft
haar terug hierheen begeleidt.‟ Iris keek verbaasd toe hoe Tim en haar vader naar elkaar stonden te glimlachen.
Joe richtte zich tot Lynn. Hij sloeg zijn armen om haar heen. „Je moet gewoon niet zo overbezorgd doen, lieverd. Ik
zei toch dat ze vanzelf hierheen zouden komen? Soms hebben ze het gewoon even nodig om met hun tweeën…
Nou ja. Je weet wel, gewoon even babbelen.‟ Met zijn hoofd op Lynns schouder keek Joe Iris en Tim een moment
aan. Hij wreef weer even Lynns rug en gaf haar toen een kus op haar wang. „Nou, ik zal de rest halen. Des te
eerder kunnen we vertrekken.‟ Joe verdween naar binnen.
„Joe, wacht even.‟ Tim snelde achter hem aan. „Ik moet nog even wat overleggen met Maiden.‟ Dat was alles wat
Iris kon horen. De rest wat Tim zei, hoorde ze niet meer. De voordeur klikte in het slot.
133. Nu was ze alleen buiten. Alleen met Lynn. Die kwam op haar dochter toegelopen.
„Ik hoop dat je niet vindt dat ik… zeur of dat ik overbezorgd ben. Maar ik was echt ongerust. Je bent niet zo vaak
hier bij ons. Ik wil het je altijd zo goed mogelijk en leuk mogelijk laten hebben. Ik was zo bang dat er wat was
gebeurd…‟
Een waterig glimlachje verscheen op Iris‟ gezicht. Ze voelde zich schuldig, ook al wist ze dat haar moeder wilde dat
ze dat niet zou doen. Iris wist gewoon dat Lynn haar best deed een goede moeder voor haar te zijn wanneer het
kon. Dat was iets waar ze niet bij wilde falen. „H-het geeft niet, mam…‟ Tegelijkertijd deden Lynn en Iris allebei een
laatste stap. Daarna sloegen ze hun armen om elkaar heen. Iris had tranen in haar ogen. Ze voelde de drang haar
moeder te troosten. Met haar hand wreef ze over Lynns rug. Net als haar vader had gedaan, maar langzamer. Na
een tijdje lieten moeder en dochter elkaar los.
134. Lynn pakte Iris‟ hoofd tussen haar handen. „Ik houd van jou, heel erg veel. Ik en Joe kunnen er niet vaak voor je
zijn, helaas. Maar dat maakt nog niet dat we minder van je houden. Dat moet je weten, meisje.‟
„Weet ik, mama. Ik hou ook van jou en van pap.‟ Iris voelde een overweldigende leegte. Hij deed haar even denken
aan het moment dat Sander zei dat het voorbij was tussen hen. Maar dit voelde anders. Dit voelde alsof je iets
werd ontnomen dat eigenlijk van jou was, terwijl niemand daar echt een schuld aan had. „Zodra het kan, ga ik het
huis uit. Dan kan ik vaker langskomen.‟
„Je moet je niet schuldig voelen, lieverd.‟ Lynns stem beefde.
„Weet ik. Maar ik wil het zelf. Ik hoor hier. Dat weet ik gewoon.‟
135. „Dus jij blijft hier met mijn dochter, hoorde ik van Maiden?‟ Joe sprak tegen Tim alsof hij het vriendje
van zijn dochter was en ze voor het eerst zouden gaan logeren. Tim haalde met een lach zijn hand door zijn haar.
Plotseling voelde hij zich niet echt meer op zijn gemak. Joe zag het. „Geen zorgen,‟ voegde hij er vlug aan toe. „Het
klonk misschien streng. Zo bedoelde ik het niet. Ik bedoel… Ik hoef je geen preek te geven over voorzichtigheid,
hmm?‟ Joe knipoogde naar Tim. Hij gaf hem een klopje op zijn bovenarm terwijl hij langs hem heen liep.
„Nee, dat hoeft inderdaad niet. Moet ik helpen met het dragen van de koffers?‟
Joe schudde zijn hoofd. Hij stond met zijn rug naar Tim toe. Toch wist Tim dat hij glimlachte. „Nee, maar bedankt
voor het aanbod. Wel mag je de deur voor me opendoen, als je wilt.‟
Tim ging Joe voor de overloop op. Hij wachtte tot Joe de kamer uit was en sloot de deur toen achter hen.
136. In de hal stond iedereen al te wachten. Bram en Daisy konden nog amper staan. Zo moe waren ze. Tim hurkte
neer voor zijn broertje en zusje. Met een glimlach van vertedering aaide hij hen even over hun wangen. „Lief zijn
voor mama. Ik ben morgen weer thuis.‟
„Waarom ga je niet mee?‟ Bram gaapte halverwege de zin.
„Tim blijft hier, met mij,‟ antwoordde Iris voor zijn broer.
Daisy leek even achterdochtig toen ze van Tim naar Iris keek en terug. „Veel plezier dan maar,‟ mompelde ze met
eveneens een luide gaap. Daaropvolgend wendde ze zich tot haar moeder. „Maiden? Maiden, gaan we?‟
Maiden, die nog stond na te praten met Lynn, aaide haar dochter even over haar hoofd. „Wacht even, lieverd. Jane
moet nog komen.‟
137. In de woonkamer stonden Jane en Daniël ongemakkelijk tegenover elkaar. „Ik èh…‟ Stamelde Jane.
Daniël deed een paar stappen achteruit en keek door de glazen deur naar de hal. Iedereen stond op zo‟n manier
dat ze niet gezien zouden worden. Jane liep achteruit tot ze de muur tegen haar rug voelde. Daniël liep naar haar
toe en strekte zijn arm uit. Hij pakte Jane zacht bij haar nek, trok haar op die manier naar zich toe. „I don‟t want to
leave you. I think today was absolutely fantastic.‟
Jane knikte. Met een zucht wendde ze haar blik een moment af. „I don‟t want to leave you neither. I hate it when
Maiden doesn‟t allow me to stay with friends… Even if it‟s just for one night.‟ Daniël glimlachte. „Lach je me nu uit?‟
Vroeg Jane verontwaardigd. Van de zenuwen moest ze zelf ook lachen.
Daniël schudde zijn hoofd. „Of course not. Zou ik nooit doen. It‟s just that you‟re so cute when you‟re angry. You‟re
cute when you smile, you‟re cute when you laugh and… you‟re cute all the way.‟
Jane smolt zowat bij het horen van die woorden. „O, Daniël…‟ Giechelde ze.
138. Er klonk het geluid van een deurklink die naar beneden werd geduwd. „Bijna klaar?‟ Klonk de geërgerde stem van
Bram. De deur werd hard weer dichtgetrokken en Jane giechelde opnieuw.
„Jane.‟ Daniël ving Janes blik. Zijn stem klonk nu plots serieus. „We really need to contact again. What about a date
next weekend?‟
Amper durfde Jane Daniël nog aan te kijken. Ze veranderde opnieuw in een verlegen, klein meisje. „Ik kan niet
wachten.‟ Ze schraapte haar moed bijeen en richtte haar hoofd op. Haar ogen twinkelden. Daniëls blik sprak
boekdelen. Desondanks zocht hij naar woorden om te zeggen. Hij kon ze niet vinden. Gelukkig had Jane daar een
goed alternatief voor. Een laatste keer drukten ze hun lippen tegen elkaar. Hoe lang ze daar stonden, wisten ze
niet exact. De deur werd hard opengegooid.
141. Enkele minuten later reed de auto weg. Iris zwaaide met haar linker hand en Tim met zijn rechter. Zijn
linker hand lag op de schouder van Iris. Hij liet haar los op het moment dat ze zich omdraaiden en ze terug naar
binnen liepen.
„Zo. Dat is het dan. We zijn alleen.‟ Tim sloot de voordeur achter hen. „Je serie. Hoe laat begint die?‟
Iris wipte haar mobieltje uit haar broekzak omhoog. „Die begon om half negen.‟
„Half negen!? Toen liepen we nog in het bos!‟ Riep Tim verontwaardigd uit.
Iris lachte. „Ja, maar de herhaling komt ook nog. Dat is altijd om half elf ‟s avonds.‟ Tim opende zijn mond om wat
te zeggen, maar Iris snoerde hem de mond door haar hand op te steken. „Het is nu tien voor half elf,‟
beantwoordde ze zijn vraag voor ze hem had gesteld.
„Dat komt mooi uit. Dan kan ik nog even wat drinken indoen en hout halen voor de openhaard. Ga maar vast naar
de woonkamer. Ik kom zo.‟
144. Een kwartier later lagen ze op de bank voor de televisie. Tim had een kastje met daarop een tv de
kamer in gereden en Iris‟ glas volgeschonken . Hij keek Iris verwachtingsvol aan. „Heb je het al geproefd?‟
Iris schudde haar hoofd. „Nee, nog niet.‟ Ze bracht het wijnglas naar haar lippen. Zacht zoog ze wat wijn naar
binnen. Fronsend liet ze het over haar tong glijden, zoals Remy haar geleerd had te doen. Iris betrapte zichzelf
erop dat ze er vanuit was gegaan dat ze het vies zou vinden. Het tegendeel was waar. Vies vond ze het zeker niet.
Toch was lekker ook wat anders.
„En?‟ Vroeg Tim ongeduldig. Hij had zelf al een aantal slokken genomen. Zijn aandacht verplaatste hij van de tv
naar Iris – die op de bank schuin tegenover hem zat. „Is de wijn lekker?‟
Iris schokschouderde. „Het is niet super. Maar best te doen.‟
145. Grimassend kwam Tim overeind. „Het is gewoon de bittere smaak waaraan je moet wennen.‟
„Dat weet ik ook wel, hoor,‟ wierp Iris tegen. Het klonk meer aangevallen dan ze had gewild dat het zou klinken. „Ik
bedoel… Dit is heus niet de eerste keer dat ik alcohol drink.‟
Tim ging er niet op in, keek Iris enkel kort aan met een twinkeling in zijn ogen. Hij liet zich weer onderuit zakken.
Zijn richtte zijn blik op de tv en wees met zijn vrije hand naar het toestel. „Het begint.‟
Iris zette haar wijn op het tafeltje. Ze ging net als Tim languit op de bank liggen. De warmte van de openhaard was
verspreidt door de kleine woonkamer. Buiten had het klimaat aangevoeld alsof het zomer was. Dat was, volgens
Tims beweringen, omdat zij dat wilde. Eerst had Iris dat niet voor de volle honderd procent geloofd. Tot ze binnen
waren gekomen. Het fort had plots geleken op een huis waar de verwarming uit had gestaan terwijl het buiten
vroor.
„Zit je niet op te letten?‟
Iris schrok op van Tims stem. „Oh, ik zat even na te denken…‟
152. Tim keek met een flauwe glimlach naar Iris. „Iris,‟ zei hij. „Je moet niet uitgaan van haar. Op het moment is het
belangrijker hoe je ervoor zorgt dat jij je beter voelt.‟
„Maar wat als ik me beter voel en zij me straks weer zoent? Dan begint alles weer van voren af aan.‟
Tim schudde zijn hoofd. „Doe nou eerst maar eens rustig aan. Dan zullen we nog wel eens verder zien. Als het
echt niet gaat, kun je er altijd nog over nadenken wat je dan zult doen. Maar probeer gewoon bezig te zijn met het
hier en nu.‟
Iris slaakte een zucht. „Soms heb ik het gevoel dat er nooit een eind aan komt.‟
154. Toen stond hij op. „Kom, ik zet de tv uit. We hebben de helft van de serie toch al gemist.‟
Iris wist dat Tim gelijk had. Het kon haar niet zoveel dat dit al de zoveelste keer was dat ze een aflevering had
gemist. Toen ze op was gestaan, voelde ze pas hoe moe ze eigenlijk was. De warmte van de openhaard had haar
duf en moe gemaakt. Het gesprek van zojuist rillerig en uitgeput. Ze wist dondersgoed dat ze toe was aan een
warm bed.
„Ga jij maar vast naar boven. Ik kom er zo aan.‟ Tim legde even zijn hand op Iris‟ schouder en keek in haar ogen
terwijl hij dat zei. Op het moment dat hij wegliep, liet hij zijn hand van Iris‟ schouder glijden.
Iris vond het niet erg om alvast naar boven te moeten gaan. „Dan zie ik je zo wel,‟ zei ze met een gaap.
Iris verwachtte dat de stenen koud zouden zijn. Dus liep ze vlug de eerste, kleine trap op. Ogenblikkelijk bedacht
Iris zich waarover Tim en zij het zopas hadden gehad. Vurig wenste ze dat het zomer was. Ze had er geen idee
van hoe snel zo‟n wens in vervulling zou gaan of hoe je het dan ook wilde noemen. Dat zou ze vanzelf wel zien.
156. Het moment dat Iris zich besefte waaraan ze dacht, ging er een schok door haar heen. Kon ze zich wel zo denken
over Tim? Ze waren enkel vrienden. Goede vrienden. Maar niks meer dan dat. Achter haar ging de deur zachtjes
open en kwam Tim binnen. Geschrokken draaide Iris zich om. Ze voelde zich plotseling erg naakt met alleen haar
bh en slipje aan.
Met een glimlachje passeerde Tim Iris. „Schrok je?‟ In plaats van op antwoord te wachten, liep Tim onder de boog
door het balkon op. Iris trok vlug wat over haar ondergoed heen en ging hem achterna. Ze zocht woorden om te
zeggen, maar kon niks bedenken. Tot haar verbazing merkte ze op dat het inderdaad net een zwoele zomernacht
leek in plaats van een barre winternacht. „Zijn ze niet prachtig, die sterren?‟ Tim keek Iris van opzij aan. „Ik vind het
altijd zo wonderbaarlijk hoeveel er zijn. Waar je ook kijkt: je ziet ze altijd.‟
157. Met een glimlach dacht Iris terug aan jaren geleden. „Ik ben altijd al weg geweest van de nacht. Met name op de
sterren en de maan. Vroeger, toen al mijn ooms en mijn tante nog thuis woonden, ging ik altijd heel vroeg mijn bed
uit. We hadden best een grote achtertuin toen. Ik heb als kind uren ‟s ochtends vroeg en ‟s avonds laat besteedt
aan het kijken naar sterren.‟ Dat Iris daarbij op haar rug in het gras op het kerkhof had gelegen, vertelde ze er niet
bij.
„Ja, dat is gaaf.‟ Iris keek opzij toen ze Tims gezicht even zag oplichten. Hij stak een sigaret aan die hij tussen zijn
lippen had geklemd. „Roy vertelde me vroeger altijd over astronomie. Tegenwoordig is het enkel nog nostalgie.‟ Iris
lachte. Tim gaf haar een knipoog – waardoor Iris haar blik een kort moment verlegen afwendde bij de gedachte
aan zojuist – keek Iris nu ook aan en hij zei: „o, wat onbeleefd.‟ Tim hield een sigaret in zijn hand en strekte zijn
arm uit naar Iris.
158. Zonder twijfel nam Iris hem aan. Er was hier niemand die hen kon controleren. Al was dat wel zo geweest: ze
snakte naar een sigaret. Haastig hield ze de aansteker onder de sigaret en drukte ze op het knopje. De aansteker
deed het niet en ze probeerde het opnieuw. Bij een derde poging, slaagde ze erin een vlam tevoorschijn te
toveren. Tot er een plotselinge windvlaag opzette en de vlam doofde. Zachtjes vloekte Iris. Tim lachte om Iris‟
gestuntel met haar sigaret. Hij trok de zijne tussen zijn lippen vandaan. Met zijn hand wenkte hij Iris, die dichterbij
schuifelde. Ze gaf hem haar sigaret, die hij even tegen die van hem aan hield. Met een glimlach knikte hij. Iris
lachte nu ook. Tim bracht de sigaret naar Iris‟ mond en ze deed haar lippen van elkaar. Vlug nam ze een hijs. Ze
nam de tijd om de rook van de sigaret door haar longen naar binnen te laten kronkelen en weer omhoog te laten
dampen. Ze zuchtte meer dan dat ze uitblies: eindelijk was haar verlangen een beetje gevuld.
Tim keek Iris aan met opgetrokken wenkbrauwen. Een lachje speelde om zijn mond terwijl hij leunde tegen de
balkonmuur. „Dat klonk behoorlijk… verslaafd.‟
159. Iris krabde in haar nek, kon een giechel niet onderdrukken. „Ik kan er ook niet veel aan doen. Ik ben er een aardige
tijd van afgebleven. Niemand heeft een reden om te zeuren.‟
„Je bent gestopt?‟ Tims wenkbrauwen schoten nog een paar millimeter omhoog. „O God, in dat geval…‟ Hij stak
zijn hand uit en deed alsof hij de sigaret tussen Iris‟ lippen uit wilde trekken. Zij draaide haar hoofd weg.
Vlug verborg ze de sigaret achter haar rug. „Mooi niet!‟ Riep ze lachend.
Tim gaf Iris een klap op haar schouder. Lachend zei hij: „wees maar niet zo bang. Blijft tussen ons, hoor.‟
Iris keek Tim dankbaar aan terwijl ze opnieuw een trekje nam. Geërgerd merkte ze dat er geen rook uit kwam en
ze keek naar de voorkant. Die gloeide nog maar heel lichtjes. Boos blies ze er zacht tegenaan.
160. Tim rolde met zijn ogen. „Je hebt ook geen geluk, is het niet?‟ Met zijn sigaret tussen zijn lippen bewoog Tim zijn
hoofd naar voren richting Iris. Ze deinsde iets achteruit. „Hmm, hmm!‟ Deed Tim. Iris snapte wat hij wilde doen en
bleef staan. Met de kriebels in haar maag wachtte ze tot Tims sigaret de hare raakte. Zijn gezicht kwam steeds
dichterbij. Iris voelde de kriebels oplaaiden toen hij even met pretlichtjes in zijn ogen in de hare keek. „Fwck,‟
mopperde hij met opeengeklemde lippen. Tims sigaret bleef in de tussentijd maar kleiner worden. Daardoor
raakten de sigaretten elkaar net niet. „Whcht.‟ Tim kantelde zijn hoofd, waardoor ze nog dichter bij elkaar kwamen.
Iris probeerde haar hoofd stil te houden, wat nogal moeilijk was omdat ze half lachte. De sigaretten raakten elkaar
en ze lichtten even op.
„Hmm!‟ Deed Iris. Het was eindelijk gelukt.
„Hèhè!‟ Tim haalde lachend zijn sigaret tussen zijn lippen vandaan.
„Wat deden we eigenlijk moeilijk. We hadden ze ook gewoon zo tegen elkaar kunnen houden. Dan was hij
waarschijnlijk…‟
„Veel sneller aangegaan. Ik weet het. Maar ja. Dit uitproberen was wel net zo leuk.‟ Tim knipoogde vlug. Voor Iris
na had kunnen denken over wat Tim net had gedaan, sprong hij behendig op het muurtje. Met zijn vlakke, vrije
hand klopte hij naast zich. „Kom naast me zitten.‟
163. Iris kwam overeind en rekte zich uit. Een moment keek ze Tim aan.
Tim trok een haast beteuterd gezicht. „Waarom kom je nou overeind?‟
„We zijn al anderhalf uur terug,‟ herhaalde Iris Tims woorden van zopas. Zelf kon ze het nauwelijks geloven. Voor
Iris‟ gevoel was het net alsof ze pas net terug waren. „Ik zei tegen mijn ouders dat ik nog maar heel even hier zou
blijven. Ik moet naar huis.‟
Tim schudde zijn hoofd. „Je ouders weten dat we net hierheen zijn gekomen en dat je nog even bij aan het tanken
was. Als je naar huis wilt, mag je gaan. Maar je mag ook nog wel blijven eten. Dat hebben ze zelf gezegd.‟
Iris keek in stilte naar Tim. „O ja? Terwijl ik hier lag te slapen?‟ Haar stem klonk bijna ongelovig. „Nou ja, ik bedoel…
Hoe dan?‟
Tim stak zijn hand in zijn broekzak en haalde zijn mobieltje tevoorschijn. „Hiermee. Ik heb je moeder ge-sms‟t. Ze
vond het prima. Je vader ook.‟
Iris ging kaarsrecht overeind zitten. Plotseling was ze klaarwakker. „Je hebt je mobieltje gebruikt!‟ Riep ze
opgewekt.
166. Het maakte haar onzeker en honderd procent zeker tegelijk. Het voelde verkeerd en tegelijkertijd goed. Het was
onvergelijkbaar met Idde en Rosemary. Het was voor Iris van begin af aan duidelijk geweest dat het slechts een
drang tot uitproberen. Het was meer impulsief dan weloverwogen. Dit was meer te vergelijken als wat ze voor
Sander voelde. Maar dan anders. Het voelde minder slecht. Er stond niks in de weg. Niemand zou er iets op tegen
hebben als ze Tim nu op dit moment zoende. Niemand zou achteraf boos worden als ze het hoorden. Iris zou zich
totaal geen druk hoeven te maken. Behalve om Tim zelf. Waar was ze mee bezig? Ze moest niet verliefd worden
op Tim. Tim zou nooit verliefd worden op haar. Tim viel niet op meiden, maar op jongens: Tim was honderd procent
homo. Iris slaakte een diepe zucht toen ze zich dat bedacht. Wat was ze toch ook hopeloos. Altijd wanneer ze het
echt flink te pakken had, was het een onmogelijke liefde. Ze voelde een steek in haar maag. Die ene steek zorgde
ervoor dat alle mieren verdwenen in de mierenhopen. Daar bleven ze zitten, bang voor een tweede steek. Die
steek die kwam niet. Iris voelde hoe Tims hand afdaalde naar haar hals. Zijn vingers verdwenen nu onder haar
haren. Dat gevoel maakte dat Iris kippenvel kreeg. De mieren leken voorzichtig weer uit hun hoopjes tevoorschijn
te durven komen. Opnieuw slaakte ze een zucht.
„Wat is er, lieverd?‟ Tims stem klonk ongelooflijk dichtbij. De woorden gleden Iris‟ oor binnen als een zachte
streling.
167. Iets in haar zei dat ze stil moest zijn, ze moest doen alsof ze sliep. Als ze nu haar ogen opende of ze iets zou
zeggen, zou ze zichzelf verraden. Het was bijna onmogelijk dat niet te doen. Niet nu de mierenkolonie weer volop
door haar buik marcheerde. Niet nu Tim de marionettenspeler bleek te zijn die de touwtjes in handen had. De
touwtjes leken de mieren te sturen, te zeggen welke kant ze op moesten. Ze waren het meest in de buurt van
plekken waar Tim Iris‟ huid aanraakte. Langzaam kantelde Iris haar hoofd iets. Tims hand kriebelde niet langer in
de buurt van haar oor. Zijn hand lag nu op haar hals, waar hij zacht overheen streelde met zijn vingers. „Je bent zo
onrustig. Zelfs als je slaapt…‟ Zacht drukten Tims lippen een kus op Iris‟ oor. Die aanraking deed haar helemaal
smelten.
168. „Maar daar hebben we het nog wel een keer over wanneer je wakker bent.‟ Het smeltende gevoel, de mieren en de
vlinders mengden zich allemaal samen. Iris voelde een golf van blijdschap al haar andere gevoelens
overmeesteren. Het was gelukt: hij dacht dat ze echt niet meer wakker was. Sterker nog: hij praatte zelfs tegen
haar. Zou Tim dat ook hebben gedaan toen ze daarstraks echt had geslapen? Dat was een vraag die direct door
Iris‟ gedachten schoot. Ze kon zich daar in elk geval niks van herinneren. Misschien had Tim toen zelf ook wel
geslapen. Of dat nou zo was geweest of niet: zij zelf was nog steeds moe. Maar al was ze nog zo moe, in slaap
komen lukte nu niet. Dat vond ze niet erg. In Tims armen liggen en doen alsof ze sliep was beter dan slapen zelf.
169. Tijdens het avondeten voelde Iris zich ongemakkelijk. Ze was nog steeds moe en vroeg zich af of er
iemand was die zich afvroeg wat zij en Tim hadden gedaan in de tijd dat ze alleen waren geweest. Iris draaide haar
eten maar wat rond op haar bord. Echt honger had ze ook niet. Ze was zelfs misselijk. Iris keek een moment op
van het bord en ontmoette Janes blik. Iris voelde het bloed naar haar wangen schieten. Jane keek haar aan met
een blik die verried dat ze al een tijdje naar Iris had gekeken.
„Ik eh… ik ga even naar de wc.‟ Verontschuldigde Iris zich en stond op. Haar handen piepten langs de leuning van
de trap: ze had zweethanden. Ze had bijna nooit zweethanden. Alleen wanneer ze duizelig was. Op het moment
dat Iris zich dat besefte, voelde ze hoe de wereld om haar heen begon te draaien. Bij het laatste stukje van de trap
trok ze zichzelf met moeite omhoog. Bovenaan bleef ze even staan. Hijgend keek ze naar haar handen die trilden.
„Gaat alles wel goed met je?‟ Iris greep zich vast aan de balustrade toen ze een stem achter haar rug hoorde. Het
was Janes stem.
170. Iris dwong zichzelf Jane aan te kijken. Haastig wendde ze haar blik af van haar witte knokkels. Tegelijkertijd liet ze
de balustrade los. „Waarom zou het niet goed gaan?‟
„Ik weet het niet. Je ziet een beetje… witjes.‟
Iris fronste en wendde haar blik af naar de vloer. Zag ze witjes? Had ze zich dan toch niets verbeeld? „Ik voel me
ook niet honderd procent fit. Misschien moet ik gewoon nog wat bijkomen.‟ Iris probeerde het gespreksonderwerp
af te sluiten door weg te lopen. Het hielp niet. Jane kwam achter haar aan.
„Bijkomen van afgelopen weekend omdat je zo weinig slaap hebt gehad? Ja, dat idee had ik al.‟ Iris ontging de
ietwat strenge ondertoon die doorklonk in Janes stem niet.
171. Iris had geen zin om erop in te gaan. Met een zucht maakte ze haar blik los van haar handen. Vlug verstopte ze
die achter haar rug. Zijlings keek ze Jane aan. Janes ogen prikten door Iris‟ buik. „Je trilt helemaal! Laat die handen
eens zien?‟ Het klonk meer als een bevel dan een vraag. Keuze had Iris niet. Voor ze tegen had kunnen stribbelen,
had Jane Iris haar handen tevoorschijn getrokken. „Jezus,‟ fluisterde ze. „Heb je weer gerookt?‟ Jane probeerde Iris
recht in haar ogen te kijken, wat Iris boycotte door ze neer te slaan. Jane liet Iris‟ arm los en rolde met haar ogen.
„Geweldig.‟ Nu Jane haar irritatie had laten blijken, richtte Iris haar ogen weer op. Ze keek Jane een moment
schuldbewust aan. Jane draaide zich met een ruk om en liep naar haar slaapkamer terwijl ze Iris wenkte. „Ik heb
geen idee of het helpt, maar ik geef je een aspirine.‟ Jane drukte twee witte pilletjes door een strip. Samen liepen
ze naar Janes badkamertje. Daar vulden ze een glas met water om de pillen weg te spoelen.
174. „Goh. Dat heb ik nooit geweten.‟
Iris glimlachte flauwtjes. „Dan weet je het nu.‟
„Inderdaad.‟ Het was even stil in de badkamer. De meiden hadden allebei hun eigen gedachten waar ze mee bezig
waren. Tot Jane zei: „misschien moeten we eens teruggaan naar beneden. Ze zullen zich wel afvragen waar we
blijven.‟
Jane had gelijk. Op de gang liepen ze Tim tegen het lijf. „O, hier zijn jullie. Het eten wordt koud. Hebben jullie geen
honger meer? Jullie weten dat Maiden het niet erg vindt als je het niet lust, maar zeg het dan gewoon.‟
Iris lachte terwijl ze richting de trap liepen. „Nee, ik had even een aspirine nodig. Ik voel me niet zo lekker.‟
Tims vriendelijke glimlach verdween opslag. „Wat scheelt eraan?‟
„Ze…‟
„Ik heb alleen maar wat buikpijn. Maar dat gaat wel weer over. Ik denk dat het wel wat beter gaat als ik nog wat
meer eet.‟ Iris vertelde er niet bij dat het de buikpijn al half was verdrongen door de mierenmars in haar buik.
„Gelukkig.‟ Tims glimlach keerde terug.
175. Iris wilde bijna vragen waarom ze stopten met lopen op het moment dat Tim zijn mond opende. „Ik
geloof dat we er zijn.‟
Iris volgde Tims blik en zag dat hij gelijk had. Ze waren bij het huis van haar ouders. Een diepe zucht verliet haar
mond. Tim glimlachte. „Wat is er?‟ Vroeg Iris.
„Je loopt de hele dag al zo te zuchten. Heb je nog steeds buikpijn?‟
Iris schudde haar hoofd. „Dat is het niet. Ik wil gewoon nog niet weg.‟
„Weg? Vanwaar „weg‟? Je bent nog vijf dagen hier!‟ Riep Tim verontwaardigd.
Iris lachte en keek een moment verlegen naar de grond voor ze Tim aan durfde te kijken. „Dat bedoel ik toch
helemaal niet. Ik bedoelde dat ik nog geen zin had om weg te gaan bij jou en Maiden enzo,‟ legde ze zacht uit.
Tim glimlachte, keek even opzij naar het huis van Joe en Lynn. „Zo erg zal het toch niet zijn bij je ouders? Ik dacht
dat je het wel leuk vond om bij hen te zijn?‟
176. Iris haalde haar schouders op. „Als ze zelf ook thuis zijn wel, ja. Anders is er alleen de cavia.‟
Tim gaf Iris een zachte stomp tegen haar schouder. „Dan bel je mij toch?‟
Iris leefde zichtbaar op. Op het moment dat ze daarop wilde ingaan, ging de voordeur open.
„Zeg, blijven jullie daar de hele avond staan of wat?‟ Joe kwam grijnzend naar buiten. „Kom toch binnen. Buiten in
die kou staan dat is ook maar niks.‟ Iris fronste even. Haar vader wilde vast heel graag dat ze allebei naar binnen
kwamen, want van de kou had niemand last.
Iris keek Tim afwachtend aan, hopend dat hij zou instemmen. Gelukkig deed hij dat. Zo kwam het dat ze even later
samen in de woonkamer zaten.
177. „Vertel: was het nog gezellig gisteravond en vandaag?‟ Lynn keek glimlachend van Iris naar Tim en terug.
Tim nipte van zijn thee die hij met twee handen vasthad en knikte. „Gisteravond hebben we Iris‟ serie nog gekeken.
Daarna zijn we meteen maar ons bed in gerold.‟ Iris lachte inwendig om het stuk dat hij wegliet. Waarschijnlijk ook
deels uit eigenbelang. Maar dat maakte haar niks uit. „Vandaag hebben we niet zo heel veel gedaan. Een beetje
bijgetankt. Iris was nogal moe, hè Iris?‟ Tim keek naast zich.
Iris zag dat iedereen haar nu aankeek en haar glimlach verdween. „Ja,‟ gaf ze toe. Als ze dan toch bezig was, kon
ze beter alles meteen vertellen. „Ik had een duizeligheidaanval tijdens het eten. Maar nadat ik een aspirine had
genomen en ik wat gegeten en gedronken had, ging alles weer prima.‟ Iris deed er laconiek over. Maar Lynns
gezicht stond erg bezorgd en haar vader leek het evenmin af te doen als iets onbelangrijks.
178. Lynn en Joe wisselden even van blik.
„Hoe kan dat nu ineens?‟ Piepte Lynn. „Je hebt al zo lang geen last meer gehad van die aanvallen… Niet meer
sinds je kroning.‟
Joe zei niks. Hij keek naar zijn koffie die kolkte in de beker omdat hij erin roerde met een lepeltje. „Misschien moet
je gewoon een nacht goed rusten. Dan gaat het wel weer goed.‟ Zijn stem klonk weerzinwekkend kalm.
„Het gaat alweer goed,‟ probeerde Iris haar ouders ervan te overtuigen dat hun zorgen onnodig waren. „Echt waar.
Ik voel me kiplekker. Ik ben alleen heel erg moe.‟
„Daarom vind ik ook dat je maar eens op tijd naar bed moet gaan. De afgelopen dagen is het natuurlijk al niet al te
vroeg geworden…‟
Iris wilde er tegenin gaan, maar omdat Tim opstond werd ze afgeleid. „Ik denk dat ik maar eens naar huis moet
gaan. Dan kun jij lekker gaan slapen.‟
179. Iris kwam ook overeind. „Nou zeg, nee. Blijf alsjeblieft nog heel even.‟ Een moment keek Iris naar haar ouders.
Waarom moest haar vader Tim nu weer wegjagen? Het was al een uitzondering dat Iris zich eens niet verveelde bij
haar ouders. Het was nog niet eens zo heel erg laat. Lynn moet de uitdrukking op het gezicht van haar dochter
hebben begrepen. Ook zij stond op.
„Waarom blijf je niet slapen als je wilt?‟
Tim bleek even van zijn stuk gebracht. Hij keek van Joe naar Lynn en terug. „Blijven slapen?‟ Herhaalde hij. Direct
schoot zijn hand naar zijn nek. „Ik ehm… sorry, maar dat kan ik niet maken tegenover Maiden. Ik heb beloofd
morgenochtend te helpen met het opruimen van de kerstspullen.‟
„O.‟ Iris keek beteuterd naar Tim. Ze had stiekem gehoopt dat hij ja had gezegd. Maar waarom zou hij ook? En wat
zou er dan gebeurd zijn? Dat was iets waar ze niet aan zou durven denken.
181. Ergens tussen de vijfde kop thee en het beginnen van een nieuw programma op tv stond Lynn op.
„Ik denk dat ik maar eens naar bed ga,‟ deelde ze mee.
Joe was duidelijk teleurgesteld. „Hmm. Hoe laat leven we? – O, groot gelijk. Ik ga met je mee naar boven.‟ Tim
wilde net opstaan toen Joe zijn hand uitstak. Lynn schudde lachend haar hoofd en gaf Tim op de bank een knuffel.
Vlug deed Joe hetzelfde. „Ik vond het gezellig met jullie, jongens.‟ Joe knikte naar Tim zodra hij hem had
losgelaten. „Echt, kom gerust nog eens langst.‟ Voor Joe de deur door verdween naar de gang, stak hij nog even
zijn hand op.
Lynn slaakte een zucht met een brede glimlach op haar gezicht. „Doen jullie straks wel de lichten uit?‟
„Ja, mam. Welterusten.‟
„Welterusten voor straks.‟ Na die laatste groet verdween ook Lynn door de deur naar de gang, op weg naar de
slaapkamer.
Iris beet op de binnenkant van haar wang. Ze moest nu wat doen. Anders zou Tim vast ook opstappen.
„Ikkuhm… Zal ik je m‟n kamer laten zien?‟ Hakkelde Iris.
187. De dagen dat Iris alleen bij haar ouders was, vielen achteraf gezien nog best mee. De eerste dag dat ze thuis was,
had ze haar computer opgestart om aan haar verslagen van Engels te beginnen. Ze was echter op de helft met de
eerste toen haar slaapkamerdeur open ging. Haar moeder, die ‟s ochtends al vroeg was vertrokken, duwde de
deur open met haar heup. Haar handen had ze vol aan een dienblad waarop een schaaltje koekjes en een pot thee
stonden.
„Zo. Ik dacht: je bent zo hard aan het werk. Het is vast tijd voor een break.‟ Breed glimlachend keek Iris hoe haar
moeder het dienblad een tafeltje bijtrok en daar het dienblad opzette. „Thee lust je ook wel, toch?‟
Iris knikte. „Bedankt mam.‟
189. „Wat is er?‟
„Is het goed als ik van de week met Tim meega het bos in? Hij moest nog hout halen enzo.‟
Lynn knikte. „Je weet wat ik gezegd heb: zolang jij het wilt. Weet je al wanneer dat is?‟
Iris haalde haar schouders op. „Geen idee. Dat zou hij nog doorgeven.‟
„Dan hoor ik het nog wel van je.‟ Lynn liep de deur door. Iris wachtte tot ze hem sloot, maar dat deed ze niet. Ze
keek haar dochter twijfelachtig aan. „Zeg Iris… Wat zou je ervan vinden om vanavond samen eten te koken?‟
Iris‟ wenkbrauwen schoten omhoog. Daarop volgden de hoeken van haar mond. „Lijkt me gezellig,‟ antwoordde ze
zacht.
Lynn glimlachte nu ook. „Ik kom je straks wel halen. Dan kunnen we kijken wat we gaan maken.‟
191. Iris kreunde inwendig. Dit was nou net waar ze het niet over wilde hebben. Ze schudde haar hoofd. Te laat. Nu was
vroeg ze zich toch af wat haar opa en oma aan het doen waren. Krijn zou vast bij Ivy zijn, Melvin bij Greke en Auke
bij Rose… Iris dacht met ergernis aan die naam. Wat was ze blij dat ze Rosemary nu een paar dagen niet hoefde
te zien. Het enige waar ze zich hier druk om hoefde te maken was of haar ouders het goed vonden dat ze ergens
heenging. En dat ze bij Jane, Tim en Jacky weg moest, natuurlijk. Bij het denken aan die namen en de afgelopen
dagen glimlachte ze spontaan. Iris schrok van Joe die zijn stoel naar achteren schoof. „Aangezien de dames
hebben gekookt, ruim ik wel even af.‟
Iris was blij dat de aandacht van haar was afgeleid. Ze rekte zich uit. Wat een raar gevoel om al haar huiswerk al af
te hebben. Normaal gesproken schoof ze dergelijke dingen altijd voor zich uit tot het laatste moment. Iris‟
gedachten dwaalden af naar de andere kant van haar familie: Sarah, Naomi. Zouden ze al bevallen zijn? En
zouden Veerle, Stan, Pepijn en Kay het leuk hebben op vakantie? Ergens kon Iris niet wachten ze weer te zien.
Aan de andere kant vond ze het fijn dat ze nu even rust had. Ook van Melvin, Krijn en Auke. Ze was blij met de
rust hier bij haar ouders.
„Zeg Iris,‟ klonk Joe‟s stem van bij de gootsteen. „Heb je nog plannen voor vanavond?‟
192. Iris werd weer wakker geschud uit haar gedachten en kwam overeind. Ze besloot haar vader een handje te helpen
met afdrogen. Ook al had hij gezegd dat hij dat perse wilde doen. „Nee, niks bijzonders. Hoezo?‟
Joe draaide zich om en keek zijn dochter grijnzend aan. „Ik vroeg me af… Heb je de piano in de kamer van het
zwembad al gezien?‟
Iris‟ wenkbrauwen schoten omhoog. Ze begreep direct waar haar vader naartoe wilde. „Natuurlijk,‟ antwoordde ze
vlug. „Wat wilde je daarmee zeggen?‟ Haar ogen twinkelden en ze grimaste nu eveneens. Alsof ze niet wist waar
haar vader heen wilde.
„Nou, ik heb eens in mijn archief gezocht…‟
„Zeg gerust: archieven. Hij heeft er bijna drie complete avonden aan gespendeerd,‟ werd Joe onderbroken door zijn
vrouw Lynn.
Joe lachte nerveus en sloeg zijn armen voor zijn borst. „Juist. Ik eh… Ik heb een oud boek teruggevonden waarin
liederen staan die ik je moeder vroeger heb geleerd. Van de componist Yann Tiersen. Ken je die?‟
Iris knikte heftig. „Auke kan een paar nummers van hem op de gitaar.‟
193. „Dan heeft hij maar wat goede smaak.‟ Joe knipoogde even naar Lynn en sloeg een arm om Iris‟ schouder. Met zijn
vrije hand gebaarde hij naar de deur van de gang. „Zullen we maar?‟ Joe bleef stilstaan voor de deur van de
zwembadkamer. „Open de deur maar.‟
Iris deed wat haar vader haar opdroeg en kwam de warme kamer binnen. Ondanks de vele, grote ramen die
uitzicht boden op het bos, was de temperatuur in de kamer zeer aangenaam. De warmte sloeg haar direct in het
gezicht.
„Ik heb het boekje al klaargelegd.‟ Joe wees naar de piano. „Ga maar vast. Ik kom er zo aan.‟
194. Die avond lag Iris in bed met een gevoel dat ze lang niet meer had gehad. De hele avond hadden ze piano
gespeeld. Eerst had Joe stukken voorgedaan. Iris had de liedjes zonder al te veel fouten te maken nagespeeld.
Haar vader had haar gezegd dat ze het buitengewoon snel oppikte. Net als haar moeder had gedaan. Lynn had
ook nog wat stukken gespeeld. Iris voelde zich dolgelukkig. Stiekem had ze altijd al piano willen spelen met haar
ouders. Haar grootouders prezen haar muzikale talent altijd. Maar pas nu Iris voor haar ouders gespeeld had, had
ze het gevoel dat ze niet alleen stond. Nu pas kon ze echt met trots zeggen dat ze talent had. Talent dat ze had
gekregen van haar ouders.
195. Doordat Daniël ‟s ochtends vroeg door haar spiegel kwam, was Iris eerder wakker dan de dagen ervoor. Joe en
Lynn waren nog werken. Beneden liet Iris Daniël een ontbijtje voor haar maken.
„Luister,‟ zei Daniël nadat hij het mes had neergelegd. „What do you think about going out tonight? Not just a two of
us. We‟re going with a group.‟
„Uit? Naar een discotheek?‟
Daniël knikte. „It was Jane‟s idea. She told me you and her wanted to go out together since a while. And actually I
feel like going out tonight too. So… what do you think?‟
„Nou,‟ begon Iris. Ze slikte een hap boterham door. „I think that‟s OK.‟
„You sound a bit dubious.‟ Daniël stootte Iris aan tegen haar elleboog. „Hey, you don‟t have to feel guilty about Joe
and Lynn. I mean… just like it‟s so great when you‟re with those old guys every evening.‟ Daniël lachte om zijn
eigen grapje. Iris glimlachte eveneens.
196. „Goed dan. Maar dan wil ik zo nog wel even terug m‟n nest in. Normaal gesproken ben ik nooit zo vroeg wakker.‟
„Don‟t nag about the time. It‟s eight o‟clock already!‟
„Already,‟ herhaalde Iris honend. „In my world people are sleeping at that time when they don‟t have to go to work
or school.‟
„In my world you‟re lazy when you still aren‟t up at that time.‟
„Dat blijkt,‟ mompelde Iris. Met volle mond rolde ze met haar ogen.
„Well. I bet I go now.‟ Daniël keek hoe Iris haar lege bord op het aanrecht zette. „Sleep enough to stay up all night.
And eh… I‟ll pick you up at ten o‟clock. Is that OK?‟
Iris knikte. „That‟s fine with me.‟
„See you later then!‟ Daniël kuste Iris op haar wang.
203. Noah plofte op het bed en haalde een hand over zijn gezicht. Daarbij maaide hij zijn bril van zijn hoofd. „Wel
verdomme.‟ Vloekte hij. Sander liep al naar het bed om de bril van de grond te rapen, maar Noah hield hem tegen
toen hij wilde bukken. „Wat is dat voor idioterie? Met de auto,‟ herhaalde Noah Sanders woorden. „Daar komt
helemaal niks van in. Je wacht maar fijn nog een paar jaar. Zo lang jij geen rijbewijs hebt, ga je niet achter het
stuur. Heb je dat begrepen?!‟
Sander legde met een glimlach zijn hand op de schouder van Noah. „Zei ik dat ik zou rijden? Ik bedoelde natuurlijk
dat jij dan rijdt.‟
„Dat zal.‟ Noah duwde de hand van zich af en kwam overeind. „Laat me er dan eerst maar eens langs. Dan kan ik
de autosleutels gaan zoeken.‟
Sander greep naar zijn broekzak. „Ik heb de autosleutels hier, pa.‟
In Noahs voorhoofd verscheen een boze frons. Een tijdlang staarde hij Sander kil in zijn ogen. „Laat het niet
merken dat je met mijn auto loopt te kloten. Dat is het enige wat ik zeg.‟
204. Sander haalde opgelucht adem toen Noah bij hem vandaan schuifelde. Hij hoorde dat Noah zijn sloffen nog aan
had. Vlug liep hij achter zijn vader aan en versperde hij hem de weg toen hij de kamer uit wilde gaan. „Wacht even,
pa. Ga even daar in zitten.‟ Sander wees op de rolstoel. „Dan kan ik je helpen met je schoenen en je jas.‟
„Snotneus,‟ riep Noah nukkig. „Nu moet je het niet gekker maken dan het is. Dat kan ik anders prima zelf.‟
Sander negeerde zijn vaders opmerking en gaf hem zijn jas aan. „Doe maar goed dicht. Het is koud buiten.‟
„Is dat zo?‟
„Ja, pa. Het is winter. Het sneeuwt.‟
„O.‟ Noah stapte in zijn schoenen en trok het klittenband dicht. Pas enkele seconden later, alsof het tijd nodig had
voor hem om het te laten bezinken, keek hij opzij door het raam naar buiten. „Laten ze je voetballen in dat
pokkenweer? Het is toch een schande.‟
„Maak je om mij maar niet druk, pa. Dat komt wel goed.‟
205. Tot Sanders opluchting liet Noah zich zonder al te veel gemopper in de rolstoel duwen. Zo gauw ze buiten waren
bij de auto was Sander even bang dat het nu moeilijk zou worden. Tot zijn grote opluchting liet zijn vader hem toch
achter het stuur zitten. Het was dan wel een nadeel dat hij soms dingen in het heden niet of niet goed onthield,
maar in dit geval was het tevens een voordeel. Sander startte de motor. Voor hij de auto weer uit ging, probeerde
hij oogcontact te maken met zijn vader. „Ik heb de verwarming net aangezet. Het duurt even voor het warm wordt.
Doe je gordel vast en blijf hier maar gewoon even zitten. Ik ben zo terug.‟ Sander gooide het portier dicht en duwde
de rolstoel terug naar binnen. Hij voelde ergernis opkomen bij het zien van de rij voor de balie. Zijn vader laten
wachten in de auto leek hem geen goed idee. „Is het goed als ik deze rolstoel hier neerzet?‟ Riep hij over de rand
van de balie.
„Natuurlijk is dat niet goed!‟ Sander schrok zich rot toen zijn vader in zijn oor tetterde. „Er zijn er nog zoveel voor je!
Waar zijn je manieren!‟ Noah gebaarde wild naar de Sims achter hem. Vervolgens wendde hij zich tot de man
achter de balie. „Het spijt me, mijn beste man. Mijn zoon…‟ Noah rolde met zijn ogen. „Laat ook maar. Sander,
kom. We gaan.‟
206. Sander wist dat hij zo snel mogelijk achter zijn vader aan moest gaan voordat het pas echt in zeven sloten tegelijk
zou lopen. Hij had het gevoel alsof iedereen in de hal naar hem keek. Toch kon hem dat nog minder schelen. Met
een strak gezicht keek hij hoe zijn vader hem ongeduldig wenkte. Zijn vader die boos op hem was, terwijl hij daar
niks aan kon doen. Hij had alleen maar zo snel mogelijk die rolstoel willen wegzetten zodat zijn vader niet zo lang
alleen zat in de auto. Kennelijk was hij nog niet snel genoeg geweest. Helaas wist Noah nog steeds hoe een gordel
werkte en hoe het portier van een auto open ging. Hij was naar binnen gelopen en had Sander flink laten schrikken
door in zijn oor te schreeuwen. Maar wat was er gebeurd als hij dat niet had gedaan? Voor hetzelfde geld was
Noah zelf ergens heen gelopen. Ergens waar Sander hem niet direct zou zien, ergens waar het gevaarlijk was. Het
ziekenhuis lag in een niet zo heel rustige wijk van de stad. Sander moest er niet aan denken wat er gebeurd zou
zijn als Noah niet naar binnen was gekomen. Dat was dan zijn schuld geweest. Moeizaam slikte hij.
207. Hij stapte nu meteen in de auto. Hij moest dit vergeten en nu bij zijn vader in de auto stappen. Hij moest maar
doen alsof zijn neus bloedde. Dit was echt niet de eerste keer dat Sander voor schud werd gezet door zijn vader,
die daar niks aan kon doen. Sander moest met Noah een stukje gaan rijden. Voor zo lang dat Noah zou vergeten
dat hij al een half jaar min of meer in dit ziekenhuis „woonde‟. Dan zou dit de laatste keer zijn dat Sander zich zo
hoefde te schamen. In het verpleegtehuis waar Noah vanaf vanmiddag zou gaan wonen, waren er zat anderen die
ook op zijn vader lette. Daar viel Noah niet op als hij blunders maakte. Daar hoefde Sander niet bang te zijn dat hij
niet de juiste zorg kreeg. Sander kon zijn vader met een gerust hart aan hen toevertrouwen. Hij zou rust hebben bij
het idee dat zijn vader daar fijne dagen zou hebben. Zijn laatste dagen.
208. Wonderkind: De herhaling van de geschiedenis
Jawel jawel, dit is het dan: mijn allerlaatste Wk update van dit jaar. Hopelijk vonden
jullie het ook dit keer weer leuk en kijken jullie net zo uit als ik naar de updates die
zullen volgen in 2011! Ik wil jullie graag fijne kerstdagen wensen en alvast een
spetterend 2011! Helaas had (en heb) ik geen kerstoutfit ofzo, dus moeten jullie het
maar doen met mijn coole rendiershirt. (Nee Bennie, niet doordenken.)
Xx Ilse
Ps: berichtjes kan ik waarderen!