De gemeente Deventer neemt bij haar strategische personeelsplanning nadrukkelijk het team als uitgangspunt. Met het management worden toekomstige ontwikkelingen geinventariseerd en instrumenten op ingezet.
2. Huidige situatie
Pragmatische aanpak, niet vanuit een SPP instrument maar vanuit de
praktijk van de manager
Bewust niet vanuit een gemeentebrede vlootschouw maar vanuit wat is
het toekomstbeeld en wat moet daarvoor gebeuren
Vlootschouw en formatie/bezettingsinformatie is ondersteunend aan het
proces
Teamontwikkelplan is de basis
In ontwikkeling is:
Meerjarenformatie en loonsom online beschikbaar inclusief vastgestelde taakstellingen
Onderzoek naar instrumentarium die het proces kunnen ondersteunen
Teamontwikkelplan verplicht gesteld voor alle teams met taakstellingen, leegloop of
ontwikkelopgave
3. Teamontwikkelplan schetst het toekomstige beeld
Geeft aan hoe omgegaan wordt met
ontwikkelingen/taakstellingen/bezuinigingen/leegloop in werk
Beschrijft de weg van de IST naar SOLL situatie, inclusief
maatregelen en de effecten:
Meerjarig formatie en bezetting
Functies en medewerkers
Tijdspad
Maatregelen om de gewenste ontwikkelen te bereiken
Het teamontwikkelplan is een methode om vooraf na te denken
over het te realiseren doel en de weg er na toe. Tijdens het proces
heeft het ontwikkelplan een monitorings-/informatiefunctie
Teamontwikkelplan
5. Toekomstbeeld van een ondersteunend uitvoerend team
Visie op ander manier van werken in de toekomst
Werkwijze van het team verandert ingrijpend andere rol en andere
competentie (duidelijk ander functieprofiel)
Minder werk op lager niveau meer werk op hogere assistenten niveau
Aantal formatieve taakstellingen
Verwachting minder werk voor totale formatie
Beeld van het team
Lange dienstverbanden, medewerkers lang in dezelfde functie
Relatief hoge leeftijd bezetting in bepaalde functiegroepen
Deel van de bezetting laat nieuwe rol al zien
Oude patronen van werken zijn hardnekkig
Voorbeeld
6. Voorbeeld
Inzet HR instrumentarium
Medewerkers boventallig verklaard volgen VWNW-traject
Medewerkers volgen specifiek opleidingstraject inclusief nul en tussentijdse
voortgangsmeting
In PJC-cyclus specifieke afspraken met medewerkers over hun eigen ontwikkeling
Medewerkers worden uitgedaagd om op andere manieren te gaan werken, bijv:
elke maand organiseert een groep medewerkers een bijeenkomst over een thema
Hoe verloopt het
Praktijk is weerbarstig, oude cultuur is moeilijk te doorbreken bij sommige
functiegroepen
Grootste deel van medewerkers reageren positief op opleidingstraject
3 medewerkers zijn boventallig verklaard, daarvan heeft 1 na een half jaar
mogelijk ander werk.
7. Meerjarenformatie
overzicht
Meerjarige formatie, bezetting en loonsom
Schetst een beeld waar potentiele knelpunten zijn
Stuurinformatie voor directie en management
Formatie zijn bekende taakstellingen op formatie ingeboekt
Loonsom zijn alle taakstellingen ingeboekt
Bezetting is excl mw die in een jaar pensioen leeftijd bereiken
Knelpunten formatie
(in hele fte's)
Knelpunten loonsom
(x € 1.000)
2014 2015 2016 2017 2014 2015 2016 2017
Team 1 -1 -27 -9
Team 2 -1 -5 -5 -112 -45
Team 3 -119 -119 -124 -124
8. Huidige
ontwikkeling
Los van het voorbeeld, waar werken we gemeente breed aan:
Meerjarige formatie en bezettingsinformatie beschikbaar stellen voor de
hele organisatie
Onderzoek naar SPP instrumentarium die het proces kan ondersteunen
Teamontwikkelplan verplicht voor elk team met taakstelling, leegloop
en/of forse ontwikkelopgave
Inrichten mobiliteitscentrum voor gedwongen mobiliteit
Verder ontwikkelen bestaande loopbaanadviescentrum
Stimuleren flexibiliteit van medewerkers (loopbaanontwikkeling)
9. Knelpunten
& vragen
Wat is lastig in dit soort trajecten
Bewustwording medewerkers dat er echt iets gaat veranderen, het is een
meerjarig traject consequente en gestructureerde communicatie
Combinatie van taakstelling en ontwikkelopgave maakt het een complex
traject
Medewerkers in beweging krijgen naar buiten is lastig door lastige
arbeidsmarkt en lange dienstverband gemeente Deventer
Plaatsing volgens sociaal statuut, de medewerkers die je wilt behouden
gaan er als eerste uit kwalitatieve plaatsing niet mogelijk/lastig
Niet alle klanten zijn altijd overtuigd van het nieuwe beeld
Vragen????
Editor's Notes
#7:In de businesscase wordt er zowel naar kwalitatieve als kwantitatieve aspecten gekeken.
Kwalitatief: wat is de focus van het mobiliteitscentrum, merendeel gericht op uitstroom. Maar wat doe je met de loopbaanontwikkeling en doorstroom op basis van vrijwillige mobiliteit. Dit is belangrijk om te behouden voor onze organisatie omdat het beweging in de organisatie brengt en houdt. In de businesscase kijk je naar verschillende verhoudingen (vrijwillige versus verplicht) in de dienstverlening die je daar aanbiedt.
Kwalitatief: wat voor een soort traject biedt je aan en wat zijn (op voorhand) aan te wijzen resultaten. Denk bijvoorbeeld aan percentage uitstroom.
Kwantitatief: hoeveel capaciteit is er beschikbaar (aantal uren en aantal mensen), wat zijn de kosten per traject, totaal kosten (wel huisvesting versus geen huisvesting) etc.
Deze vragen zijn nodig te beantwoorden om in de drie scenario’s appels met appels te kunnen vergelijken. Aan het einde zet je de baten tegen over elkaar in de drie scenario’s en de kosten zet je tot slot af tegen de baten. Dan kan er een keuze worden gemaakt.
Nu willen we van de directie een ja horen op het uitvoeren van de businesscase. Om een goede businesscase te kunnen maken, zijn een aantal vragen noodzakelijk om vooraf beantwoord te hebben. Dit is nodig om uiteindelijk de appels met de appels te kunnen vergelijken. Voorkeur gaat uit naar een afvaardiging uit de directie die als opdrachtgever(s) hierin sturen. Directie breed wordt op belangrijke momenten betrokken. De vragen waar ik in deze paragraaf naar verwijs zijn op de volgende slide geformuleerd.
#8:In de businesscase wordt er zowel naar kwalitatieve als kwantitatieve aspecten gekeken.
Kwalitatief: wat is de focus van het mobiliteitscentrum, merendeel gericht op uitstroom. Maar wat doe je met de loopbaanontwikkeling en doorstroom op basis van vrijwillige mobiliteit. Dit is belangrijk om te behouden voor onze organisatie omdat het beweging in de organisatie brengt en houdt. In de businesscase kijk je naar verschillende verhoudingen (vrijwillige versus verplicht) in de dienstverlening die je daar aanbiedt.
Kwalitatief: wat voor een soort traject biedt je aan en wat zijn (op voorhand) aan te wijzen resultaten. Denk bijvoorbeeld aan percentage uitstroom.
Kwantitatief: hoeveel capaciteit is er beschikbaar (aantal uren en aantal mensen), wat zijn de kosten per traject, totaal kosten (wel huisvesting versus geen huisvesting) etc.
Deze vragen zijn nodig te beantwoorden om in de drie scenario’s appels met appels te kunnen vergelijken. Aan het einde zet je de baten tegen over elkaar in de drie scenario’s en de kosten zet je tot slot af tegen de baten. Dan kan er een keuze worden gemaakt.
Nu willen we van de directie een ja horen op het uitvoeren van de businesscase. Om een goede businesscase te kunnen maken, zijn een aantal vragen noodzakelijk om vooraf beantwoord te hebben. Dit is nodig om uiteindelijk de appels met de appels te kunnen vergelijken. Voorkeur gaat uit naar een afvaardiging uit de directie die als opdrachtgever(s) hierin sturen. Directie breed wordt op belangrijke momenten betrokken. De vragen waar ik in deze paragraaf naar verwijs zijn op de volgende slide geformuleerd.
#9:In de businesscase wordt er zowel naar kwalitatieve als kwantitatieve aspecten gekeken.
Kwalitatief: wat is de focus van het mobiliteitscentrum, merendeel gericht op uitstroom. Maar wat doe je met de loopbaanontwikkeling en doorstroom op basis van vrijwillige mobiliteit. Dit is belangrijk om te behouden voor onze organisatie omdat het beweging in de organisatie brengt en houdt. In de businesscase kijk je naar verschillende verhoudingen (vrijwillige versus verplicht) in de dienstverlening die je daar aanbiedt.
Kwalitatief: wat voor een soort traject biedt je aan en wat zijn (op voorhand) aan te wijzen resultaten. Denk bijvoorbeeld aan percentage uitstroom.
Kwantitatief: hoeveel capaciteit is er beschikbaar (aantal uren en aantal mensen), wat zijn de kosten per traject, totaal kosten (wel huisvesting versus geen huisvesting) etc.
Deze vragen zijn nodig te beantwoorden om in de drie scenario’s appels met appels te kunnen vergelijken. Aan het einde zet je de baten tegen over elkaar in de drie scenario’s en de kosten zet je tot slot af tegen de baten. Dan kan er een keuze worden gemaakt.
Nu willen we van de directie een ja horen op het uitvoeren van de businesscase. Om een goede businesscase te kunnen maken, zijn een aantal vragen noodzakelijk om vooraf beantwoord te hebben. Dit is nodig om uiteindelijk de appels met de appels te kunnen vergelijken. Voorkeur gaat uit naar een afvaardiging uit de directie die als opdrachtgever(s) hierin sturen. Directie breed wordt op belangrijke momenten betrokken. De vragen waar ik in deze paragraaf naar verwijs zijn op de volgende slide geformuleerd.